Pesticiden zijn chemicaliën waarvan het de bedoeling is dat ze giftig zijn. Ze worden gebruikt om onkruid, schimmels, insecten of dieren zoals muizen te bestrijden. In veel gevallen kan hun giftige eigenschap echter onze gezondheid en het milieu schaden.
Vervolgonderzoek bestrijdingsmiddelen en omwonenden (OBO-2)
Het vervolgonderzoek bestrijdingsmiddelen en omwonenden (OBO-2) is gestart. OBO-2 volgt op een eerder onderzoek Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden-1 dat tussen 2015 en 2019 plaats vond.
Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), Nivel en IRAS onderzoeken of je ziek kunt worden of kan zijn geworden door blootstelling aan bestrijdingsmiddelen in je omgeving. Gekeken wordt naar de effecten op de gezondheid van omwonenden van landbouwpercelen en van agrariërs.
Het doel van OBO-2 is bijdragen aan de verbetering van het toelatingsbeleid van bestrijdingsmiddelen. Dat moet ertoe leiden dat effecten op de gezondheid verdwijnen of tenminste verminderen. Een ander doel is vragen te beantwoorden die leven bij omwonenden, agrariërs en andere betrokkenen. Want veel van hen maken zich zorgen over het gebruik van bestrijdingsmiddelen in hun buurt of bedrijf.
Bij het onderzoek wordt specifiek gekeken naar de volgende ziektebeelden: Ziekte van Parkinson, leukemie bij kinderen, lymfomen bij volwassenen, COPD, astma en acute en chronische klachten die zijn gemeld bij huisartsen. Ook zijn de cognitieve effecten bij kinderen, zoals effecten op de concentratie, oriëntatie, het maken en uitvoeren van plannen, taal, ruimtelijke taken en het geheugen, onderwerp van het onderzoek.
Leefmilieu maakt, net als bij het eerdere onderzoek, deel uit van de maatschappelijke klankbordgroep (KBG). De KBG adviseert het consortium over de uitvoering van het onderzoek en zorgt ervoor dat het onderzoek aansluit bij vragen die leven in de maatschappij. Ook adviseert de KBG bij het begrijpelijk en goed weergeven van de resultaten, de conclusies en de aanbevelingen.
Vanwege de omvang van het onderzoek is het opgesplitst in deelonderzoeken, u kunt hierover meer lezen op de website https://www.bestrijdingsmiddelen-omwonenden.nl/ . De looptijd van het onderzoek is 2023-2031.
Europees hof: Nederlands toelatingsbeleid pesticiden deugt niet
Op 25 april deed het Europese Hof van Justitie uitspraak in een zaak die in 2020 was aangespannen door PAN Europe. Het betreft de procedure voor toelating van nieuwe bestrijdingsmiddelen op de Nederlandse markt door het Nederlandse Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden).
Het Hof stelt dat het Nederlandse toelatingsbeleid voor pesticiden niet deugt. Het Ctgb gebruikt bij haar besluitvorming tientallen jaren oude richtlijnen en negeert belangrijke schadelijke effecten en hanteert niet de meest moderne wetenschappelijke inzichten. Dit is in strijd met de Europese verordening op dit gebied. Verder stelt het Hof dat de bescherming van de gezondheid van mens en dier en van het milieu voorrang heeft op de verbetering van de teelt van planten.
Deze uitspraak geldt niet alleen voor Nederland, maar voor alle lidstaten van de Europese Unie. Het Hof van Justitie stelt hiermee dat elk nieuw middel volledig onderzocht moet worden op mogelijke schadelijke effecten voor mens, dier en milieu en dat daarbij de meest actuele wetenschappelijke kennis gebruikt moet worden. Hoewel bestaande toelatingen niet meteen ongeldig worden, zullen pesticiden bij herkeuringen beter moeten worden onderzocht op schadelijke effecten.
Het is de verwachting dat de bestuursrechter deze uitspraak zal volgen, wat gunstig is voor burgers die zich verzetten tegen het spuiten met pesticiden in hun woonomgeving. Het argument: “het middel is goedgekeurd door het Ctgb dus het is veilig” gaat niet meer op, nu het Europese Hof heeft vastgesteld dat het toelatingsbeleid niet voldoet aan de Europese eisen.
Lees hier de 2 arresten van het Europese Hof: ECLI-EU- C-2024-350 en ECLI-EU-C-2024-356
Klik hier voor het persbericht van PAN-NL.
Presentatie: ‘Bestrijdingsmiddelen in agrarisch gebied en Natura2000’
Op 12 april 2024 hield Jelmer Buijs een presentatie ‘Bestrijdingsmiddelen in agrarisch gebied en Natura2000’.
Jelmer Buijs, eigenaar van Buijs Agro-Services, doet al vele jaren onderzoek naar bestrijdingsmiddelen in ons milieu en probeert hiermee aandacht te krijgen voor de grote problemen van bestrijdingsmiddelen voor de natuur en voor onze gezondheid.
Tijdens de presentatie ging hij in op zijn onderzoek waarbij in de periode van juni 2022 tot mei 2023 op zeven locaties in Drenthe en op de Veluwe metingen werden gedaan van meer dan 700 bestrijdingsmiddelen. Vier van de meetlocaties waren gelegen in Natura-2000 gebieden en drie in gebieden zonder Natura-2000 status, nabij landbouwpercelen. De aanwezige bestrijdingsmiddelen zijn gedurende een heel jaar gemeten m.b.v. luchtfilters en door metingen van monsters van eikenblad en gras.
Bekijk hier de presentatie van Jelmer Buijs.
170 verschillende bestrijdingsmiddelen aangetroffen in mens, dier en milieu
Maart 2023. Dit blijkt uit een publicatie van de Wageningen University & Research in het kader van het SPRINT-project. SPRINT is een Europees project dat onderzoek doet naar de effecten van gewasbeschermingsmiddelen op het milieu en de menselijke gezondheid. De tussentijdse resultaten laten zien dat bijna overal in de omgeving, maar ook in mensen en dieren, resten van bestrijdingsmiddelen terug te vinden zijn.
In de afgelopen twee jaar zijn in 10 verschillende Europese landen en in Argentinië monsters genomen van de bodem, oppervlaktewater, sediment, huisstof en lucht. Ook is er bij meer dan 700 mensen bloed afgenomen en is de ontlasting en urine onderzocht. In Nederland zijn hierbij monsters genomen bij 48 mensen en hun omgeving: 24 inwoners van Groningen en 24 Groningse en Friese boeren met voornamelijk aardappelteelt. Het onderzoek in Nederland is uitgevoerd door de Wageningen Universiteit en het Radboudumc.
In bijna alle Nederlandse monsters zijn meerdere residuen van bestrijdingsmiddelen gevonden, ook in bloed, urine en ontlasting van mensen. Huisstof springt eruit met meer dan 144 residuen, waarbij er vaak meer dan 100 middelen tegelijkertijd voorkwamen. In totaal werden er in de Nederlandse monsters 170 verschillende bestrijdingsmiddelen aangetroffen, waarbij het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat het meest en in de grootste hoeveelheden voorkwam. Wat de gevolgen hiervan zijn op de onze gezondheid en voor het milieu wordt de komende twee jaar onderzocht, samen met toxicologische instituten door heel Europa.
Lees de publicatie de website van Wageningen University & Research
Bekijk hier de informatie op de website van SPRINT
Pesticide Paradise: waarom meest giftige pesticiden niet worden vervangen
Sept 2022. Sinds 2011 wil Europa het gebruik van de meest giftige pesticiden verminderen, maar de werkelijkheid is anders. Ieder jaar opnieuw blijken er nog meer van ons groenten en fruit besmet te zijn met nóg meer van de meest giftige pesticiden (zie grafiek). Het nieuwe PAN-rapport “Pesticide Paradise” legt uit hoe dat komt en hoe het anders kan.
Probleem bij de inzet van pesticiden is dat er resistentie op kan treden, waardoor een middel niet meer goed werkt. Gevolg is dat je van een middel steeds meer moet gebruiken, of dat je steeds zwaardere middelen moet inzetten, om een plaag te bestrijden. Dit mechanisme staat bekend als de pesticiden-tredmolen en wordt ondersteund door de chemische industrie.
