De vereniging Leefmilieu is een onafhankelijke milieuorganisatie die zich inzet voor een groen en gezond leefmilieu. Onze kenmerken zijn: grote milieudeskundigheid en samenwerking met bewonersgroepen in heel Nederland.


Op deze website informeren we je over onze activiteiten. Wil je op de hoogte blijven, abonneer je kosteloos op onze nieuwsbrief  of  word lid.
 

actueel (kop)

 

Onderwerpen:

logo leefmilieuLeefmilieu is een vereniging met gedreven actieve leden en met een groot netwerk van deskundigen. Zoals u op deze website kunt lezen,  streven wij naar een groen en gezond leefmilieu. Een milieu waarin mensen veilig kunnen wonen en werken, zonder gezondheidsschade door milieubelasting en milieuoverlast.

 

Het gaat ons daarbij niet alleen om negatieve ontwikkelingen te keren maar ook om te streven naar het realiseren van positieve ontwikkelingen.

 

Wij zijn op zoek naar een nieuwe voorzitter die activiteiten van de vereniging coördineert en ook inhoudelijk meewerkt aan de realisatie van onze doelen.

 

Lees  meer informatie in de vacaturebeschrijving


Heeft u interesse, stuur dan een bericht aan burgernetwerk@leefmilieu.nl

 

.

6 februari 2023. Leefmilieu heeft samen met vier andere milieuorganisaties (Comite Schone Lucht NL, Biofuelwatch VK, Dogwood Alliance VS en Estonian Fund for Nature, Estland), een rapport gepubliceerd waaruit blijkt dat het grootste certificeringsprogramma SBP voor biomassaverbranding niet voldoet aan de Nederlandse duurzaamheidscriteria (SDE++) voor biomassa. Het rapport is gepubliceerd voorafgaand aan een Nederlandse parlementaire hoorzitting over subsidies voor biomassa-energie op 16 februari. Het rapport analyseert het certificeringssysteem van het Sustainable Biomass Program (SBP) en de implementatie ervan met betrekking tot de productie van houtpellets in North Carolina (VS) en in Estland.


jaarlijkse inport houtpellets voor bijstookOnterechte aanname over behoud koolstofvoorraad
Zo gaat SBP ten onrechte uit van het criterium dat de koolstofvoorraden van bossen sowieso behouden blijven. Zelfs wanneer bossen (zoals in Estland en Finland) recentelijk door grote boskap een netto bron van koolstofemissies zijn geworden. Dit gebeurt door te vertrouwen op rekenmodellen over toekomstige boomgroei voor 70 jaar of meer. Ondanks het feit dat het International Panel on Climate Change (IPCC)  heeft gesteld dat we geen decennia aan tijd meer hebben om de koolstofemissies te verminderen voor stabilisatie van het klimaat. Emissies dienen nu zeer sterk te worden gereduceerd. SDE++ duurzaamheidseisen voor biomassaverbranding, betreffen onder meer de onderwerpen: (1) geen vernietiging van koolstofreservoirs; (2) geen langlopende koolstofschuld en (3) instandhouding en versterking biodiversiteit .

 

Onrechtmatige bosbouwpraktijken onder SBP
Een voorbeelden van onrechtmatige bosbouwpraktijk onder SBP-certificering is dat inspectie van bossen en bosbeheer in het kader van SBP momenteel nog volledig wordt overgelaten aan de verantwoordelijkheid van houtpelletbedrijven zelf. Controle van SBP-certificatie met betrekking tot de duurzaamheid van houtkapactiviteiten geschiedt door certificeerders alleen op basis van papierwerk zonder dat er externe, objectieve praktijkcontroles in bossen plaatsvinden. Certificeerders zijn niet verplicht om boslocaties te bezoeken. Daarnaast zijn particuliere boseigenaren in de VS niet verplicht gekapt bos opnieuw aan te planten.

 

Geen transparante informatie over herkomst
De energiebedrijven die pellets verbranden in Nederlandse kolencentrales houden informatie over hun toeleveringsketen en herkomstgebieden van houtpellets geheim. Toch is bekend dat houtpelletproducenten Enviva (in het zuidoosten van de VS) en Graanul Invest (in Estland) grote hoeveelheden pellets leveren aan Nederland. Het gaat om jaarlijks 3,5 miljoen ton houtpellets in totaal. Dat is jaarlijks een kaalkap van een bos ter grootte van tweemaal het oppervlak van Amsterdam. De door SBP gecertificeerde houtpellets worden automatisch ook geacht direct te voldoen aan de Nederlandse duurzaamheidsnormen SDE++.


Milieuorganisaties weigerden steeds steun aan SBP
Milieu- en natuurorganisaties over de hele wereld hebben de certificering van SBP nooit ondersteund en hun deelname continu geweigerd.
De vijf NGOs stellen dat  op basis van het rapport niet alleen de nieuwe subsidies (zie de onmiddellijke stop door minister Jetten in april 2022), maar ook de bestaande Nederlandse biomassasubsidies - de grote bulk - per onmiddellijk dienen te worden stopgezet om te voorkomen dat nog meer bossen, dieren in het wild, klimaat en gemeenschappen schade oplopen.

Lees hier het rapport: https://www.biofuelwatch.org.uk/2023/sbp-rapport/

 

Logos ngos

 

.

Het kabinet heeft nog steeds haar prioriteiten niet op orde. Om de meest kwetsbare natuur, die nu op omvallen staat, veilig te stellen moet de stikstofneerslag op die natuur zo snel mogelijk, en uiterlijk voor eind 2025, drastisch verminderen. Maar in zowel het advies van Remkes als de kabinetsreactie, miste de ecologische onderbouwing van de korte termijn maatregelen. Dat betekent dat volstrekt onduidelijk is of met deze maatregelen de meest kwetsbare natuur is gered.

Ook wil het kabinet de stikstofruimte, die door de aanpak van piekbelasters moet ontstaan, net als Remkes, met voorrang inzetten om bedrijven zonder vergunning (onder andere de ‘PAS melders’) te helpen en snelwegen aan te leggen. Het redden van de meest kwetsbare natuur is daarbij ondergeschikt. Door zelfs te kiezen voor een afgezwakte, vrijwillige aanpak van de piekbelasters, doet het kabinet opnieuw een knieval richting de agrarische sector.

Ondertussen is er levendige, en verdienstelijke handel in ‘stikstofrechten’ ontstaan. Groot probleem daarbij is dat ook onbenutte (‘latente’) stikstofemissies verhandeld worden, waardoor de totale emissie zelfs kan toenemen!

Het is ook zeer zorgelijk dat het kabinet aan de stikstof-reductiedoelstelling in 2030 morrelt door twee ijkmomenten in de wet op te nemen (in 2025 en 2028). In die jaren wordt bekeken of er ‘dwingende redenen zijn’ om meer tijd te nemen voor natuurherstel. Dat zet de deur nú al wagenwijd open voor vertragingstactieken van onwillige provinciale bestuurders. 

