Home | symposia en workshops

Leefmilieu vindt een goede samenwerking tussen burgers, overheid, deskundigen en bedrijfsleven van groot belang. Om het contact en het overleg te bevorderen organiseert Leefmilieu regelmatig bijeenkomsten in de vorm van workshops, publieksbijeenkomsten en symposia. Ook verzorgt Leefmilieu regelmatig presentaties op verzoek van groepen of organisaties.
Deze bijeenkomsten en presentaties gaan over actuele thema's zoals als gezondheid in relatie tot luchtkwaliteit, natuur en laagfrequent geluid
.
Het overzicht van deze bijeenkomsten vindt u hier.

Via onderstaande links vindt u de symposia en presentaties van vorige jaren:

Hoe kun je houtrookvrij in je gemeente op de kaart zetten?

Op 21 september 2018 organiseerde Leefmilieu een landelijke bijeenkomst over de overlast van houtrook. Twee workshops gingen over de manieren waarop je ‘houtrookvrij’ in je gemeente op de kaart kunt zetten. Vanuit de ervaringen van de deelnemers werden de volgende concrete initiatieven genoemd:

  • Ga op gesprek bij je wethouder en bespreek het probleem van de houtrookoverlast.
  • Wijs op de zorgplicht die de gemeente heeft naar haar burgers.
  • Vraag je gemeente burgers voorlichting te geven over, bijvoorbeeld door een artikel in het huis-aan-huisblad.
  • Dring bij de gemeente aan een voorbeeldfunctie te vervullen en in de eigen gebouwen geen houtkachels te plaatsen.
  • Vraag de gemeente de verkoop van houtkachels niet te stimuleren.
  • Vraag de gemeente om een ontmoedigingsbeleid en om zich in te zetten voor het stoppen van de subsidie op houtkachels.
  • Een aantal gemeenten heeft een ombudsman. Schakel de ombudsman in bij houtrookoverlast.
  • Agendeer het onderwerp op bijeenkomsten over luchtkwaliteit en duurzaamheid.
  • Pleit voor het invoeren van een roetnorm.
  • Informeer en betrek veel mensen. Dit vraagt een lange adem.

Uiteraard kun je als individu niet alles doen en daarom is samenwerking met anderen in je gemeente van groot belang. De aanwezigen op 21 september in Amersfoort voelden zich door alle verhalen gesteund en zagen nieuwe aanknopingspunten om in de eigen gemeente aan de slag te gaan.

- terug naar boven -

Op 21 september 2018: Houtrookoverlast, wat kun je doen?

Het stoken van hout veroorzaakt veel overlast en schade aan de gezondheid. Iedereen die wel eens geprobeerd heeft de overlast aan te pakken merkt dan hoe moeilijk dat is. Je wilt geen ruzie met je buren maar ook kunnen slapen met een open raam. Bij gemeenten en GGD’s komen veel klachten binnen, maar ook zij hebben geen pasklare oplossingen. De Gezondheidsraad adviseert dan ook om het gebruik van houtkachels te ontmoedigen, maar het beleid om dat voor elkaar te krijgen is nog ver weg.

Op 21 september 2018 organiseerde Leefmilieu, met financiële ondersteuning van het voormalige Meldpunt Gezondheid en Milieu, samen met het Longfonds en stichting Houtrookvrij een bijeenkomst over houtrookoverlast. ’s Ochtends is eerst op een rijtje gezet wat de gezondheidsimpact is en dat houtstook zeker niet duurzaam is. Ook werd ingegaan op de aanpak van het probleem. ‘s Middags is in de workshops hierop dieper ingegaan.

Bekijk ook de presentaties:

- "Houtstoken is niet duurzaam" door Maarten Visschers (Gelderse Natuur en Milieufederatie)