Deze cyclus kan worden doorbroken door de inzet van duurzame geïntegreerde gewasbescherming, onder meer door preventieve maatregelen en een combinatie van biologische bestrijding en mechanische en andere niet-chemische methoden. Dit is ook de inzet van het Europese beleid, dat er sinds 2011 op gericht is om de meest giftige categorie pesticiden uit te bannen door ze te vervangen door veiliger en duurzamer alternatieven.
Probleem bij het falende EU-beleid om de inzet van de meest giftige pesticiden te verminderen, is dat de chemische industrie heeft meegewerkt bij de uitwerking van dit beleid in richtlijnen en normen. De inzet van de industrie hierbij is, kort gezegd, dat de meest giftige pesticiden alleen vervangen kunnen worden door een veiliger alternatief, onder de voorwaarde dat er daarnaast meerdere werkzame chemische middelen beschikbaar zijn. Zodat deze middelen ingezet kunnen worden bij een eventuele resistentie tegen dit veiliger alternatief. De inzet van duurzame geïntegreerde gewasbescherming (niet-chemische middelen en alleen spuiten als het niet anders kan) wordt hierbij niet overwogen. Door dit standpunt van de industrie te verwerken in de regelgeving, heeft de wet een averechts effect en is er in de praktijk geen vervanging van de meest giftige pesticiden. Sterker nog, jaarlijks worden tal van nieuwe producten waar deze meest giftige pesticiden in zijn verwerkt, probleemloos goedgekeurd en toegelaten op de markt.
Het rapport “Pesticide Paradise’ is naast een grondige analyse van dit probleem een pleidooi voor verdere actie, gericht op de vervanging van de meest giftige pesticiden en het stimuleren van de inzet van échte duurzame geïntegreerde gewasbescherming.
Lees hier het rapport (Engels)
Lees hier het persbericht (NL)
Lees hier de Nederlandse samenvatting
Steeds meer groenten en fruit besmet met meest giftige bestrijdingsmiddelen
Er is in Europa een sterke toename van groenten en fruit in de winkel met restanten van de meest giftige bestrijdingsmiddelen. Dat blijkt uit een nieuwe studie van Pesticide Action Network Europe (PAN Europe). De analyse van bijna 100.000 monsters van populaire soorten verse groenten en fruit die in Europa worden geteeld, laat in 9 jaar tijd een stijging van 53% zien in het aantal monsters dat vervuild is met de meest gevaarlijke pesticiden. Ook is het aantal verschillende giftige bestrijdingsmiddelen per product gestegen. De studie van PAN Europe is in tegenspraak met de beweringen van de Europese Commissie dat Europese boeren minder bestrijdingsmiddelen gebruiken, die verband houden met kanker en andere ernstige ziekten.
De onderzoekers hebben zich gericht op de 55 gevaarlijkste actieve stoffen, die worden gebruikt om honderden verschillende bestrijdingsmiddelen (formuleringen) te maken. Deze 55 zijn door Europese autoriteiten geïdentificeerd als zeer giftig voor mens, dier en milieu. Zij dienen vervangen te worden door minder giftige alternatieven. Ze worden Kandidaten voor Vervanging (afgekort KvV) genoemd. De 55 KvV veroorzaken elk één of meer ernstige gevolgen voor de gezondheid, zoals kanker, misvormingen bij de geboorte of hartaandoeningen, en zijn zeer schadelijk voor de biodiversiteit. Overheden zijn verplicht om deze KvV uit te faseren (te vervangen door minder gevaarlijke alternatieven), te beginnen in 2011. Uit een rapport van de Europese Commissie in 2019 blijkt dat er geen enkele is uitgefaseerd. Boeren zijn in de loop van de tijd bestrijdingsmiddelen met hogere aantallen (combinaties) van giftige actieve ingrediënten gaan gebruiken om onkruid en plagen te bestrijden die resistent zijn geworden tegen eerdere formuleringen.
PAN Europe is een nieuwe campagne over KvV gestart. PAN Europe roept op tot een onmiddellijk verbod van de 12 meest giftige bestrijdingsmiddelen, waar de bevolking aan is blootgesteld. Daarnaast ook tot een herziening van alle andere bestrijdingsmiddelen die een van de 55 gevaarlijkste actieve ingrediënten bevatten.
Klik hier voor meer informatie op PAN-NL
Bekijk hier hele rapport Forbidden Fruit, mei 2022
Nederland weigert bestrijdingsmiddelen te registreren
Februari 2022. De Nederlandse regering verzet zich binnen Europa tegen registratie van het jaarlijks gebruik van bestrijdingsmiddelen. Registratie is zeer noodzakelijk omdat anders de doelstellingen uit de ‘Green Deal’ van Eurocommissaris Frans Timmermans (waaronder 50% reductie van bestrijdingsmiddelen in 2030) niet zijn te controleren. Ook de effectiviteit van de noodzakelijke maatregelen voor de reductie van bestrijdingsmiddelen is zonder monitoring niet na te gaan. De Europese Commissie heeft voorgesteld dat alle lidstaten het gebruik van bestrijdingsmiddelen door landbouwers jaarlijks gaan registreren.
Achter de schermen blijkt echter dat een aantal landen binnen de Europese Raad, waaronder Nederland, zich hiertegen verzet. Nederland is tegen omdat dit teveel ‘administratieve lasten’ met zich mee zou brengen. Nederland betwijfelt ook of ze alle gebruiksgegevens wel op tafel krijgt. Registratie vindt nu op vrijwillige basis plaats.
Het Nederlandse verzet blijkt uit een document dat Pesticiden Action Network Nederland (PAN NL) met de WOB boven tafel heeft gekregen. Het is van belang dat de Tweede Kamer het standpunt van de regering verandert. De afname van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de Nederlandse landbouw dient transparant te zijn.
In een gezamenlijke brief met meer dan 70 andere Europese NGO's roept Leefmilieu de Europese Commissie op de gegevens op de meest efficiënte manier te verzamelen en ervoor te zorgen dat de relevante gegevens proactief worden gepubliceerd. Ook roept de brief op tot meer transparantie over de invloed van de Europese Raad op het proces van besluitvorming.
Lees hier de brief van de 79 organisaties
Lees meer over de Nederlandse tegenwerking bij PAN NL
Presentatie: De strijd tegen bestrijdingsmiddelen
Op 19 november 2021 gaf Maarten Visschers een presentatie over de strijd tegen bestrijdingsmiddelen in Nederland. Naast bestuurslid van Leefmilieu is Maarten ook bestuurslid van PAN NL (Pesticide Action Network -PAN- Nederland, dat als doel heeft het gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen uit te bannen.
Na een korte introductie van PAN NL ging Maarten onder meer in op het bestrijdingsmiddelengebruik in Nederland, dat het hoogst is van alle Europese landen. De verkoop van bestrijdingsmiddelen in Nederland is de laatste 10 jaar niet gedaald en het aantal toegelaten bestrijdingsmiddelen is in die tijd flink gestegen. Het Nederlandse overheidsbeleid blijkt daarmee volstrekt onvoldoende om de Europese doelstelling van 50% reductie van bestrijdingsmiddelen in 2030 te halen. Om dit doel wel te bereiken zou Nederland bijvoorbeeld heffingen op het gebruik van bestrijdingsmiddelen moeten instellen.
In maart 2021 lanceerde PAN NL voor de landelijke verkiezingen een kieswijzer, waarin de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen werden vergeleken op ambities en maatregelen ten aanzien van de reductie van het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Zo konden kiezers een gefundeerde keuze tussen partijen maken ten aanzien van dit onderwerp.
PAN NL heeft dit seizoen diverse producten doorgemeten op bestrijdingsmiddelen. Onder meer aardbeien van de vijf grootste supermarkten. In aardbeien van Lidl en Albert Heijn werd hierbij het hoogste aantal verschillende soorten bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Het ging met name om middelen tegen insecten, schimmels, teken en mijten. In aardbeien van het keurmerk Planet Proof (het vroegere Milieukeur) werden evenveel bestrijdingsmiddelen aangetroffen als in aardbeien zonder dit keurmerk. De doorgemeten aardbeien zijn ongeschikt voor gebruik in verpakte baby- en peutervoeding, omdat de gemeten concentraties de Europese norm voor bestrijdingsmiddelen in deze voeding vele malen overschrijden.