Kortom, we zien na het rapport Remkes en de reactie van het kabinet geen daadkracht maar weer praatjes, ‘nieuwe’ kaartjes, geitenpaatjes die tot niks goeds leiden, ook niet voor de boeren. Een fundamentele aanpak van de natuurcrisis en hervorming van ons voedselsysteem is op de lange baan geschoven.

 

.

Het TNO-rapport ‘norm gehaald, probleem niet opgelost’ beschrijft dat we te eenzijdig naar fijn stof kijken. De normen betreffen alleen hoeveelheid (in massa) deeltjes per cover rapport fijnstof TNOkubieke meter (met onderscheidt naar grootte PM10 en PM2,5), maar kijkt niet naar de soorten deeltjes. De impact van stofdeeltjes kan erg verschillen door verschil in reactiviteit, chemische samenstelling en grootte van de deeltjes. De hele kleine deeltjes, die bijna niks wegen, kunnen bijvoorbeeld veel dieper in de longen dringen. En de aanwezigheid van metalen en organische polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) bepaalt in grote mate de reactiviteit. Lokale bronnen kunnen hier een grote bijdrage aan leveren en dat vergt dus een ander meetprogramma en maatregelenpakket.

Wij zijn blij dat TNO dit zo duidelijk beschrijft in dit rapport en pleit voor een andere aanpak. Teleurstellend is het dat particuliere houtstook als bron van deze kleinere en reactievere deeltjes niet sterk naar voren wordt gebracht in het rapport. Er zijn vele wetenschappelijke bronnen, ook gebruikt in dit TNO rapport, die overtuigend bewijs leveren van houtstook als grote bron.

In een brief aan TNO is dit uitgebreid uiteengezet door Stichting Houtrookvrij met het dringende verzoek om in rapportages álle schadelijke feiten over (particuliere) houtstook te vermelden en deze ook zo te betrekken in de conclusies en advisering. Leefmilieu,  Mobilisation en het Luchtfonds hebben deze brief medeondertekend.

 

Lees hier de brief aan TNO

 

Lees hier het rapport van TNO

 

.

In september 2021 publiceerde de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) nieuwe gezondheidsnormen voor lucht, de Global Air Quality Guidelines. WHO Air Quality GuidelinesDeze nieuwe normen zijn gebaseerd op een grote review van wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van luchtvervuiling (per stof) op de gezondheid. Voor belangrijke stoffen zoals PM10, PM2,5, stikstofoxiden is de norm aanzienlijk aangescherpt:

 

Het is natuurlijk van groot belang dat de Europese luchtkwaliteitsnormen aan deze nieuwe adviezen aangepast worden. In september van dit jaar stuurde Leefmilieu samen met onder andere het longfonds een brief aan de minister en staatssecretaris van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) met het dringende beroep om vanuit Nederland in te zetten op de WHO-normen als nieuwe wettelijke normen voor luchtkwaliteit. Het proces van aanpassing van deze Europese normen is nu in volle gang, we volgen dit op de voet.

 

Lees hier de brief aan ministerie VWS EU-luchtkwaliteitsnormen

 

.

November 2022. Leefmilieu heeft samen met ruim 30 Europese milieuorganisaties een gezamenlijk standpunt over de revisie van de Richtlijn hernieuwbare energie (RED) naar de Europese politiek gestuurd. De milieuorganisaties vinden dat biomassaverbranding niet als hernieuwbare energieLogo European Parliament dient te worden meegeteld. De Europese Commissie, de Europese Raad van 27 klimaatministers en het Europees parlement hebben elk voorstellen voor revisie gedaan. Het Europees parlement heeft – relatief gezien – het meest ambitieuze voorstel, hoewel dat voorstel nog zonder meer veel duurzamer kan. Echter de huidige onderhandelingen dienen conform de Europese regels plaats te vinden binnen het kader van de drie voorstellen. Vertegenwoordigers van deze drie Europese organen onderhandelen nu om tot een eindresultaat te komen.

De milieuorganisaties vragen de Europese Raad qua ambitie ‘op te schuiven’ naar het voorstel van het Europees parlement.

 

Het gaat om de volgende aanbevelingen:

 

1. Het stoppen van subsidies en stimuleringsmaatregelen voor energie uit primaire houtige biomassa. Dit is onbewerkt hout dat rechtstreeks uit het bos wordt gehaald. De vrijkomende subsidies kunnen worden ingezet om Europese burgers die het nodig hebben, te helpen hun woningen te isoleren. Ook  om beter bosbeheer en écht schone hernieuwbare energiebronnen (zoals geothermie, zonne- en windenergie), te realiseren.

 

2. Het beperken en afbouwen van het meetellen van energie uit primaire houtachtige biomassa bij Europese doelstellingen voor hernieuwbare energie.

 

3. Een eenduidige definitie van primaire houtige biomassa. Zónder uitzonderingen of mazen in de wet. Uitgezonderde houtstromen die nu nog kunnen worden verbrand betreffen hout afkomstig van het brandveilig maken van bossen, van het bestrijden van ziekten en plagen, en van stormschade. Met behulp van deze uitzonderingen worden nu nog hele bossen kaalgekapt.

 

4. Het toepassen van het cascadeprincipe, dat ervoor zorgt dat hout eerst voor hoogwaardiger toepassingen (zoals constructie- en isolatiemateriaal voor de bouw) wordt gebruikt, door een gedelegeerde wet waardoor alle lidstaten dit principe strikt dienen toe te passen.

 

5. Het uitsluiten van natuurlijke bossen, oerbossen en wetlands van gebieden waar biomassa wordt gewonnen. Zo wordt voorkomen dat hout afkomstig uit deze gebieden die rijk zijn aan biodiversiteit en koolstof, wordt gebruikt (ook voor hoogwaardige toepassing zoals constructiemateriaal in de bouw).

 

Het Europees parlement zal vermoedelijk dit voorjaar een eindbesluit nemen.

 

Lees hier de Nederlandse vertaling van het standpunt van de ruim 30 Europese milieuorganisaties

 

.

Sept 2022. Sinds 2011 wil Europa het gebruik van de meest giftige pesticiden verminderen, maar de werkelijkheid is anders. Ieder jaar opnieuw blijken er nog meer van ons groenten en fruit besmet te zijn met nóg meer van de meest giftige pesticiden (zie grafiek). Het nieuwe PAN-rapport “Pesticide Paradise” Grafiek besmet herfstfruitlegt uit hoe dat komt en hoe het anders kan.