- "Wat kun je zelf doen om het tij te keren?" door Stichting Houtrookvrij

- "Houtrook en gezondheid" door Longfonds

- terug naar boven -

Meer grip op chemische stoffen door modelleren

Ad Ragas

Op 16 maart 2018 presenteerde Ad Ragas van de Radboud Universiteit het onderzoeksproject SUSPECt. Bij dit onderzoek worden modellen ontwikkeld om te kunnen voorspellen hoeveel van de chemische stoffen die wij dagelijks gebruiken in het oppervlaktewater terechtkomen. Denk aan wasmiddelen, shampoo en medicijnresten. Startpunt is het gebruik van de stoffen, bijvoorbeeld de inkoop van medicijnen door het ziekenhuis. Vervolgens wordt nagegaan waar die stoffen terechtkomen en of ze worden afgebroken in de zuiveringsinstallatie. Bij het ontwikkelen van de modellen wordt natuurlijk wel gemeten, maar die metingen worden overbodig als blijkt dat de modellen goed voorspellen.
We gebruiken in het huishouden en in ziekenhuizen duizenden verschillende stoffen. Die kunnen natuurlijk niet allemaal worden gemeten. Door het gedrag van de stoffen te modelleren krijgen we al vroeg een signaal welke stoffen in het oppervlaktewater terechtkomen en daar problemen kunnen veroorzaken. Met deze informatie kunnen we vroegtijdig maatregelen nemen en eventuele probleemstoffen ook beter in de gaten houden.
Op de bijeenkomst op 16 maart in Nijmegen brachten de aanwezigen veel gebruikte cosmetica en schoonmaakproducten mee. Ter plekke zijn deze producten gefotografeerd en de foto’s zijn aan de onderzoekers toegestuurd. De onderzoekers gaan nu bekijken welke stoffen in deze producten zitten en of ze die stoffen in het onderzoek kunnen meenemen.

- terug naar boven -.

Laagfrequent geluid: Meten is weten

Laagfrequent geluid (LFG) ontregelt het leven van veel Nederlanders en veroorzaakt aanzienlijke gezondheidsschade. De bronnen van laagfrequent geluid zijn lastig te achterhalen maar er zijn een aantal doeltreffende mogelijkheden om zelf te meten.

Tijdens de bijeenkomst over LFG van vrijdag 29 september 2017 in Amersfoort heeft expert Jan van Muijlwijk de aanwezigen meegenomen in de techniek rondom het meten van LFG. Zo blijk je met behulp van een goede koptelefoon en de Online tone generator jezelf een luistertest af te kunnen nemen. De tonen die met behulp van de website gegenereerd worden zijn hiervoor zuiver genoeg. Het is zelfs mogelijk om interfererende tonen te laten opwekken door met de internetbrowser 2 tabbladen te openen. In het ene tabblad laat je de Online tone generator een (sine) toon van bijvoorbeeld 70 Hertz genereren en in het andere tabblad een (sine) toon van bijvoorbeeld 71 Hertz.

Daarnaast schijn je goed een lange meting zelf te kunnen doen. Wat je hiervoor nodig hebt is een microfoon en een softwareprogramma om op te nemen en te analyseren. De Trust Starzz is een voorbeeld van een goedkope microfoon (€20,-) die hier goed voor geschikt is. Voor opnemen is de applicatie Spectrum Lab uiterst geschikt. Dit is een gespecialiseerd programma voor het analyseren van audiosignalen. Het programma is gratis. Een (Engelstalige) handleiding voor het programma is daar ook te vinden.

Online tone generator is te vinden op: http://onlinetonegenerator.com/

Spectrum Lab: http://www.qsl.net/dl4yhf/spectra1.html

- terug naar boven -

Retraining therapie kan helpen bij laagfrequent geluid

Op 29 september 2017 organiseerde Leefmilieu een landelijke bijeenkomst over laagfrequent geluid (LFG) in Amersfoort. Een van de workshops ging over het verminderen van LFG klachten. Kenmerkend voor klachten van LFG is dat je je er moeilijk aan kunt onttrekken. Meestal werkt alleen het verlaten van de plaats met het geluid, door bijvoorbeeld buiten of in de auto te gaan slapen. Voor sommige mensen geeft het aanzetten van de radio, een ventilator of een CD met speciale ruis verlichting, omdat daarmee het laagfrequent geluid wat gecamoufleerd wordt. Een persoon in de workshops had ervaring met een therapie die hem heel goed geholpen had en veel aanwezigen wilden daar dan ook alles over weten. De persoon in kwestie woonde in een drukke omgeving met meerdere bronnen van LFG. De aanwezigheid van die bronnen was door metingen aangetoond en sommige waren ook aangepakt, maar de overlast bleef. Omdat hij niet wilde verhuizen heeft hij toen een intensieve retraining therapie gedaan: meerdere dagdelen per week gedurende een flinke periode. Dat heeft hem heel goed geholpen. Zoals hij het zelf formuleerde: “ik hoor het geluid nog wel, maar ik heb er geen last meer van”. Voor veel mensen met LFG overlast is een dergelijke therapie omstreden, zij vinden dat er iets aan het probleem gedaan moet worden en daar hebben ze natuurlijk gelijk in. Maar het is fijn dat als er geen bron gevonden kan worden, of een oplossing achterwege blijft er toch een therapie is die in ieder geval sommige mensen helpt. Voor alle duidelijkheid, dit betekent niet dat het horen van laagfrequent geluid een psychisch probleem is: “tussen de oren zit”. Maar wel dat sommige mensen die een bromtoon horen, baat kunnen hebben bij een therapie die hen leert er minder last van te hebben.