Bekijk hier de sheets van de presentatie
Lees meer informatie over PAN NL op de website https://www.pan-netherlands.org/ .
Meten=Weten vraagt provincies 14 bestrijdingsmiddelen te verbieden
Oktober 2021. Bewonersorganisatie ‘Meten=Weten’ uit Westerveld (Drenthe) heeft naar alle provincies handhavingsverzoeken gestuurd om een 14-tal bestrijdingsmiddelen die in natuurgebieden worden aangetroffen, niet langer toe te staan zonder een zogeheten passend beoordeling.
Meten=Weten concludeert op basis van onderzoeken dat de grote afname van insecten in Nederland mede wordt veroorzaakt door het gebruik van bestrijdingsmiddelen in Nederland en de aanwezigheid van deze bestrijdingsmiddelen in de Natura 2000-gebieden. Het voorzorgsbeginsel in het Europees recht dwingt de overheid er dan toe om in te grijpen.
Het gaat om 14 vluchtige stoffen die bij onderzoek zijn aangetroffen in Natura 2000-gebieden. Volgens Meten=Weten is het bevoegd gezag nu verplicht om passende maatregelen te nemen om verslechteringen en verstoringen die significante effecten hebben op een Natura 2000-gebied, te voorkomen. Meten=Weten baseert zich daarbij op artikel 6, tweede lid van de Habitatrichtlijn.
Omdat deze bestrijdingsmiddelen zich buiten het perceel van toepassing verspreiden door emissie, kunnen deze bij depositie op Natura 2000-gebieden ook significante gevolgen hebben. Dit betekent dat voor elke teelt waarbij gebruik wordt gemaakt van deze bestrijdingsmiddelen een individuele passende beoordeling moet worden gemaakt en inspraakmogelijkheden moeten worden geboden (artikel 6 lid 3 Habitatrichtlijn). Een passende beoordeling is een beoordeling die moet worden opgesteld indien negatieve significante effecten niet uitgesloten kunnen worden. Indien negatieve effecten worden aangetoond is de activiteit niet mogelijk.
Omdat het niet praktisch is om bij iedere (verandering van) teelt een passende beoordeling te maken, vraagt Meten=Weten de provincies het gebruik van deze middelen niet meer toe te staan.
Vraag in tuincentrum om gifvrije tuinplanten
Mei 2021. IVN Rijk van Nijmegen, Operatie Steenbreek Nijmegen en FLORON roepen burgers op om bij tuincentra nadrukkelijke te vragen om gifvrij geteelde tuinplanten, bloembollen, bloemen en zaad.
Bij het kweken van tuinplanten, bloembollen en zaden worden veel pesticiden gebruikt. Veel planten die u in de winkel of het tuincentrum koopt, bevatten dan ook (resten van) pesticiden. Dus deze planten en bloemen kunnen het bodemleven in uw tuin en de insecten die die planten en bloemen bezoeken juist vergiftigen, in plaats van deze te stimuleren.
Sinds een aantal jaar probeert de Tuinbranche Nederland, samen met Centrum voor Landbouw en Milieu en Stichting Natuur & Milieu het gebruik van pesticiden op tuinplanten terug te dringen. Om te meten of dit lukt meet Natuur & Milieu jaarlijks de hoeveelheid pesticiden op planten in tuincentra. In vergelijking met 2014 is er inmiddels een positieve ontwikkeling naar minder gif, maar er is nog een weg te gaan naar een gifvrij aanbod.
De echte druk om die ontwikkeling te versnellen kan van de consument komen. In dit kader past de actie van IVN Rijk van Nijmegen, Operatie Steenbreek Nijmegen en FLORON om burgers op te roepen om bij tuincentra nadrukkelijk te vragen om gifvrij geteelde tuinplanten, bloembollen, bloemen en zaad. Als de vraag naar gifplanten afneemt zijn telers wel gedwongen om te zoeken naar (nog meer) alternatieven voor pesticiden.
Lees hier de ambitie van de Tuinbranche Nederland
Bekijk de resultaten van de meting 2020 door Natuur & Milieu
Lees ook de volgende onderzoeken van Greenpeace naar gifplanten in tuincentra (2014):
- Gifplanten in het tuincentrum
- Bloemen die bijen doden: verboden en giftige middelen in de Nederlandse sierteelt
Programma Toekomstvisie gewasbescherming 2030 zwaar onvoldoende
Het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030 bevat een aantal belangrijke tekortkomingen. Het programma is in november 2020 door de Tweede Kamer aangenomen. Concrete reductiedoelstellingen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen ontbreken geheel. Genetisch gemanipuleerde gewassen nemen een belangrijke plaats in en moeten voor weerbare rassen zorgen. In 2019 concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de ‘Tussenevaluatie’ dat 5 van de 6 doelen in het bestrijdingsmiddelenbeleid niet gehaald worden. De sector is er onvoldoende in geslaagd om het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen terug te dringen. In het programma wordt met dit PBL-rapport geen link gelegd. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen ligt in Nederland al jaren op een hoog onverantwoord niveau van rond de 10 miljoen kilo actieve stof, maar reductiedoelstellingen ontbreken in het programma. De Europese Green Deal heeft een doel van 50% reductie van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in 2030.
Het Uitvoeringsprogramma legt geen link met deze Europese doelstelling. Ook de doelstelling van 25% biologische landbouw in 2030 in de Green Deal is geen onderdeel van het programma. Het areaal biologische landbouw in Nederland bedraagt nu slechts 4%. Bij de ontwikkeling van dit programma door de twaalf betrokken partijen is vreemd genoeg de biologisch sector niet vertegenwoordigd. De minister wil overduidelijk de weg inslaan die gericht is op weerbare teeltsystemen, op innovatie en genetische manipulatie, die voor zogenaamde oplossingen moeten zorgen. Leefmilieu vindt dit een zorgelijke weg en zal op dit onderwerp actief blijven en pleitten voor vergaande reductie en verbeterde toelatingsprocedures.
Bekijk hier het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030
Bekijk hier de ‘Tussenevaluatie’ van het PBL
Bestrijdingsmiddelen via de lucht wijdverspreid
Oktober 2020. Duits onderzoek toont aan dat bestrijdingsmiddelen via de lucht wijdverspreid worden. Voor de Duitse studie “Pestizid-Belastung der Luft” werd in 2019 van maart tot november op 163 locaties de hoeveelheid pesticiden in lucht onderzocht. Deze locaties waren verdeeld over heel Duitsland en lagen binnen een straal van minder dan 100 tot meer dan 1000 meter van potentiële bronnen. In steden en op het platteland, in gangbare en in biologische landbouwgebieden en ook in beschermde natuurgebieden. Op alle 163 locaties werd glyfosaat gevonden, zowel in natuurgebieden als in gebieden met grootschalige biologische landbouw. De meeste bestrijdingsmiddelen werden in Noord-Duitsland gevonden. In de luchtmonsters werden 138 verschillende bestrijdingsmiddelen gevonden. De onkruidbestrijdingsmiddelen glyfosaat, pendimethalin, prosulfocarb, terbutylazin en metolachloor werden het meest gevonden. De onderzoekers roepen op tot een onmiddellijk verbod van deze vijf pesticiden, een einde aan het gebruik van bestrijdingsmiddelen tegen 2035 en compensatie voor biologische boeren. De biologische boeren vinden dat zij, zolang bestrijdingsmiddelen grootschalig worden gebruikt, bij vervuiling van hun producten moeten worden gecompenseerd via een compensatiefonds. Dit fonds moet worden gevoed door tien procent van de jaarlijkse Duitse afzet van de bestrijdingsmiddelenproducenten.
Kijk voor informatie op https://www.ackergifte-nein-danke.de
24 januari: Samen in actie tegen bestrijdingsmiddelen
'Samen in actie tegen bestrijdingsmiddelen' heette de bijeenkomst die Leefmilieu op 24 januari 2020 organiseerde, samen met de milieuorganisaties PAN-Europe (Pesticides Action Network) en WECF (Women Engage for a Common Future). Doel was om gezamenlijk met alle actieve organisaties een sterke beweging op te bouwen om reductie van het gebruik van bestrijdingsmiddelen te realiseren. Uitwisseling van huidige activiteiten en onderwerpen voor toekomstige samenwerking vond plaats. Ruim 40 deelnemers zorgden voor een actieve inbreng. Gastspreker was Caspar Janssen, bekend van het boek ‘Casper loopt’. Hij vertelde over zijn rondwandeling door Nederland. Over de platgespoten lelievelden in Drenthe en de biologische bollenteelt in Noord-Holland. Die biologische bollenteelt vond hij een verademing vanwege alle bloemen en insecten die hij daar tegenkwam.
Na de gastspreker kwamen milieuorganisaties als Bollenboos en Meten=Weten aan het woord. Zij vertelden over hun acties en gaven aan welke maatregelen er volgens hen moeten worden genomen. Ook acties door het meten van residuen van bestrijdingsmiddelen in groente, fruit en bloemen kregen de aandacht. Alsmede acties die in het buitenland plaatsvinden. De inleidingen vormden het startpunt om gezamenlijk met alle deelnemers ideeën en adviezen op te halen. Deze vormen de basis voor een gezamenlijk actieplan dat nu met de deelnemers is geschreven. Gezamenlijk optrekken is hard nodig omdat het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw weer begint te stijgen.
Inmiddels is de stichting PAN-Nederland (inclusief bestuur) opgericht. Doel van de stichting is toepassing en de verspreiding van schadelijke bestrijdingsmiddelen en andere schadelijke producten uit de chemische industrie te verminderen en te elimineren. De Stichting wil maatschappelijke organisaties, burgers en politiek verder bewust maken van de effecten van schadelijke bestrijdingsmiddelen en informeren over alternatieven. Dit vindt plaats door samenwerking, onderzoek, verspreiding van informatie en lobbyen op Europese, nationale, regionale, lokale of mondiale platfora. Een website is in de maak. We houden u op de hoogte.
Bekijk voor meer informatie de presentaties van de bijeenkomst:
- Acties voor spuitvrije zones en gebieden.
- Acties over de grens. Internationale onderzoeksresultaten naar bestrijdingsmiddelen in het milieu.
- Acties meten residuen bestrijdingsmiddelen in voeding.
Krachtvoer insecten giftig door pesticiden
Augustus 2019. Spaanse en Nederlandse onderzoekers hebben ontdekt dat nuttige insecten meer last hebben van pesticiden dan eerst gedacht. Veelgebruikte pesticiden komen namelijk niet alleen terecht in nectar en stuifmeel, waardoor veel nuttige insecten overlijden, maar ook in honingdauw.
Honingdauw is voor veel insecten een belangrijke voedingsbron, die het hele jaar beschikbaar is en waar veel nuttige insecten zoals bijen, sluipwespen en zweefvliegen van afhankelijk zijn. Honingdauw wordt geproduceerd door insecten zoals bladluizen. Zijn planten met insecticiden behandeld, dan kunnen die pesticiden ook in de honingdauw terecht komen. Die honingdauw wordt daardoor giftig voor de insecten die ervan eten.
Het gaat hierbij om de zogenoemde systemische pesticiden. Dat zijn breed werkende pesticiden die door de hele plant worden opgenomen, waardoor de hele plant giftig wordt voor insecten. Bekende voorbeelden van deze insecticiden zijn de neonicotinoïden. Er is al aangetoond dat veel nuttige insecten zoals bijen vergiftigd worden als zij de nectar en het stuifmeel van deze planten eten. Nu blijkt dus ook dat deze insecten door het eten van de honingdauw op deze planten vergiftigd kunnen worden. Omdat honingdauw het hele jaar beschikbaar is, dus ook buiten het bloeiseizoen, is de verwachting dat het ongewenste effect van pesticiden wel eens groter kan zijn dan gedacht.
Deze ontwikkeling toont opnieuw aan dat we moeten stoppen met het gebruik van dit type bestrijdingsmiddelen. Ook moet blootstelling van insecten aan pesticiden via honingdauw meegenomen worden in de risicobeoordeling bij de toelating van pesticiden.
Lees meer op de website van de Wageningen Universiteit
Lees hier het Engelstalige onderzoek op de website van PNAS
Openheid nodig over bestrijdingsmiddelen in krachtvoer
Op 12 april 2019 werd op het provinciehuis in Arnhem het onderzoek gepresenteerd naar bestrijdingsmiddelen bij veeteeltbedrijven. Van in totaal 24 veeteeltbedrijven in Gelderland waren monsters genomen van krachtvoer, mest en bodem. In de monsters werden 134 verschillende insecticiden, fungiciden, herbiciden en biociden gevonden. Deze stoffen waren voor een deel bewust toegediend aan het vee zoals bijvoorbeeld een middel tegen wormen. Voor een ander deel kwamen ze ongemerkt en ongewild mee met het stro en het krachtvoer. De grondstoffen van het krachtvoer, zoals tarwe en mais komen meestal uit het buitenland. Op die manier komen ook de, in die landen gebruikte, bestrijdingsmiddelen in het krachtvoer terecht.
In het onderzoek bleek dat ook bij de biologische bedrijven bestrijdingsmiddelen werden aangetroffen in de monsters, al ging het daarbij wel om aanzienlijk lagere aantallen.
Veel van de aangetroffen bestrijdingsmiddelen zijn giftig voor insecten. Voor veel insecten is koeienpoep een belangrijke voedingsbron. Als er teveel gif in de poep zit dan zullen de insecten daarop niet kunnen leven en hebben de weidevogels op hun beurt weer te weinig eten. Verder blijven veel van de bestrijdingsmiddelen en hun afbraakproducten lang in het milieu en vervuilen zo bodem en water.
Dit onderzoek is gedaan door enkele kleine organisaties en geeft aanleiding tot veel vragen en de roep om vervolgonderzoek. Op enkele punten zijn verbeteringen eenvoudig: de leveranciers van krachtvoer kunnen bijvoorbeeld al direct openbaar maken hoeveel bestrijdingsmiddelen er in hun voer zit. Nu verschuilen ze zich achter de toegestane limieten en geven die getallen niet.
Lees hier meer over het belang van poep in de natuur.
Omwonenden laten zelf het water en de bodem onderzoeken
December 2018. In Drenthe worden op 700 hectare lelies geteeld. In de gemeente Westerveld nam de lelieteelt alleen in het afgelopen jaar al met dertig procent toe. Bij lelieteelt wordt zeer intensief gespoten. Omdat er geen onderzoek gedaan wordt naar de pesticiden die achterblijven in de bodem en het oppervlaktewater, lieten de omwonenden dat onderzoek zelf doen. Met crowdfunding haalden ze het benodigde geld bij elkaar. Dertien monsters van de bodem en het oppervlaktewater werden onderzocht en 57 verschillende bestrijdingsmiddelen werden gevonden. De omwonenden eisen nu dat de overheid maatregelen neemt.
Lees meer over dit onderzoek op https://www.metenweten.com
Risicobeoordeling pesticiden schiet te kort
November 2018. Samen met meer dan 100 burgerorganisaties, pleit Leefmilieu voor een hervorming van de toelatingsprocedure voor pesticiden.
Onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek toont aan dat veel van de huidige bestrijdingsmiddelen ernstige risico's vormen voor de gezondheid van mens en milieu. Toch worden deze middelen door de Europese en Nederlandse overheid als "veilig" beoordeeld. De fabrikanten mogen zelf de veiligheid van deze producten bepalen. Dit doen ze achter gesloten deuren, waarbij ze zelf de testmethoden mogen ontwerpen. Het gevolg is dat er veel schadelijke pesticiden in gebruik zijn, die aantoonbaar niet veilig zijn.
Het burgerplatform "Citizens for science in Pesticide Regulation" heeft nu een Manifest opgesteld, waarin ze de Europese overheid oproepen om bij de toelating van pesticiden de gezondheid van mens en milieu voorop te stellen:
- Gebruik pesticiden alleen als laatste redmiddel, wanneer alle andere niet-chemische alternatieven zijn toegepast en niet werken.
- Onafhankelijkheid van tests. De veiligheidstests mogen meer niet door de pesticidenindustrie zelf worden uitgevoerd. Alle onderzoeksresultaten moeten bij de beoordeling meegenomen worden en niet meer alleen die door de industrie zijn geselecteerd.
- Alle uitslagen en gegevens van veiligheidstests moeten voor iedereen toegankelijk op internet gepubliceerd worden. Dit maakt het voor wetenschappers en andere organisaties mogelijk om het toelatingsproces en de effecten van het gebruik kritisch te volgen.
Recent rapport laat zien: teveel pesticiden en biociden in het water
Op veel plaatsen in Nederland (zie figuur) wordt de waterkwaliteit gemeten. Recent werd door het Planbureau voor de Leefomgeving de uitkomsten van deze metingen over 2014 gepubliceerd. Daaruit bleek dat op meer dan 60% van deze meetlocaties de normen voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden overschreden. Gewasbeschermingsmiddelen zijn een mooi woord voor pesticiden, stoffen die het gewas beschermen door de insecten en andere bedreigingen te doden. Bij biociden gaat het om vrijwel dezelfde werkzame stoffen maar met andere toepassingen. Bij de overschrijdingen gaat het om een klein deel van de gebruikte stoffen: op veel locaties wordt de norm door minder dan 5% van het totaal aantal stoffen overschreden. Verbetering van de waterkwaliteit is daarom mogelijk door vooral de meest vervuilende stoffen aan te pakken. Vooral in gebieden met glastuinbouw, bloemkwekerijen, bollenteelt en vollegronds groenteteelt worden de normen overschreden (zie figuur).
In het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is de afzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw fors afgenomen. Dit komt vooral doordat minder grondontsmettingsmiddelen zijn gebruikt. De daling van de totale afzet heeft zich de laatste vijftien jaar niet voortgezet. Mede door het grote areaal aardappelen en sierteelt heeft Nederland het hoogste gebruik van gewasbeschermingsmiddelen per hectare in Europa.
Bekijk hier om het rapport "Gewasbeschermingsmiddelen en biociden in oppervlaktewater, 2014".
Over de relatie landbouw en milieu in het algemeen geeft het Planbureau voor de Leefomgeving veel informatie.
Klik hier om deze informatie te bekijken.
Lessen over onbekende risico’s
Iedere twee jaar levert Leefmilieu een bijdrage aan de bijscholing van toxicologen binnen een cursus over de risicocommunicatie. Op 14 juni 2016 was het een internationaal gezelschap. Leefmilieu brengt in deze cursus het perspectief in van een NGO (Non Gouvernementele Organisatie), in andere stukken van het programma komen de perspectieven van overheden, wetenschappers en dergelijke aan de orde. De case die de voorzitter van Leefmilieu, Marga Jacobs, aan de orde stelde ging om de omwonenden van de lelievelden. Lelies worden in het groeiseizoen meerdere keren per week bespoten met pesticiden, in totaal zo’n 100 kg per hectare en soms meer. Het is natuurlijk de bedoeling dat de chemicaliën alleen terecht komen op de gewassen, maar door de wind en de verdamping komen ze ook terecht bij de omwonenden. Die zien de (soms gele) stof op hun ramen, ruiken hem in huis en ze maken zich zorgen. De mensen die de stoffen op de velden aanbrengen moeten zich beschermen door aangepaste kleding, afzuiging in de cabine van de trekker enz. Het gaat immers om gevaarlijke stoffen, maar voor de omwonenden is er niets geregeld. Die vragen zich dan ook af:
- Kan ik mijn kinderen wel in de tuin laten spelen als er gespoten wordt?
- Ik ruik de pesticiden lang nadat het spuiten gestopt is, wanneer is het veilig om buiten te gaan eten?
- Moet ik mijn ramen sluiten als ze spuiten? Hoe lang?
- Ik ben zwanger moet ik voorzorgsmaatregelen nemen?
- Ik verbouw groenten in mijn tuin, is het veilig om ze te eten?
Er is veel onderzoek gedaan naar de risico’s van de pesticiden voor de mensen die ermee werken, maar een groep omwonenden, van de stichting Bollenboos, stelde vast dat er vrijwel niets bekend is over de risico’s voor de omwonenden. Zij drongen aan op onderzoek en uiteindelijk kreeg, geholpen door de publiciteit, de Gezondheidsraad de opdracht het probleem in kaart te brengen. Toen bleek dat er inderdaad te weinig bekend is, heeft RIVM opdracht gekregen om onderzoek te doen.
Sommige toxicologen in de cursus konden in eerste instantie maar moeilijk geloven dat er vrijwel niets bekend is over de risico’s voor de omwonenden, zij dachten dat er wel nagedacht was over de risico’s voor de omwonenden. De les dat experts toch nog iets kunnen leren van omwonenden als het gaat om ontbrekende kennis, werd op deze middag dus helder gedemonstreerd.
Bekijk hier de (Engelse) presentatie van 14 juni 2016
Klik hier voor het Adviesrapport van de Gezondheidsraad
Ga hier naar de website van de Stichting Bollenboos
Fasering onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden bekend
Maart 2016. Na een periode van voorbereiding is het Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden daadwerkelijk van start gegaan. Dit onderzoek is bedoeld om inzicht te krijgen in de blootstelling aan pesticiden van omwonenden van agrarische percelen. Actiegroepen zoals Bollenboos hebben hier al jaren geleden om gevraagd.
In eerste instantie richt het onderzoek zich op omwonenden van de bollenteelt. In een latere fase wordt de blootstelling van omwonenden van de fruitteelt onderzocht. Het praktijkdeel van dit onderzoek meet de hoeveel pesticiden in de lucht, in het huisstof en in de urine van omwonenden van bollenvelden. Behalve bij omwonenden worden de metingen ook uitgevoerd bij de bollentelers en hun gezinnen. Daarnaast worden vragenlijsten gebruikt om zicht te krijgen in de relatie tussen ziektecijfers van omwonenden en de afstand tot agrarische percelen.
Wil je meer weten over dit onderzoek, klik dan hier voor de website bij het RIVM
Glyfosaat moet verboden worden
29 oktober 2015. Het onkruidbestrijdingsmiddel Roundup bevat veel glyfosaat. Het onderzoeksinstituut van de Wereld Gezondheidsorganisatie (IARC) beoordeelt glyfosaat als “waarschijnlijk kankerverwekkend”. Veel organisaties, waaronder Leefmilieu, roepen daarom de Eurocommissaris Andriukaitis op om glyfosaat voorlopig te verbieden, tot er meer duidelijkheid is.
Lees hier de brief over glyfosaat
Opstart onderzoek blootstelling bestrijdingsmiddelen
Woon je naast een bollenveld, dan wordt er soms wel 2 keer per dag gif gespoten. Als omwonende ga je je dan zorgen maken, want dat gif waait soms ook over je huis en tuin. In 2014 adviseerde De Gezondheidsraad daarom een onderzoek uit te voeren naar blootstelling van omwonenden aan bestrijdingsmiddelen. Dit onderzoek wordt nu opgestart en gaat meerdere jaren duren. Gestart wordt met een onderzoek naar de blootstelling van omwonenden van bloembollen velden. Daarna volgt aanvullende onderzoek naar blootstelling van omwonenden van fruitboomgaarden. In 2018 moet het onderzoek afgerond zijn.
Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken en wordt gecoördineerd door het RIVM. Leefmilieu neemt deel aan de begeleidende klankbordgroep voor dit onderzoek, waarin verder ook omwonenden, de agrarische sector, de gewasbeschermingsmiddelenindustrie, de GGD en andere milieuorganisaties deelnemen. De klankbordgroep adviseert over de kwaliteit van de onderzoeksvoorstellen en de aanbevelingen.
Bekijk hier het Reglement van de klankbordgroep.
Lees hier de Voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer.
Bekijk hier het Adviesrapport van de Gezondheidsraad
Hoe meer insecticide hoe minder vogels
9 juli 2014. Naarmate in een gebied meer van het insecticide imidacloprid gebruikt wordt, neemt de vogelstand sneller af. Dit blijkt uit een onderzoek van de Radboud Universiteit en Sovon Vogelonderzoek Nederland, dat op 9 juli 2014 in het tijdschrift Nature is gepubliceerd. Het onderzoek betrof algemeen voorkomende insecteneters, zoals de spreeuw en de boerenzwaluw. Overal waar de hoeveelheid imidacloprid in het oppervlaktewater boven de 20 nanogram per liter komt, nemen deze vogels in aantal af en naarmate de hoeveelheid hoger is, is de afname groter. Hiermee is voor het eerst een verband aangetoond tussen het gebruik van imidacloprid en de achteruitgang van de vogelstand. Het bestrijdingsmiddel wordt al langer in verband gebracht met de afname van het aantal bijen en andere insecten en ongewervelde dieren.
Imidacloprid is voor insecten wel 5000 maal giftiger dan DDT en werkt in op het centraal zenuwstelsel van insecten, waardoor ze gedesoriënteerd en verlamd raken. Ook remt het middel het immuunsysteem, waardoor het risico op infectieziekten wordt vergroot, zowel bij de insecten zelf als bij de insecteneters, zoals de vogels.
Bekijk hier het bericht op de site van de SOVON
Bekijk hier de samenvatting van het artikel in Nature (engels)
Imidacloprid maakt ook planten in de natuur giftig voor insecten
9 juli 2014. Imidacloprid is wereldwijd het meest gebruikte insecticide in de landbouw, maar is inmiddels onder meer in Frankrijk verboden. Het wordt gebruikt om zaden en bollen mee te behandelen en voor het spuiten van gewassen in de open lucht en kassen.
Het middel wordt door de plant opgenomen en verspreidt zich dan door de bladeren, de bloemen en de vruchten. Zo is de plant van binnen uit beschermd tegen aantasting door schadelijke insecten. Gevolg is dat alle insecten die van de plant eten zelf besmet raken met imidacloprid. Maar ook de bijen en vlinders die stuifmeel en nectar verzamelen raken besmet, want ook daarin zit het bestrijdingsmiddel.
Omdat imidacloprid goed oplosbaar is in water en niet snel wordt afgebroken, spoelt het ook uit in het grondwater en in het oppervlaktewater. Daar wordt het ook door andere ‘wilde’ planten opgenomen. Onbedoeld raken hierdoor ook de dieren die deze wilde planten bestuiven of er van eten met dit middel besmet. Extra zorgelijk hierbij is dat uit metingen van de waterschappen blijkt dat de wettelijk toegestane norm voor de hoeveelheid imidacloprid in het oppervlaktewater op grote schaal wordt overschreden, tot wel 10.000 keer meer dan de norm toestaat.
Bron kaartje: Artikel van Radboud en Sovon in Nature
Grondontsmettingsmiddel metam-natrium per direct geschorst
28 mei 2014. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) schorst per direct de toelating van het bestrijdingsmiddel metam-natrium. Er zijn namelijk sterke aanwijzingen dat het gebruik van metam-natrium een risico vormt voor omwonende kinderen.
Metam-natrium wordt gebruikt voor de ontsmetting van de grond bij de teelt van onder meer aardappelen, bloembollen en lelies. Het bestrijdt aaltjes (een soort wormpjes), bodemschimmels en onkruiden. Metam-natrium ontbindt in de bodem tot een vluchtig en giftig gas (methylisothiocyanaat), waaraan ook omwonenden, kinderen en agrariërsblootgesteld kunnen worden.
Aanleiding van het onderzoek van de Ctgb zijn aanhoudende klachten van omwonenden, die onder meer last hebben van ademhalingsproblemen, prikkelende ogen en huiduitslag. Begin dit jaar stelde LTO Nederland voor om een bufferzone van 7,5 meter in te stellen bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen op basis van metam-natrium. De huidige inschatting van het Ctgb is echter dat dat zelfs met een bufferzone van 100-150 meter de veilige grens voor kinderen zou kunnen worden overschreden.
Het gebruik van metam-natrium is al sinds januari 2010 verboden in de Europese Unie, maar voor een aantal landen, waaronder België en Nederland, gold nog een ontheffing tot 31 december 2014. Inmiddels loopt er een herbeoordeling van metam-natrium op basis van aanvullende gegevens en strenge voorwaarden. Dit kan er toe leiden dat het middel in Nederland onder strikte voorwaarden weer gebruikt zou mogen worden.
Bekijk hier bijbehorende de brief van de Ctgb
Bekijk hier de bekendmaking in de Staatscourant
Intratuin stopt met verkoop van glyfosaat
Mei 2014. Intratuin stopt met verkoop van bestrijdingsmiddelen met glyfosaat, zoals Round-Up. In totaal gaat het om 22 producten die glyfosaat bevatten. Middelen met glyfosaat worden gebruikt voor het bestrijden van onkruid. Een jaar geleden haalde Intratuin al de bestrijdingsmiddelen op basis van neonicotinoïden uit de schappen. Intratuin laat met dit initiatief zien haar rol in de zorg voor het milieu serieus te nemen.
Lees hier het perbericht van Intratuin.
Toegankelijke informatie nodig over risico’s biociden
Biociden zijn stoffen die gebruikt worden om schadelijke organismen te bestrijden, zoals ongedierte en bacteriën. Ze worden gebruikt in de gezondheidszorg, bij bedrijven en in en om het huis. Als consument kun je bijvoorbeeld biociden kopen tegen bladluizen, schimmel in de badkamer of mos op het terras. Deze middelen zijn in principe giftig en daarom schadelijk voor gezondheid en milieu.
De nieuwe Europese biocidenverordening (BPR, Verordening (EU) 528/2012) schrijft voor dat de lidstaten het publiek moeten informeren. Niet alleen over de mogelijkheden, maar ook over de manieren om gebruik te beperken. Leefmilieu nam deel aan de werkgroep Biociden en consument, die hierover advies uitbracht. Vertegenwoordigers van producenten, verkopers en milieu- en consumentenorganisaties werkten in deze werkgroep samen.
Leefmilieu maakte zich in de werkgroep onder meer sterk voor openbaarheid van informatie, zoals:
- waar en wanneer kom je als burger in contact met biociden
- hoe herken je de effecten van blootstelling aan biociden
- hoe kun je blootstelling aan biociden vermijden
- waar kun je terecht met klachten over gebruik van biociden.
Bekijk hier de samenvatting van het advies van de werkgroep Biociden en consument.
Bezwaar tegen toelating onnodige onkruidbestrijder
September 2013. Samen met andere organisaties heeft de vereniging Leefmilieu bezwaar gemaakt tegen de toelating van pelargonzuur (ook wel nonaanzuur genoemd) voor de bestijding van onkruid. Er wordt door de Ctgb gesteld dat het zuur niet schadelijk is voor het milieu terwijl tegelijkertijd het wel gevaarlijk is voor mensen tijdens het gebruik. Huid en oogletsel blijken te kunnen optreden als er fouten gemaakt worden bij de toepassing. Het middel is bedoeld om door particulieren toegepast te worden, maar dat is niet nodig, er zijn daarvoor genoeg alternatieven. Door de Ctgb wordt er daarnaast onvoldoende gegevens verstrekt om de toelating te kunnen beoordelen. Zo zijn er geen gegevens over residuen in de bodem en geen informatie over risico’s voor omstanders. Zelfs een kinderveilige sluiting is niet verplicht gesteld.
Toelating van pesticiden in Nederland een wassen neus
Juni 2013. Het college voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) beoordeelt de toelating van pesticiden en andere stoffen voor de landbouw in Nederland. De vraag is of we er op kunnen vertrouwen dat ze dat goed doet. Het antwoord is nee, dat vertrouwen kunnen we niet hebben, blijkt uit een rapport van PAN-Europe. Het Ctgb past verouderde wetenschappelijke inzichten toe, ze onderschatten daardoor bijvoorbeeld de lozing uit kassen en vanaf akkers. Voor een deel komt dit doordat beleidsambtenaren van het ministerie bepalen welke Europese richtsnoeren het Ctgb mag gebruiken. Het Ctgb functioneert daardoor niet als een onafhankelijke wetenschappelijk instituut. Het vereiste hoge beschermingsniveau waar alle Nederlanders vanuit dachten te kunnen gaan, wordt daardoor niet gehaald. In veel gevallen worden bestrijdingsmiddelen toegelaten zonder duidelijke motivatie. Dit mag niet. Op grote schaal kijkt de Ctgb niet naar de effecten op vogels, bijen, zoogdieren, en waterorganismen. Terwijl tegelijkertijd duidelijk is dat bijvoorbeeld bijen zwaar te lijden hebben onder de pesticiden die in het milieu worden gebracht. Risico’s die kenmerkend zijn voor het Nederlandse milieu worden door het Ctgb niet apart onderzocht.
Kortom werk aan de winkel: Het Ctgb moet onafhankelijk worden van het ministerie en rekening gaan houden met de huidige stand van wetenschap en techniek. Pesticiden moeten altijd helemaal beoordeeld worden, voordat ze worden toegelaten. Verder moet de CtgB de risico’s die de Europese Voedselautoriteit EFSA vaststelt direct vertalen in maatregelen. Nu gebeurt dat ook niet.
Bekijk hier het hele rapport van PAN-Europe en de bijlagen:
- Race to the bottom_Het Ctgb doorgelicht
- Bijlage 1
- Bijlage 2
Meldpunt voor overlast bestrijdingsmiddelen
Mei 2013. Omwonenden en voorbijgangers van landbouwgrond waarop bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, lopen het risico te worden blootgesteld aan gifstoffen die gevaarlijk zijn voor hun gezondheid. Kinderen en volwassenen kunnen zo ongevraagd met gif in aanraking komen waardoor hun gezondheid in gevaar komt. De Partij voor de Dieren en Stichting Bollenboos willen de problemen met bestrijdingsmiddelen voor omwonenden in kaart brengen.
Het meldpunt voor omwonenden is niet alleen bedoeld om echt gevaarlijke situaties te signaleren, maar ook bedoeld om zorgen te inventariseren, gelet op het feit dat omwonenden vaak niet worden gewaarschuwd als hun buurman gif gebruikt. Zij blijven daardoor zitten met de onzekerheid of hun kinderen wel veilig rond de percelen kunnen spelen als er gespoten is, of het erg was dat er een raam openstond en hoe het zit met gifresten op de was die buiten hing te drogen.
De meldingen worden gebundeld tot een zwartboek dat later in 2013 wordt aangeboden aan staatssecretaris Dijksma en minister Schippers en aan Tweede Kamerleden.
Naast de gezondheidsproblemen bij de mens leidt het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen ook tot zorgwekkende sterfte onder bijen en andere insecten en tot steeds moeilijker te zuiveren drinkwater.
Het meldpunt is te vinden op: https://www.partijvoordedieren.nl/gifklikker
Stichting Bollenboos: http://www.bollenboos.nl/
In gesprek met de inspectie over verwaaiende pesticiden
Mei 2013. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) ziet toe op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Vanuit Leefmilieu zijn we in gesprek gegaan met de inspecteurs van de Voedsel en Warenautoriteit, omdat we vanuit meerdere plaatsen in Nederland zorgelijke geluiden hadden gehoord over het verwaaien van pesticiden naar omwonenden van akkers. Vooral in de sierteelt en fruitteelt wordt vaak gespoten, soms wel twee keer per dag. Als de pesticiden dan verwaaien tegen je ramen, over je was of je kinderen, dan vraag je je natuurlijk wel af of dat allemaal wel mag.
Wij hadden daarover vragen gesteld aan de NVWA en de bestuursleden van Leefmilieu kregen een uitgebreide toelichting: over de regelgeving, de sancties en de aanpak van de handhaving. Het bleek daarbij dat de fruitteelt en de sierteelt grote prioriteit hebben bij de handhaving, maar ook dat er in heel Nederland in 2013 bij de NVWA maar 24 fte’s (voltijd arbeidsplaatsen) beschikbaar zijn voor de handhaving op gewasbeschermingsmiddelen. Dat waren er meer, maar met alle bezuinigingen is dat wat er nu van over is. Ook bleek dat de Gezondheidsraad binnenkort met een advies komt over de bescherming van de gezondheid van de omwonenden. Leefmilieu vindt dat die bescherming tekortschiet, de sloten en rivieren in de buurt van de akkers zijn beter beschermd. Als je dan ook nog bedenkt dat daar de normen vaak overschreden worden, belooft dat niets goed. Hoog tijd dus voor een advies van de Gezondheidsraad en veel sterkte voor de mensen bij de NVWA, die met zo weinig mensen zoveel werk moeten verzetten.
Hierboven enkele dia’s uit de presentatie van de NVWA.
Bekijk hier de hele presentatie.
Silent snow: film over pesticiden
POP’s (Persistent Organic Pollutants) zijn verboden sinds de Stockholm Conventie, maar worden nog steeds in veel landen geproduceerd en gebruikt. Met oceaanstromen en de wind worden ze naar de poolgebieden vervoerd waar ze zich ophopen in het vet van walvissen en zeehonden, het dieet van de Inuit. Het veroorzaakt er ziektes als kanker en onvruchtbaarheid en recent onderzoek toont aan dat kinderen met hoge concentraties van dit gif in hun bloed een significant lager IQ hebben.
“Het gif hoopt zich op in je lichaam en je geeft het door aan je kinderen door borstvoeding” weet Pipaluk Knudsen-Ostemann, een jonge Groenlandse. Ze wil graag kinderen en het steekt haar dat zij en haar volk vergiftigd worden door deze onafbreekbare pesticiden. In de film Silent Snow gaat ze op zoek naar de achtergronden van wat een wereldwijd ecologisch drama blijkt te zijn.
Ook in Nederland heeft het gebruik van pesticiden ernstige gevolgen voor het milieu en onze gezondheid. De nieuwste gewasbeschermingsmiddelen zijn vele malen giftiger dan hun voorgangers en zorgen voor een versnelde afbraak van ons ecosysteem. Volgens dr. Jeroen van der Sluijs, verbonden aan de Universiteit Utrecht, is het Nederlandse oppervlaktewater inmiddels zwaar verontreinigd door deze stoffen.
Wil je weten waar de film draait kijk dan op de website http://www.silentsnow.org. Je kunt daar ook de DVD voor 20 euro bestellen.
Gemeenten die geen chemische middelen gebruiken bij de onderhoud van het groen
Mei 2010. De meeste gemeenten gebruiken chemische bestrijdingsmiddelen voor het onderhouden van het groen en de verhardingen. Gelukkig zijn er ook enkele voorlopers onder de gemeenten, deze gemeenten hebben chemische middelen geheel afgezworen of geminimaliseerd. Om te inventariseren welke gemeenten dit zijn, stuurde Leefmilieu in het najaar van 2010, in samenwerking met de Health and Environment Alliance, álle Nederlandse gemeenten een verzoek om informatie. Hieronder staan de resultaten van gemeenten die aangeven (nagenoeg) geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken. Bent u een gemeente die geen bestrijdingsmiddelen gebruikt, maar u staat nog niet in het overzicht, stuur ons dan een reactie. We nemen u dan alsnog op in de lijst.
- Brief gemeente Utrecht.
- Brief gemeente Woerden.
- Brief gemeente Krimpen aan de IJssel.
- Brief gemeente Vlagtwedde.
- Mail gemeente Enschede.
- Mail gemeente Haren.
- Mail gemeente Den Helder.
- Website gemeente Nijmegen.
- Website gemeente Amersfoort.
- Website gemeente Wageningen.
Brochure ‘Six steps to pesticide reduction’
Deze brochure (in het engels) is een productie van HEAL (Health and Environment Alliance) in het kader van de ‘Sick of pesticides’ campagne. In zes stappen worden achtergrondinformatie en concrete tips gegeven hoe je in jouw omgeving vermindering van het gebruik kan realiseren. Als Nederlandse partner heeft Leefmilieu met haar activiteiten bijgedragen aan het tot stand komen van deze brochure. Als ‘good practice’ wordt een aantal Nederlandse Gemeenten genoemd, die voorloper zijn in het uitbannen dan wel minimaliseren van pesticidengebruik bij het onderhoud van groen.
Bekijk hier de brochure (Engelstalig).
Effecten van biociden zijn onbekend, maar het gebruik is wijdverbreid
Maart 2011. Biociden zijn middelen om schadelijke organismen te bestrijden zoals kakkerlakken in flatgebouwen, Legionella in de waterleiding, en ook schimmelwerende verf bevat biociden. Ze worden gebruikt in huishoudens, publieke ruimtes en bedrijven.
Overheden in Europa hebben geen systematisch overzicht van de hoeveelheden en soorten biociden die gebruikt worden en wat het effect hiervan is op gezondheid en milieu. Ze beschikken ook niet over voldoende informatie om gebruik van alternatieven te stimuleren en richtlijnen voor gebruik in de buurt van kinderen (bijvoorbeeld in speeltuinen, kinderdag-verblijven) ontbreken. Deze hoofdconclusies kunnen getrokken worden uit het onderzoek dat het Pesticides Action Network Germany (PAN Germany) heeft gehouden in 20 EU lidstaten. Leefmilieu heeft de Nederlandse gegevens hiervoor verzameld.
De situatie in Nederland is niet gunstiger dan bovengeschetst, wel is in Nederland een trainingsprogramma verplicht voor gebruikers in de professionele ongediertebestrijding. Samen met Estland vormt Nederland hiermee een Europese uitzondering.
Bekijk hier het volledige rapport (Engelstalig).
Veel gemeenten zijn grootgebruikers van bestrijdingsmiddelen
De uitzending van 8 januari 2011 van Zembla http://zembla.vara.nl/)">(http://zembla.vara.nl/) over gebruik van bestrijdingsmiddelen in de bollenteelt heeft de aandacht voor de risico’s van bestrijdingsmiddelen vergroot. Wat nog steeds weinig bekend is, is dat voor het onderhouden van openbaar groen en verhardingen ook zeer veel bestrijdingsmiddelen gebruikt worden. Gelukkig zijn er gemeenten die het gebruik van chemische middelen voor groenonderhoud afgezworen hebben, bijvoorbeeld de gemeenten Nijmegen en Amersfoort. Zij gebruiken bijvoorbeeld borstelwagens en spuiten met heet water om het onkruid te verwijderen.
Om een totaalbeeld te krijgen welke gemeente wel en welke gemeente geen bestrijdingsmiddelen gebruikt heeft Leefmilieu in het najaar 2010 alle Nederlandse gemeenten een brief gestuurd. We vroegen gemeenten ons te laten weten als zij geen bestrijdingsmiddelen meer gebruikten. Slechts 7 gemeenten reageerden inhoudelijk, de antwoorden zijn vaak wel uitgebreid en gevarieerd. Zo geeft Krimpen aan de IJssel aan volgens de DOB-methode (Duurzaam Onkruid Beheer) te werken, deze methode minimaliseert het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Deze gemeente vermeldt ook nog expliciet dat bij speelplaatsen helemaal geen chemische middelen gebruikt worden. Dit is van groot belang, omdat kinderen een gevoelige groep zijn als het gaat om effecten van bestrijdingsmiddelen en andere chemische stoffen.
Elders op deze pagina vindt u een overzicht van de gemeenten die geen of nauwelijks bestrijdingsmiddelen gebruiken, we hopen dat in de toekomst steeds meer gemeenten aan dit lijstje toegevoegd kunnen worden.
Overigens…. De gemeenten Hardenberg en Zaltbommel bestempelden ons beleefde verzoek als reclame en reageerden verder niet inhoudelijk….
Gebruik van pesticiden: het kan echt minder
21 december 2010. Pesticiden zijn slecht voor de gezondheid, er is bijvoorbeeld negatieve invloed op vruchtbaarheid en voortplanting, zo leerden de aanwezigen 12 november op de workshop ‘Gemeenten en particulieren tuinieren gezonder zonder pesticiden’. Gelukkig kan gebruik van pesticiden minder of zelfs helemaal uitgebannen worden als het gaat om openbaar en particulier groen. De gemeente Nijmegen presen¬teerde haar weg naar uitbanning van chemicaliën bij het groenonderhoud. Het zoeken naar de juiste aanpak en beeldkwaliteit kost tijd, en voorlichting aan de burgers is van groot belang. Vegen en de ‘WAVE-methode’ (met heet water wegspuiten van onkruid) vergen een andere frequentie van onder¬houd dan de traditionele methoden. Uiteindelijk is men nu steeds meer tevreden over het resultaat. De Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren uit Vlaanderen, vertelde over haar grootschalige voorlichting aan overheden en particulieren. Op de website www.zonderisgezonder.be is een zeer grote hoeveelheid informatie te vinden over milieuvriendelijker tuinieren. Beginnend bij de juiste aanleg en beheersplannen, maar ook tips hoe ongewenste gasten milieuvriendelijk verwijderd kunnen worden. Burgers kunnen in Vlaanderen in sommige steden ook een ecotuinscan laten uitvoeren en zo tips krijgen om hun tuin te verbeteren. Dit zou een mooi idee zijn voor Nederlandse gemeenten om op te pakken.
Algemene conclusie van de workshop was dat ook in Nederland veel meer voorlichting gegeven moet worden over de schadelijkheid van chemische bestrijdingsmiddelen die te koop zijn en bruikbare alternatieven. Daarnaast moeten we af van de gedachte dat elk sprietje onkruid verwijderd moet worden en elke mier meteen vernietigd moet worden, de woorden ‘onkruid en ongedierte’ zouden wat minder vaak in de mond genomen moeten worden. De workshop werd georganiseerd in samenwerking met HEAL, een Europese organisatie die zich inzet voor een goed en gezond milieu.
Bekijk hieronder het verslag van de workshop en de presentaties.
Verslag van de workshop.
Claudia van Steen: Inleiding Leefmilieu.
Fred Aalders: De bestrijdingdmiddelen voorbij.
Nel Roeleveld: Pesticiden en zwangerschap.
Greet Tijskens_Reductie van bestrijdingsmiddelen.
Anne Stauffer:Sick of Pesticides.
12 november 2010: Workshop: Gemeenten en Particulieren tuinieren gezonder zonder pesticiden
Pesticiden zijn bedoeld om giftig te zijn, ze moeten immers het ongewenste ongedierte of onkruid doden. Deze giftigheid beperkt zich helaas niet alleen tot dieren en onkruiden, pesticiden zijn ook voor onze eigen gezondheid een bedreiging. Gevoelige groepen, zoals kinderen, lopen hierdoor extra risico. Leefmilieu zet zich daarom in om het gebruik van pesticiden zoveel mogelijk te beperken. Zij doet dit in samenwerking met de Europese milieu- en gezondheidsorganisatie HEAL (Health and Environment Alliance), die over dit onderwerp een Europese campagne uitvoert.
Pesticiden kunnen vaak vermeden worden als het (openbaar) groen op een andere manier onderhouden wordt.
Op 12 november organiseerde Leefmilieu hierover een workshop, waarin onder meer een presentatie van de Gemeente Nijmegen die al 20 jaar zonder chemische middelen haar groen onderhoudt. Uit Vlaanderen kwam een spreker van de Vereniging voor ecologisch leven en tuinieren om praktische tips te geven.
Teveel pesticiden maken ons ziek
Pesticiden worden op allerlei soorten plekken en voor allerlei soorten producten gebruikt. Waar we ook naartoe gaan, overal worden we blootgesteld aan pesticiden; van de parken en tuinen waarin we spelen, tot het voedsel dat we eten en de kleren die we dragen. Residuen van pesticiden kunnen worden gevonden in ons drinkwater, ons voedsel, de lucht die we inademen en zelfs in ons eigen lichaam.
In toenemende mate laat wetenschappelijk onderzoek verbanden zien tussen het gebruik van pesticiden, de blootstelling van mensen daaraan, en een slechte gezondheid. Kinderen, zwangere vrouwen en andere kwetsbare groepen zoals ouderen zijn gevoeliger voor mogelijke schadelijke effecten van pesticiden. Wetenschappers stellen dat er veranderingen nodig zijn om deze groepen te beschermen.
Sick of Pesticides: Europabrede campagne voor bewustwording
Leefmilieu voert samen met de Health and Environment Alliance (HEAL) een project uit om mensen in Europa bewust te maken van het verband tussen pesticiden en slechte gezondheid.
Doel van dit project is om:
- druk uit te oefenen op de Nederlandse regering om die aan te moedigen een ambitieus Nationaal Actieplan voor Vermindering van Pesticiden op te stellen
- om Nederlandse burgers en openbare lichamen te helpen om hun gebruik van pesticiden snel te verminderen.
Klik hier voor de speciale website over Pesticiden en slechte gezondheid.