 

Probleem bij de inzet van pesticiden is dat er resistentie op kan treden, waardoor een middel niet meer goed werkt. Gevolg is dat je van een middel steeds meer moet gebruiken, of dat je steeds zwaardere middelen moet inzetten, om een plaag te bestrijden. Dit mechanisme staat bekend als de pesticiden-tredmolen en wordt ondersteund door de chemische industrie.

Deze cyclus kan worden doorbroken door de inzet van duurzame geïntegreerde gewasbescherming, onder meer door preventieve maatregelen en een combinatie van biologische bestrijding en mechanische en andere niet-chemische methoden. Dit is ook de inzet van het Europese beleid, dat er sinds 2011 op gericht is om de meest giftige categorie pesticiden uit te bannen door ze te vervangen door veiliger en duurzamer alternatieven.

 

Probleem bij het falende EU-beleid om de inzet van de meest giftige pesticiden te verminderen, is dat de chemische industrie heeft meegewerkt bij de uitwerking van dit beleid in richtlijnen en normen. De inzet van de industrie hierbij is, kort gezegd, dat de meest giftige pesticiden alleen vervangen kunnen worden door een veiliger alternatief, onder de voorwaarde dat er daarnaast  meerdere werkzame chemische middelen beschikbaar zijn. Cover Pesticide ParadiseZodat deze middelen ingezet kunnen worden bij een eventuele resistentie tegen dit veiliger alternatief. De inzet van duurzame geïntegreerde gewasbescherming (niet-chemische middelen en alleen spuiten als het niet anders kan) wordt hierbij niet overwogen. Door dit standpunt van de industrie te verwerken in de regelgeving, heeft de wet een averechts effect en is er in de praktijk geen vervanging van de meest giftige pesticiden. Sterker nog, jaarlijks worden tal van nieuwe producten waar deze meest giftige pesticiden in zijn verwerkt, probleemloos goedgekeurd en toegelaten op de markt.

 

Het rapport “Pesticide Paradise’ is naast een grondige analyse van dit probleem een pleidooi voor verdere actie, gericht op de vervanging van de meest giftige pesticiden en het stimuleren van de inzet van échte duurzame geïntegreerde gewasbescherming.

 

Lees hier het rapport (Engels)

 

Lees hier het persbericht (NL)

 

Lees hier de Nederlandse samenvatting

 

.

Logo Vlaamse PASJuni 2022. Ook in Vlaanderen is men druk bezig met de stikstofproblematiek en is een concept Vlaamse Programmatische Aanpak Stikstof (Vlaams PAS) opgesteld. Het programma vertoont veel dezelfde valkuilen als het Nederlandse PAS dat gesneuveld is en daar waar deze valkuilen er nog niet in zitten, willen wij onze zuiderburen graag voortijdig waarschuwen. Zeker ook omdat ook Nederlandse Natura 2000 gebieden belast worden met stikstof vanuit Vlaanderen.

 

Onze zorgen betreffen onder andere:

  • - Latente (onbenutte) ruimte in vergunningen -> opvullen hiervan zorgt voor méér emissies.
  • - Beoordelingstoets weglaten voor kleine deposities is niet in lijn met wetgeving en voor de natuur zijn vele kleintjes zeker relevant.
  • - Intern salderen met reductie die ook van technische maatregelen moet komen, is juridisch zeer kwetsbaar nu steeds meer duidelijk wordt hoe slecht de resultaten van vele maatregelen zijn.
  •  

Lees voor alle punten van aandacht onze zienswijzen

 

.

Er is in Europa een sterke toename van groenten en fruit in de winkel met restanten van de meest giftige bestrijdingsmiddelen. Dat blijkt uit een nieuwe studie van Pesticide Action Network Europe (PAN Europe). De analyse van bijna 100.000 monsters van populaire soorten verse groenten en fruit die in Europa worden geteeld, laat in 9 jaar tijd een stijging van 53% zien in het aantal monsters dat vervuild is met de meest gevaarlijke pesticiden. Ook is het aantal verschillende giftige bestrijdingsmiddelen per product gestegen. De studie van PAN Europe is in tegenspraak met de beweringen van de Europese Commissie dat Europese boeren minder bestrijdingsmiddelen gebruiken, die verband houden met kanker en andere ernstige ziekten.

 

Cover Forbidden FruitDe onderzoekers hebben zich gericht op de 55 gevaarlijkste actieve stoffen, die worden gebruikt om honderden verschillende bestrijdingsmiddelen (formuleringen) te maken. Deze 55 zijn door Europese autoriteiten geïdentificeerd als zeer giftig voor mens, dier en milieu. Zij dienen vervangen te worden door minder giftige alternatieven. Ze worden Kandidaten voor Vervanging (afgekort KvV) genoemd. De 55 KvV veroorzaken elk één of meer ernstige gevolgen voor de gezondheid, zoals kanker, misvormingen bij de geboorte of hartaandoeningen, en zijn zeer schadelijk voor de biodiversiteit. Overheden zijn verplicht om deze KvV uit te faseren (te vervangen door minder gevaarlijke alternatieven), te beginnen in 2011. Uit een rapport van de Europese Commissie in 2019 blijkt dat er geen enkele is uitgefaseerd. Boeren zijn in de loop van de tijd bestrijdingsmiddelen met hogere aantallen (combinaties) van giftige actieve ingrediënten gaan gebruiken om onkruid en plagen te bestrijden die resistent zijn geworden tegen eerdere formuleringen.

 

PAN Europe is een nieuwe campagne over KvV gestart. PAN Europe roept op tot een onmiddellijk verbod van de 12 meest giftige bestrijdingsmiddelen, waar de bevolking aan is blootgesteld. Daarnaast ook tot een herziening van alle andere bestrijdingsmiddelen die een van de 55 gevaarlijkste actieve ingrediënten bevatten.

 

Klik hier voor meer informatie op PAN-NL

 

Bekijk hier hele rapport Forbidden Fruit, mei 2022

 

.

Op 2 juni 2022 vond een rondetafelgesprek luchtkwaliteit plaats met de commissie Infrastructuur en Waterstaat. Vertegenwoordigers vanuit wetenschap (o.a. Prof. Brunekreef, UU), juridische praktijk (Valentijn Wösten), maatschappelijke organisaties (o.a. Machteld Derks Stichting Houtrookvrij) en oncologisch arts en initiatiefnemer Artsenforum Gezondheid, Natuur en Milieu (Dhr. Van Bebber) deelden hun kennis en visie over de luchtkwaliteit in Nederland met de aanwezige Kamerleden.

 

Logo Tweede KamerVan alle vertegenwoordigers was de input niet mals:

- Schone Lucht Akkoord te vrijblijvend;

- Aangescherpte WHO-normen fijn stof worden niet gehaald in 2030;

- Openbaar bestuur neemt geen regie, ondanks stapels wetenschappelijk bewijs;

- Burger is onvoldoende beschermd tegen ziekmakend milieu.

Ook werd gewezen op de kansen die er liggen doordat de grote crises van nu (klimaatcrisis, stikstofcrisis, luchtkwaliteit) juist gezamenlijke oplossingen hebben. Elektrificatie van verkeer leidt immers tot minder fijn stof, duurzame energieopwekking geeft minder luchtemissies (mits geen biomassa verstookt wordt), vermindering ammoniakuitstoot leidt ook tot minder secundair fijn stof. Professor Krol van de Wageningen Universiteit benadrukte dat dit win-win situaties zijn, maar dat voor de luchtkwaliteit zeker op korte termijn ook impopulaire maatregelen nodig zijn, zoals bijvoorbeeld het instellen van een verbod op houtstook. Ook Prof. Brunekreef noemde het stoppen van houtstook een noodzakelijk stap in verbeteren van de luchtkwaliteit.

 

Valentijn Wösten merkte terecht op dat de zeer beperkte aanwezigheid van Kamerleden bij dit gesprek (slechts 5 partijen vertegenwoordigd) symboliseert hoe laag milieu en gezondheid op de politieke agenda staat. Laten we hopen dat de heldere inbreng van de sprekers toch weer een duwtje in de goede richting heeft gegeven.

 

Klik hier om het rondetafelgesprek en de position papers te bekijken

 

.

Steeds meer politici en vertegenwoordigers van de vee-industrie profileren zich als stikstofontkenner of als lid van de twijfelbrigade – een begrip dat inmiddels als geuzennaam is geadopteerd door de Boer Burger Beweging. Boeren en aan de boerenstand gelieerde onderzoekers, die ingrijpen door de overheid proberen af te wenden, verspreiden een golf aan desinformatie. Deze desinformatie komt erop neer dat de stikstofcrisis niet veel meer is dan een hoax.

Cover Effecten van stikstofdepositie

Het meest recente rapport van ecoloog Roland Bobbink kan behulpzaam zijn om het debat met hoax-aanhangers aan te gaan. Het mooie aan dit rapport is dat het zich concentreert op waar het allemaal om te doen is: de staat van instandhouding van de Natura-2000 gebieden. De feiten zijn zeer bruikbaar als weerwoord op de aanhoudende propaganda van agro-trollen als zou de natuur er prima voorstaan.

 

In ‘’Effecten van stikstofdepositie nu en in 2030: een analyse‘’ presenteert Bobbink een zwarte lijst van dertien habitattypen, waarvoor een snelle reductie van stikstofdepositie zeer hard nodig is. Het is voor deze habitattypen nu of nooit. Het gaat dan bijvoorbeeld om oude eikenbossen, zandverstuivingen, heischrale graslanden, actieve hoogvenen en veenmosrietlanden. ‘’Bescherming van de meest gevoelige natuur via adequate en snelle reductie van de atmosferische stikstofdepositie is cruciaal om de sluipende verslechtering – of zelfs het verdwijnen van habitats – te stoppen en om de degradatie in de toekomst nog te kunnen terugdraaien via herstelbeheer’’, aldus Bobbink.

 

Niet alleen de stikstofdepositie moet drastisch naar beneden, er zijn ook meer herstelmaatregelen nodig. In minimaal de helft van de dertig stikstofgevoelige habitat(sub)typen zijn de voorgenomen herstelmaatregelen onvoldoende, gelet op de matig ongunstige tot ongunstige staat van instandhouding. Ze zullen niet helpen om verslechtering of dreigende verslechtering afdoende tegen te gaan.

Bobbink, R. (2021). Effecten van stikstofdepositie nu en in 2030: een analyse. Onderzoekcentrum B-WARE, Nijmegen. Rapportnummer RP-20.135.21.35. Opdrachtgever: Greenpeace Nederland.

 

Klik hier om het hele rapport te bekijken

 

.

De Milieucommissie van het Europees Parlement (Commissie ENVI) heeft op 16 mei 2022 gestemd vóór het verminderen van biomassasubsidies door verbranding van bomen en andere bosbiomassa. Ook het meetellen van biomassaverbranding voor Europese en nationale doelstellingen voor hernieuwbare energie wil de Milieucommissie beperken. Logo Europese ParliamentEr blijven echter vrijstellingen voor bossen die zijn aangetast door branden, plagen en ziekten. Daardoor blijft er een aanzienlijke potentiële maas   in de komende vernieuwing van de Richtlijn Hernieuwbare energie (RED II) voor het gebruik van primaire houtige biomassa. Verbranding van zogenoemde secundaire houtige biomassa (zoals houtafval van zagerijen en sloophout) mag wel meetellen voor de EU-doelstellingen voor hernieuwbare energie en komt in aanmerking voor subsidies. Daarbij dient secundaire biomassa eerst hoogwaardig te worden toegepast, alvorens het mag worden verbrand (cascaderingsprincipe). Een hoogwaardige toepassing is bijvoorbeeld het gebruik van resthout voor houtvezelplaat. Daarbij blijft koolstof voor langere tijd vastgelegd.

 

Leefmilieu vindt dit een positieve stap in de richting van herstel van bossen voor klimaat en natuur, en verwelkomt de uitkomst voorzichtig als belangrijke stap op weg naar een Europees klimaatbeleid zonder biomassaverbranding, maar waarschuwt voor mazen in de Richtlijn. De milieucommissie onderkent de problemen met biomassaverbranding, in lijn met het besluit van de Nederlandse regering van 22 april 2022 om biomassasubsidies voor lage temperatuurverwarming (warmtenetten en kastuinbouw) per direct te schrappen.

 

Op 13 juli 2022 komt de Commissie Industrie, Onderzoek en Energie (Commissie ITRE) van het Europees Parlement met een besluit over dit voorstel. Medio september stemt het Europees parlement over de herziening van de RED. Daarbij worden de adviezen van de Commissie ENVI en ITRE meegenomen.  

Na de stemming in het Europees Parlement volgen de onderhandelingen tussen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad van klimaatministers van de lidstaten over de voorstellen. In december 2022 zal naar verwachting de algehele besluitvorming over de RED zijn afgerond.

 

.

11 mei 2022. De bestuursrechter van de rechtbank Overijssel verklaart 29 beroepen in de zogenaamde ‘stikstofzaken’ van Leefmilieu en Coöperatie Mobilisation for the Environment (MOB) tegen de provincie Overijssel gegrond. Dat betekent dat de provincie nu opnieuw moet kijken naar deze stikstofbesluiten.

 

LLogo de Rechtspraakeefmilieu heeft samen met MOB meerdere zaken aangespannen over afgegeven natuurvergunningen, het beweiden en bemesten zonder natuurvergunningen en het niet optreden tegen PAS-melders. Volgens de provincie hebben veehouders geen natuurvergunning nodig voor het beweiden en bemesten, omdat kan worden uitgesloten dat deze activiteiten significant negatieve effecten hebben op nabijgelegen Natura-2000 gebieden. De provincie heeft de handhavingsverzoeken daarom afgewezen. Leefmilieu en MOB zijn het hier niet mee eens, omdat beweiden en bemesten nagenoeg dezelfde ammoniakemissie geeft als de stal. Daarom is beroep aangetekend tegen de besluiten. De rechtbank oordeelt nu dat de provincie onvoldoende heeft onderzocht of het beweiden en bemesten significant negatieve effecten kan hebben op nabijgelegen Natura-2000 gebieden en daarom moet de provincie dit onderzoek alsnog doen.

 

Leefmilieu en MOB zijn er niet op uit dat de koeien niet meer in de wei mogen staan, maar dat de totale stikstofbelasting van een bedrijf meegenomen wordt in de natuurvergunning. Dit is ook in lijn met de uitspraak van Raad van State in 2019 dat ook voor het beweiden en bemesten  een natuurvergunning nodig is. De handhavingsverzoeken worden gedaan om druk te zetten op de overheid om het stikstofprobleem nu eens daadwerkelijk aan te gaan pakken, zodat de natuur beter beschermd wordt en boeren duidelijkheid krijgen over hun toekomst.

 

Bekijk hier het overzicht van uitspraken op www.rechtspraak.nl

 

.

April 2022. Leefmilieu staat achter het besluit van het kabinet om per direct te stoppen met nieuwe subsidies voor de verbranding van houtige biomassa voor de productie van lagetemperatuurwarmte (100°C). Het gaat hier om de productie van warmte  voor warmtenetten voor woningen en voor het verwarmen van kassen. Alternatieven zoals geothermie en aquathermie gaat de regering extra stimuleren.

 

Nieuwe subsidies voor hogetemperatuurwarmte zoals stoom worden niet stopgezet. Reeds afgegeven subsidies voor biomassacentrales en voor de bijstook van houtpellets in kolencentrales worden ook niet stopgezet. Zo worden tot 2027 jaarlijks 3.6 miljoen ton houtpellets in kolencentrales verbrand. Houtpellets worden gewonnen door systematische kaalkap van bossen in de Baltische staten en de VS. Voor de genoemde hoeveelheid is een jaarlijkse kaalkap van een bos ter grootte van tweemaal de oppervlakte van Amsterdam nodig. In totaal wordt hier € 3.5 miljard subsidie aan uitgegeven.

 

Leefmilieu is van mening dat deze subsidies óók dienen te worden stopgezet. Biomassaverbranding versnelt de klimaat- en biodiversiteitscrisis en verslechtert de luchtkwaliteit. Voor nog niet gebouwde biomassacentrales en bijstook in kolencentrales kan financiële compensatie voor respectievelijk de gemaakte voorbereidingskosten en ombouwkosten worden gegeven. De vrijkomende subsidies dienen te worden besteed aan écht hernieuwbare energie.  

 

Lees hier het  nieuwsbericht van het kabinet

 

Lees hier de Kamerbrief over beleidsinzet biogrondstoffen

 

Kaalkap, luchtfoto (Adami).
   Luchtfoto kaalkap (foto: Adami)

 

.

Logo BECCApril 2022. De rechtbank in Den Bosch oordeelt dat de bio-energiecentrale Cuijk (BECC) wel degelijk een natuurvergunning dient te hebben om in werking te zijn. Leefmilieu en MOB krijgen hiermee gelijk in het beroep dat ze aantekenden tegen het besluit van de provincie Brabant om niet handhavend te optreden. De provincie krijgt van de rechter de opdracht om binnen 12 weken een nieuw besluit te nemen.
Of de centrale alsnog een natuurvergunningen dient aan te vragen is nog onzeker: de nieuwe rekenmethode voor stikstofdepositie kapt af op 25 km en de natuurgebieden rondom de BECC liggen buiten deze grens. Deze nieuwe rekenmethode ligt echter onder vuur en er komen nog rechterlijke uitspraken hierover.
Wij gaan er vanuit dat de centrale uiteindelijk een natuurvergunning zal moeten aanvragen en het is maar de vraag of hiervoor stikstofruimte te vinden is.

 

Lees hier de uitspraak van de rechtbank

 

.

Leefmilieu vraagt samen met Longfonds Regio Nijmegen, Projectgroep Lentse Luchten en Stichting HoutrookVrij (afdeling Nijmegen) aan de nieuwe Nijmeegse gemeenteraad om vergaande maatregelen te nemen tegen de luchtvervuiling ten gevolge van houtstook door particulieren. De gemeenteraad is eind maart geïnstalleerd en een nieuw college wordt nu geformeerd.

De organisaties pleiten ervoor om de gezondheid van omwonenden beleidsmatig te laten voorgaan op de vrijheid van de houtstoker. Houtstook moet daarom door het college ontmoedigd en uiteindelijk verboden worden. De voorgestelde maatregelen in een nieuw Nijmeegs collegeakkoord dienen bij te dragen aan een afname van de uitstoot door particuliere houtstook en de veroorzaakte schade aan de volksgezondheid.

 

Voor 2026 dienen alle houtkachels te zijn uitgefaseerd. Tot 2026 moeten de volgende maatregelen worden genomen:

1. Vaste stookdagen/tijden instellen, zodat omwonenden daarbuiten voldoende kunnen ventileren.

2. Stookverbod invoeren bij ongunstige weersomstandigheden volgens de criteria van de Stookwijzer (rood en oranje).

 

In de nieuwe Omgevingswet wordt houtstook door particulieren aangemerkt als milieubelastende activiteit. De gemeente dient de Omgevingswet te gebruiken om deze maatregelen te realiseren.

 

Daarnaast dient voorlichting in de wijken te worden gegeven, gericht op alle doelgroepen en over alle gezondheidsschade. Daarbij moet houtstoken binnen en buiten sterk worden ontraden.

 

Ook dient de gemeente groepen burgers te ondersteunen om de gevolgen van houtstook, scheepvaart, verkeer en industrie te meten en deze burgers te betrekken om mee te denken over maatregelen hiertegen.

 

Lees hier de hele brief

 

.

Stijging CO2 in de atmosfeerApril 2022.De afgelopen maanden blijkt uit verschillende rechterlijke uitspraken dat rechters het stikstofbeleid van de overheden meer dan zat zijn. De uitspraken betreffen ‘extern salderen’, ‘technische maatregelen’ en ‘handhaving PAS-melders’. Steeds meer uitspraken getuigen hiervan en zorgen ervoor dat de druk voor de landelijke en provinciale overheden opgevoerd wordt om eindelijk échte keuzes in het stikstofdossier te maken.

 

Op 8 april gaf Johan Vollenbroek, van Mobilisation for the Environment en bestuurslid van Leefmilieu, een presentatie waarin hij uitleg gaf over de stand van zaken in het stikstofdossier en hoe we als milieuorganisaties de druk hoog houden om ervoor te zorgen dat de politiek de juiste keuzes gaat maken.

Hij ging in op de noodzakelijke maatregelen voor de landbouw, de integratie met maatregelen tegen klimaatverandering, vermindering van stikstofuitstoot van verkeer (deels sluiten van vliegvelden) en de overstap naar opwekking van duurzame energie (stoppen met houtstook). Als externe kosten worden meeberekend dan levert dit geld op. In samenhang met klimaat, biodiversiteit en gezonde voeding zorgt het voor een win-win situatie. Hiervoor zijn een kabinet met visie en politici met lef nodig. Aldus Johan Vollenbroek

 

Bekijk hier sheets van de presentatie

 

Update 10 juni 2022: stikstofplannen kabinet

Eindelijk, 3 jaar na de Raad van State uitspraak, ligt er een plan waarin niet om de harde waarheid heen gedraaid wordt. De regering vertoont daadwerkelijk enig lef. Het veroorzaakt dan ook de nodige reuring: partijen zijn bang bij de Provinciale Staten verkiezingen afgerekend te worden en boeren staan weer op hun achterste tractorwielen.

 

Wij zijn voorzichtig positief, maar plaatsen toch ook de nodige kanttekeningen:

  • - De aanpak van andere vervuilers dan de landbouw ontbreekt (luchtvaart, industrie). Dit is onterecht en zorgt voor meer polarisatie.
  • - Provincies zijn uitvoerders. Juist in de provinciebesturen zijn er relaties met boerenorganisaties en dat geeft een groot spanningsveld.
  • - Er is nog een jaar de tijd voor de plannen, in die tijd dus nog geen reducties en dus nog meer schade aan de natuur.
  •  

Eerst nog zien of deze plannen stand houden. Onze oproep aan politici: houdt de rug recht en zwicht niet wéér voor trekkerprotesten en angst voor de eigen achterban.

 

.

Februari 2022. Vereniging Leefmilieu heeft samen met Stichting Houtrookvrij,Logo: Houtrook vergiftigd milieu het Luchtfonds en Clean Air Nederland minister van Volksgezondheid Kuiper en staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat gevraagd om maatregelen te nemen  voor een snelle afname van de uitstoot van luchtverontreiniging door particuliere houtstook en de veroorzaakte schade aan de volksgezondheid.

 

De organisaties vragen om de volgende maatregelen:

- een landelijke voorlichtingscampagne gericht op alle doelgroepen en over alle gezondheidsschade, waarin houtstoken binnen en buiten sterk ontraden wordt;

- het uitfaseren van alle houtkachels vóór 2026.

Tot 2026 wordt gevraagd om:

- vaste stookdagen/tijden in te stellen, zodat omwonenden daarbuiten voldoende kunnen ventileren (vanwege o.a. corona en binnenluchtvervuiling). Bijvoorbeeld houtstoken alleen toestaan op donderdag en zaterdag van 19.30 tot 22.00 uur;

- een stookverbod in te voeren bij ongunstige weersomstandigheden volgens de criteria van de Stookwijzer (rood en oranje) en deze te koppelen aanKleine deeltjes dringen diep door in de longen Stookalert met dezelfde criteria.

De vier organisaties stellen aan de bewindslieden voor om de gezondheid van omwonenden beleidsmatig te laten voorgaan op de vrijheid van de houtstoker.

 

De bijlage bij de brief laat zien dat de schadelijkheid van particuliere houtstook erg wordt onderschat. Zo blijken eco- en pelletkachels veel meer ultrafijnstof uit te stoten en neemt de uitstoot van Zeer Schadelijke Stoffen zoals PAK's bij dit type kachels niet af. Daarbij zijn er aanwijzingen dat deze PAK's zich binden aan deeltjes van het ultrafijne stof en zo via de bloedbaan in de rest van het lichaam terecht kunnen komen.

 

Lees hier onze brief

 

Lees hier de bijlage: Schadelijkheid particuliere houtstook en optimaal gestookte eco- en pelletkachels onderschat

 

.

 

logo De RechtspraakDe afgelopen maanden blijkt uit verschillende rechterlijke uitspraken dat rechters het stikstofbeleid van de overheden meer dan zat zijn. De uitspraken betreffen ‘extern salderen’, ‘technische maatregelen’ en ‘handhaving PAS-melders’

 

Extern salderen

Bij extern salderen kan een bedrijf groeien door onbenutte stikstofemissie te gebruiken van een ander bedrijf. Van deze ‘latente ruimte’ mag 70% ingezet worden. De realiteit is dat deze werkwijze leidt tot meer emissie van stikstof en dus een toename van de stikstofdepositie op de natuur. Dat komt doordat oude vergunningen van bedrijven (of bedrijfsonderdelen) die al lang niet meer in werking zijn, worden afgestoft en verhandeld. Of een bedrijf heeft in het verleden een veel ruimere vergunning gekregen dan nodig en kan nu deze extra vergunde ruimte verhandelen. Gedachte hierachter is dat enkel naar de vergunde emissies hoeft te worden gekeken en de ogen gesloten kunnen worden voor de werkelijke emissies.

Rechters hebben nu in verschillende zaken natuurvergunningen vernietigd die op deze manier tot stand zijn gekomen. Hiermee staat deze vorm van vals rekenen eindelijk ter discussie.

 

Technische maatregelen

Een andere manier om een vergunning te krijgen is ‘intern salderen’, waarbij veelal technische maatregelen ingezet worden om de huidige emissie omlaag te krijgen en deze verlaging vervolgens in te zetten voor een uitbreiding. Veelal wordt een uitbreiding van het aantal dieren gecompenseerd met het toepassen van emissiearme stalvloeren. Echter blijken deze vloeren helemaal niet goed te werken, zo blijkt al jaren uit vele onderzoeken.

Ook hier zetten rechters nu voorlopig een streep door. Er is immers onvoldoende garantie dat toename van emissie voorkomen wordt door de technische maatregelen en dat maakt uitbreiding in aantallen dieren onvergunbaar. De uitspraken van de rechter leggen de provinciebesturen echter naast zich neer. Dit roept grote zorgen op over onze rechtsstaat. 

 

naambordje Raad van State

Handhaving PAS-melders

PAS-melders zijn bedrijven die onder het PAS geen natuurvergunning nodig hadden omdat de stikstofemissie onder een bepaalde grens bleef (1 mol/ha/jaar). Met de uitspraak van de Raad van State in mei 2019 is deze werkwijze als onrechtmatig bestempeld: ook lagere emissie dan 1 mol zijn relevant en daarvoor dienen bedrijven een natuurvergunning aan te vragen. De 3500 bedrijven waren vanaf dat moment dus ‘illegaal’, maar het kabinet beloofde legalisatie voor deze bedrijven. Hiervoor is wel stikstofruimte nodig….die moet ergens vandaag komen en daar is na 2,5 jaar nog steeds geen oplossing voor. De overheid draalt en draalt. Ondertussen weigeren de provincies om te handhaven op deze nu, zonder vergunningen opererende, bedrijven. Steeds wijzen de provincies op toekomstige legalisatie én het economisch belang.

PAS-meldingen en handhaingDe rechtbanken Oost-Brabant, Midden-Nederland en Overijssel hebben de afgelopen maanden deze besluiten tot weigeren van handhaving vernietigd. De uitspraken zijn helder: legalisatie is niet in zicht nu de landelijke overheid hier slechts loze beloftes doet en het is niet aangetoond dat handhaving onevenredig is.

 

Bovenstaande drie punten, die door MOB en Leefmilieu veelvuldig voor de rechter gebracht zijn (en worden), geven duidelijk weer dat de overheden nog steeds bezig zijn de bedrijvigheid te beschermen in plaats van de natuur. Gelukkig voeren de rechters de druk nu op om de overheid te dwingen de keuzes te gaan maken die nodig zijn voor de bescherming van natuur, bodem, water en lucht. Dit is bovendien niet enkel een belang voor planten en dieren, maar ook een mensenbelang.

 

.

Februari 2022. De Nederlandse regering verzet zich binnen Europa tegen registratie van het jaarlijks gebruik van bestrijdingsmiddelen. Registratie is zeer noodzakelijk omdat anders de doelstellingen uit de ‘Green Deal’ van EurocommRecht om te wetenissaris Frans Timmermans (waaronder 50% reductie van bestrijdingsmiddelen in 2030) niet zijn te controleren. Ook de effectiviteit van de noodzakelijke maatregelen voor de reductie van bestrijdingsmiddelen is zonder monitoring niet na te gaan. De Europese Commissie heeft voorgesteld dat alle lidstaten het gebruik van bestrijdingsmiddelen door landbouwers jaarlijks gaan registreren.

Achter de schermen blijkt echter dat een aantal landen binnen de Europese Raad, waaronder Nederland, zich hiertegen verzet. Nederland is tegen omdat dit teveel ‘administratieve lasten’ met zich mee zou brengen. Nederland betwijfelt ook of ze alle gebruiksgegevens wel op tafel krijgt. Registratie vindt nu op vrijwillige basis plaats.

Het Nederlandse verzet blijkt uit een document dat Pesticiden Action Network Nederland (PAN NL) met de WOB boven tafel heeft gekregen. Het is van belang dat de Tweede Kamer het standpunt van de regering verandert. De afname van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de Nederlandse landbouw dient transparant te zijn.

In een gezamenlijke brief met meer dan 70 andere Europese NGO's roept Leefmilieu de Europese Commissie op de gegevens op de meest efficiënte manier te verzamelen en ervoor te zorgen dat de relevante gegevens proactief worden gepubliceerd. Ook roept de brief op tot meer transparantie over de invloed van de Europese Raad op het proces van besluitvorming.

 

Lees hier de brief van de 79 organisaties

Lees meer over de Nederlandse tegenwerking bij PAN NL

 

.

Februari 2022 Leefmilieu heeft beroep ingesteld tegen de vergunning Wet natuurbescherming van de nieuwe biomassacentrale van de stadsverwarming Purmerend. Beroepsgrond is onder meer dat de ontwerpvergunning niet is gepubliceerd. Het Verdrag van Aarhus en de Europese Habitatrichtlijn stellen dat het noodzakelijk is om de ontwerpvergunning te publiceren.Stadsverwarming Purmerend

Hierdoor is het voor Leefmilieu niet mogelijk geweest om in te kunnen spreken en heeft Leefmilieu ook niet voldoende van het gehele dossier kennis kunnen nemen om tot een uitgebreid beroepschrift te kunnen komen. Dit klemt des te meer nu biomassaverbranding een belangrijk punt van kritiek binnen het Nederlandse klimaatprogramma is.

Houtstook is ongewenst omdat de CO2-uitstoot per opgewekte eenheid energie hoger is dan die van steenkool, terwijl in 2030 de CO2-uitstoot met 50% dient te zijn gedaald ten opzichte van 1990. In 2020 bedroeg de reductie ca. 25%. In de komende 9 jaar dient nog een reductie van 25% te worden gehaald. Daarnaast leidt de houtwinning door kaalkap tot vernietiging van ecosystemen en verdere achteruitgang van biodiversiteit. Ook resthout dient niet verbrand te worden, maar voor biodiversiteit en mineralenkringloop achter te blijven in het bos.

 

De berekening van de stikstofdepositie bij de natuurvergunning is onjuist. Er wordt uit gegaan van een te hoog referentieniveau van 84 ton NOx jaarlijkse uitstoot voor  de bestaande biomassacentrale. Tevens is de jaarlijkse ammoniak uitstoot van 3.5 ton/ jaar uit de lucht gegrepen. Op papier neemt daarmee de nieuwe stikstofdepositie af, maar in werkelijkheid nemen deposities van stikstof (NOx en ammoniak) juist toe. Daarnaast dient ook de depositie van zuren als zwaveldioxide, zoutzuur en waterstoffluoride op reeds met stikstof overbelaste stikstof gevoelige Natura 2000-gebieden in de omgeving te worden meegenomen.

 

.

Het Europees parlement besluit dit jaar over de revisie van de Richtlijn hernieuwbare energie (Renewable Energy Directive, RED). Belangrijk discussiepunt daarbij is verbranding van houtige biomassa voor de opwekking van warmte en elektriciteit. Bij houtverbranding is de CO2-uitstoot per opgewekte eenheid energie hoger dan die van steenkool. Logo_Renewable Energy Directive - REDDe grootschalige winning van hout voor biomassaverbranding vindt plaats door systematische kaalkap van bossen (zie bijvoorbeeld het bosbouwmodel van Zweden). Bij aanplant van nieuwe bomen duurt het ca. 50 tot 100 jaar voordat de CO2 die bij verbranding vrijkomt, weer is vastgelegd (als er überhaupt aanplant plaatsvindt). Resthout dient in het bos te blijven liggen voor de biodiversiteit en nutriëntenvoorziening. Door de verhoogde vraag naar hout voor verbranding neemt de kap van bossen toe, blijkt uit monitoring.

In Nederland bestaat duurzame energie voor ruim 50% uit bio-energie (biogas, vloeibare bio transportbrandstoffen, houtige biomassa). Daarvan betreft ruim de helft de verbranding van houtige biomassa (waarvan een kwart houtstook door particulieren).

Leefmilieu vindt het van belang dat biomassaverbranding van de nieuwe Richtlijn wordt uitgesloten. Ook dient bij het Europese energiehandelssysteem voor CO2 (ETS) bij biomassaverbranding over de uitgestoten CO2 een heffing te worden betaald. Nu is biomassaverbranding uitgezonderd.

Juist echte duurzame energie (zoals zon en wind) dient gestimuleerd te worden. Bosrijke landen zoals Zweden en Finland willen de huidige Richtlijn niet aanscherpen. Zij vinden ook dat de wetgeving over bossen nationaal en niet Europees moet zijn. Zij willen hun soevereiniteit niet opgeven. Op 16 mei stemt de commissie Milieu van het Europese parlement en op 13 juli de commissie Industrie over amendementen. Dit najaar neemt het Europees parlement een besluit.

Leefmilieu heeft samen met Comité Schone Lucht en MOB minister Jetten van Economische Zaken en Klimaat verzocht in de Europese ministerraad er op aan te dringen om stimuleringsmaatregelen voor de verbranding van houtige biomassa ten behoeve van ‘duurzame’ energieproductie stop te zetten.

 

Lees hier onze brief aan Minister Jetten

 

.

Op 19 november 2021 gaf Maarten Visschers een presentatie over de strijd tegen bestrijdingsmiddelen in Nederland. Naast bestuurslid van Leefmilieu is Maarten ook bestuurslid van PAN NL (Pesticide Action Network -PAN- Nederland, dat als doel heeft het gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen uit te bannen.Logo PAN-NL

 

Na een korte introductie van PAN NL ging Maarten onder meer  in op het bestrijdingsmiddelengebruik in Nederland, dat het hoogst is van alle Europese landen. De verkoop van bestrijdingsmiddelen in Nederland is de laatste 10 jaar niet gedaald en het aantal toegelaten bestrijdingsmiddelen is in die tijd flink gestegen. Het Nederlandse overheidsbeleid blijkt daarmee volstrekt onvoldoende om de Europese doelstelling van 50% reductie van bestrijdingsmiddelen in 2030 te halen. Om dit doel wel te bereiken zou Nederland bijvoorbeeld heffingen op het gebruik van bestrijdingsmiddelen moeten instellen.

 

In maart 2021 lanceerde PAN NL voor de landelijke verkiezingen een kieswijzer, waarin de  verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen werden vergeleken op ambities en maatregelen ten aanzien van de reductie van het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Zo konden kiezers een gefundeerde keuze tussen partijen maken  ten aanzien van dit onderwerp.

 

PAAfbeelding aardbeienN NL heeft dit seizoen diverse producten doorgemeten op bestrijdingsmiddelen. Onder meer aardbeien van de vijf grootste supermarkten. In aardbeien van Lidl en Albert Heijn werd hierbij het hoogste aantal verschillende soorten bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Het ging met name om middelen tegen insecten, schimmels, teken en mijten. In aardbeien van het keurmerk Planet Proof (het vroegere Milieukeur) werden evenveel bestrijdingsmiddelen aangetroffen als in aardbeien zonder dit keurmerk. De doorgemeten aardbeien zijn ongeschikt voor gebruik in verpakte baby- en peutervoeding, omdat de gemeten concentraties de Europese norm voor bestrijdingsmiddelen in deze voeding vele malen overschrijden.

 

Bekijk hier de sheets van de presentatie

 

Lees meer informatie over PAN NL op de website https://www.pan-netherlands.org/ .    

 

 

Oktober 2021. Bewonersorganisatie ‘Meten=Weten’  uit Westerveld (Drenthe)  heeft naar alle  provincies handhavingsverzoeken gestuurd om een 14-tal bestrijdingsmiddelen die in natuurgebieden worden aangetroffen, niet langer toe te staan zonder een zogeheten passend beoordeling.

 

Bij op bloemMeten=Weten concludeert op basis van onderzoeken dat de grote afname van insecten in Nederland mede wordt veroorzaakt door het gebruik van bestrijdingsmiddelen in Nederland en de aanwezigheid van deze bestrijdingsmiddelen in de Natura 2000-gebieden. Het voorzorgsbeginsel in het Europees recht dwingt de overheid er dan toe om in te grijpen.

 

Het gaat om 14 vluchtige stoffen die bij onderzoek zijn aangetroffen in Natura 2000-gebieden. Volgens Meten=Weten is het bevoegd gezag nu verplicht om passende maatregelen te nemen om verslechteringen en verstoringen die significante effecten hebben op een Natura 2000-gebied, te voorkomen. Meten=Weten baseert zich daarbij op artikel 6, tweede lid van de Habitatrichtlijn.

 

Omdat deze bestrijdingsmiddelen zich buiten het perceel van toepassing verspreiden door emissie, kunnen deze bij depositie op Natura 2000-gebieden ook significante gevolgen hebben. Dit betekent dat voor elke teelt waarbij gebruik wordt gemaakt van deze bestrijdingsmiddelen een individuele passende beoordeling moet worden gemaakt en inspraakmogelijkheden moeten worden geboden (artikel 6 lid 3 Habitatrichtlijn). Een passende beoordeling is een beoordeling die moet worden opgesteld indien negatieve significante effecten niet uitgesloten kunnen worden. Indien negatieve effecten worden aangetoond is de activiteit niet mogelijk.

 

Omdat het niet praktisch is om bij iedere (verandering van) teelt een passende beoordeling te maken, vraagt Meten=Weten de provincies het gebruik van deze middelen niet meer toe te staan.

 

.

Dura vermeerEind juni 2021 is er aan de schoorsteen van de asfaltcentrale APN aan de Energieweg te Nijmegen een uitstoot van PAK’s (polycyclische koolwaterstoffen) gemeten van 17 keer boven de norm (0,05 mg/m3). Dit was de eerste controle van de uitststoot van APN in afgelopen tien jaar. Dit gebrek aan controle is illustrerend voor  de achteruitgang van de handhaving in Nederland in de afgelopen jaren. De Commissie van Aartsen concludeerde in haar advies op 4 maart 2021 dat Omgevingsdiensten bij vergunningverlening, toezicht en handhaving onvoldoende zijn opgewassen tegen het weerwoord van bedrijven.

Deze zware normoverschrijding bij asfaltcentrale APN is voor Leefmilieu aanleiding geweest om bij alle 40 bedrijven van het bedrijventerrein Nijmegen-West waarbij een norm voor de uitstoot voor de zogenoemde ” zeer zorgwekkende stoffen” (ZZS) is opgelegd, het handhavingsdossier via een WOB-verzoek op te vragen.

 

Lees hier het Advies Commissie van Aartsen

 

.