- terug naar boven -

Voorlopige richtlijn van RIVM over laagfrequent geluid

Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) ondersteunt medewerkers van GGD’en bij vragen over laagfrequent geluid. In 2016 is daarvoor een voorlopige richtlijn uitgebracht met als titel Meldingen over een bromtoon. Op 29 september 2017 was in Amersfoort een van de workshops gewijd aan deze richtlijn. Annelike Dusseldorp van het RIVM was aanwezig en deelnemers konden hun verwachtingen en opmerkingen bij haar inbrengen. Annelike Dusseldorp gaf aan alle input te zullen gebruiken voor de evaluatie van de richtlijn.
De voornaamste opmerking van de deelnemers was, dat de werknemers van de GGD vaak niet nieuwsgierig zijn, ze zijn vaak te oplossingsgericht en nemen te weinig tijd voor de melders. De workshopdeelnemers gaven aan dat ze het belangrijk vinden dat de GGD medewerkers meedenken, meer samen met de melder op weg gaan, de melding onderzoeken en de melder serieus nemen. Het te weinig tijd nemen wordt ervaren bij het zoeken naar een bron, maar ook bij het advies om de hinder maar te leren accepteren. Annelike Dusseldorp herkende het beeld niet dat de medewerkers van GGD`en niet nieuwsgierig zijn, maar mogelijk hebben zij in sommige gevallen weinig tijd voor de intake van meldingen.
Deelnemers aan de workshop gaven aan dat de GGD niet zelf geluidsmetingen dient uit te voeren. Want er is meer vertrouwen in geluidsdeskundigen. Punt daarbij is wel dat als de GGD de meting niet uitvoert, er vaak geen metingen worden gedaan. Verder vinden deelnemers het belangrijk dat meldingen goed worden verzameld en worden geregistreerd. Eenduidige beoordeling van meldingen is van belang. Vraag is verder of er epidemiologisch onderzoek mogelijk is. Kortom Annelike Dusseldorp kreeg veel feedback op de richtlijn, feedback die gebruikt kan worden om in de toekomst de richtlijn, te verbeteren.

Klik hier voor de GGD-richtlijn: Meldingen over een bromtoon.

- terug naar boven -

Laagfrequent geluid. Waar staan we en hoe verder?

29 september 2017. Laagfrequent geluid (LFG) ontregelt het leven van veel Nederlanders en veroorzaakt aanzienlijke gezondheidsschade. De bronnen van laagfrequent geluid zijn lastig te meten en soms blijft het helemaal onduidelijk waardoor de overlast veroorzaakt wordt. De afgelopen jaren heeft de vereniging Leefmilieu de meldingen van LFG in kaart gebracht, en meegewerkt aan initiatieven om laagfrequent geluid te meten. Ook is samengewerkt met anderen zoals de Stichting Laagfrequent Geluid en het RIVM. Het probleem is beslist nog niet opgelost, maar er zijn wel stappen gezet. Op 29 september hebben we in een publieksbijeenkomst in Amersfoort de stand van zaken op een rijtje gezetten en in kleinere groepen met elkaar doorgepraat over mogelijke vervolgstappen.

Aan de orde kwam onder meer hoe een meting van laagfrequent geluid in zijn werk gaat en wat de mogelijkheden zijn om zelf te meten. De richtlijn van de GGD over LFG is toegelicht we zijn ingegaan op de in kaart gebrachte meldingen. Veel mensen die geconfronteerd zijn met de overlast van laagfrequent geluid leggen een hele weg af in de aanpak van hun probleem. Mede met de inbreng van deze ervaringsdeskundigen is besproken hoe we samen het beste verder kunnen. Deze bijeenkomst is mede mogelijk gemaakt door de financiële ondersteuning van het voormalige Meldpunt Gezondheid en Milieu.

Bekijk hieronder de reeds beschikbare presentaties:
- Lies Jonkman (Stichting Laagfrequent Geluid): Meldingen van LFg en LFg+
- Annelike Dusseldorf (RIVM): Richtlijn ‘het horen van een bromtoon’
- Jan van Muijlwijk (Omgevingsdienst Groningen): Op zoek naar de bron van de brom

LFG bijeenkomst Amersfoort

- terug naar boven -

Bijeenkomst 2 juni 2017: Activiteitenbesluit en de (on)mogelijkheden voor burgers

Ewald KorevaarDe milieuwetgeving in Nederland is flink in beweging. Moesten er enkele jaren geleden milieuvergunningen op maat gemaakt worden voor bedrijven, op dit moment vallen de meeste bedrijven geheel of gedeeltelijk onder het Activiteitenbesluit. Dat betekent minder maatwerk, maar meer algemene regels. Niet altijd is dat een verbetering voor de omgeving. In ieder geval roept het vragen op zoals: stel dat een bedrijf het beter wil doen dan de algemene eisen in het Activiteitenbesluit, kan dat? Heb ik als omwonende nog wel dezelfde mogelijkheden om bezwaar te maken als het om algemene regels gaat? Wordt er wel voldoende rekening gehouden met de opstapeling van milieubelasting in de omgeving. Waar kan ik vinden aan welke eisen het bedrijf waar ik bij in de buurt woon, moet voldoen?
Ewald Korevaar van EWMilieu-advies uit Utrecht gaf op 2 juni 2017 een inleiding in het Activiteitenbesluit. Ewald Korevaar is een ervaren adviseur van milieu- en bewonersgroepen. Bij de bijeenkomst ging Ewald ook in op vragen van deelnemers.

Bekijk hier de presentatie van Ewald Korevaar

- terug naar boven -

Bijeenkomst 17 maart 2017: Is hout verbranden wel duurzaam?

Op veel plaatsen in Nederland wordt hout ingezet als brandstof voor de opwekking van elektriciteit en warmte. Maar de Tweede Kamer vindt dat de subsidie voor grootschalige bijstook van hout in kolencentrales moet worden stopgezet. Volgens de Tweede Kamer moet deze subsidie ingezet worden voor échte vormen van duurzame energie, zoals zon, windenergie en aardwarmte. De KNAW (Koninklijke Academie voor Wetenschappen) stelt dat de Nederlandse overheid de subsidie op houtstook moet staken. Houtstook levert geen klimaatwinst, integendeel. Pas na de kap en verbranding van hout worden bomen weer aangeplant (als deze al voldoende worden aangeplant). Het terugvangen van CO2 vindt dan pas over 25 tot 100 jaar later plaats. Zo wordt een zgn. koolstofschuld opgebouwd: de CO2 wordt eerst in de lucht gebracht en pas veel later vastgelegd. In plaats van nu hout te stoken moeten we eerst heel veel hout aanplanten en kunnen we over tientallen jaren, met beleid, het hout gaan kappen.
Om aan de doelstelling van het Nederlandse Energieakkoord in 2020 te voldoen is ca. 10 miljoen ton energiehout per jaar nodig. 90% van het energiehout dient geïmporteerd te worden. Dé voorraadschuur van energiehout (het zuid oosten van de VS) levert jaarlijks 20 tot 30 miljoen ton energiepellets. Enkele kleine landen (zoals Nederland) zouden daarmee in hun vraag (tot 2020) kunnen voorzien. Er is dus mondiaal te weinig hout om aan de brandstofvraag te voorzien. De druk om buiten deze bossen hout te kappen wordt daarmee groter. Hierdoor lopen ook oerbossen het risico  om gekapt te worden en omgezet te worden in houtakkers. Dat kan de bedoeling van de Nederlandse subsidie toch niet zijn.
In sommige situaties, zoals bij de biomassa centrale in Nijmegen is door Engie afgesproken dat alleen duurzaam gewonnen hout uit de regio (een straal van 100 km) gebruikt zal worden. Ook een Utrechtse initiatief gaat daarvan uit. De vraag is of er wel voldoende hout in Nederland beschikbaar is. En wat betekent het winnen van dit hout voor de biodiversiteit in onze bossen? Maarten Visschers van de Gelderse Natuur en Milieufederatie (GNMF) ging op 17 maart 2017 in op deze en andere vragen.

Klik hier om de presentatie van Maarten Visschers te bekijken

- terug naar boven -

Onderwerpen: