De vereniging Leefmilieu is een onafhankelijke milieuorganisatie die zich inzet voor een groen en gezond leefmilieu. Onze kenmerken zijn: grote milieudeskundigheid en samenwerking met bewonersgroepen in heel Nederland.
Op deze website informeren we je over onze activiteiten. Wil je op de hoogte blijven, abonneer je kosteloos op onze nieuwsbrief of word lid.
![]() |
|
De voorbereidingen voor de Marga Jacobs Milieuprijs zijn alweer in volle gang. Op 18 januari 2026 zal de prijs voor de tweede keer uitgereikt worden.
De Marga Jacobs Milieuprijs is een tweejaarlijkse onderscheiding die wordt toegekend aan personen die zich op bijzondere wijze inzetten voor een beter leefmilieu. De prijs is ingesteld als eerbetoon aan de in 2020 overleden milieuactiviste Marga Jacobs, die als voorzitter van de vereniging Leefmilieu veel betekend heeft voor het ondersteunen van mensen die opkomen voor hun lokale leefomgeving.
Vanaf nu kunt u uw milieuheld (m/v/x) nomineren!
Ga snel naar 'Hoe nomineert u een persoon die de prijs verdient'
Lees hier meer over de Marga Jacobs Milieuprijs
.
Het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat is de afgelopen maanden volop in het nieuws geweest. Het middel wordt door boeren gebruikt bij de wisseling van teelten. Voordat ze een nieuw gewas inzaaien behandelen ze de grond met glyfosaat om resten van het vorige gewas en onkruid te verwijderen. Dat kost een stuk minder moeite en energie dan het mechanisch verwijderen van gewasresten en onkruid. Het leidt tot een beeld dat u misschien wel herkent als u in het vroege voorjaar door het landelijk gebied fietst: velden die geel zijn van de stervende planten.
Glyfosaat is omstreden omdat sommige wetenschappers vermoeden dat de stof kanker kan veroorzaken of stimuleren. Andere wetenschappers betwijfelen dit. Tegelijkertijd staat glyfosaat bekend als het meest gebruikte bestrijdingsmiddel. Er is dus ook veel geld gemoeid met de handel in glyfosaat. De belangen zijn groot.
De Wereldgezondheidsorganisatie heeft glyfosaat geclassificeerd als "mogelijk kankerverwekkend voor mensen". Wetenschappers van de Europese Unie en de Verenigde Staten hebben hun eigen beoordelingen uitgevoerd en komen tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs is om glyfosaat als kankerverwekkend te classificeren. Hoe zit dat?
Helaas geeft wetenschappelijk onderzoek niet altijd eenduidige resultaten. In dit geval gaat het om onderzoek bij ratten die doelbewust worden blootgesteld aan glyfosaat. Er zijn studies die na blootstelling een lichte verhoging van het aantal tumoren in ratten laten zien, maar er zijn ook studies die dat niet laten zien. Om de resultaten van de rattenstudies te beoordelen wordt statistiek gebruikt. Het televisieprogramma Zembla ontdekte dat bij de Europese beoordeling van glyfosaat de verkeerde statistiek is gebruikt. Een groep van deskundigen die op verzoek van het Nederlandse College voor Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen (Ctgb) naar deze statistiek heeft gekeken heeft inmiddels bevestigd dat de gebruikte statistiek rammelt. Toch willen het Ctgb en de Nederlandse overheid glyfosaat niet opnieuw beoordelen. Het blijft dus op de markt.
Daarnaast is afgelopen maand een nieuwe rattenstudie verschenen die laat zien dat glyfosaat in ratten (wederom) een lichte verhoging van het aantal tumoren veroorzaakt. Vooralsnog reageert het Ctgb terughoudend. Ze willen eerst de onderliggende gegevens bekijken. Wel heeft de Europese Unie aan de Europese Voedsel- en Warenautoriteit (EFSA) gevraagd om deze nieuwe studie op kwaliteit en relevantie te beoordelen. Als de studie standhoudt dan zou dit uiteindelijk kunnen leiden tot een verbod op glyfosaat. Maar zover is het nog lang niet. Het belooft een hete zomer te worden, vooral voor Bayer, de producent van glyfosaat.
Lees hier meer over het onderzoek van Zembla
.
Leefmilieu heeft samen met ruim 50 collega milieuorganisaties uit Europa de Europese Commissie opgeroepen om bij de herziening van de Europese Bio-economie Strategie niet alleen de economische efficiency mee te nemen, maar ook de ecologische en sociale duurzaamheid. In een bio-economie wordt koolstof uit fossiele olie en gas vervangen door koolstof uit plantaardig en dierlijk materiaal (biomassa), wat tot een onverantwoorde groei van de vraag naar de toch al schaarse biomassa leidt. De bio-economie riskeert daarmee de aantasting van de natuur en ook de sociale ongelijkheden verder te verergeren.
Essentiële ecologische functies biomassa
De veronderstelling dat biologisch afval en restmaterialen de biomassakloof kunnen overbruggen, is misleidend. Materialen die vaak "restmaterialen" worden genoemd, kunnen in feite essentiële ecologische functies vervullen. Zo vervullen zogenaamde bosresten een cruciale rol in de nutriëntenkringloop en in het behoud van habitats.
Circulair ontwerp producten
Gezien de beperkte hoeveelheid duurzaam beschikbare biomassa, is het absoluut noodzakelijk om deze hulpbronnen zo economisch en ecologisch efficiënt mogelijk te gebruiken. Van belang is dus er voor te zorgen dat de biomassa vooral wordt gebruikt voor hoogwaardige toepassingen zoals voedsel en materialen. Ook is het toepassen van de principes van de circulaire economie en circulair ontwerp bij de bio-economie van belang. Dat betekent minimaliseren van afval, het vergaand verlengen van de levensduur van materialen en producten, en het bevorderen van hergebruik en recycling. Biomassa mag niet worden verspild aan laagwaardige toepassingen zoals productie van bio-energie, papier- en houtproducten met korte levensduur, of veevoer voor industriële veeteelt.
Rechtvaardigheid centraal in de bio-economie
De EU dient niet haar tekort aan biomassa op te lossen door de import van biomassa uit het mondiale zuiden te verhogen. Dat is een aanpak die het risico met zich meebrengt dat grondstoffenwinning en exploitatie verder toenemen en historische onrechtvaardigheden en mensenrechtenschendingen in stand worden gehouden. Veel bio-economische scenario's voorzien in het veiligstellen van de biomassavoorziening door grootschalige import. Dit is een intensivering van sociale en ecologische onrechtvaardigheden.
Lees hier de oproep in het Engels (website Denkhausbremen)
Lees hier de Nederlandse versie (PDF)
.
10 Juni 2025 kondigden de organisaties Mobilisation en Leefmilieu aan om per week 10 nieuwe procedures tegen natuurvergunningen te starten. Dit omdat het inmiddels demissionaire kabinet geen enkele serieuze ambitie toont om het stikstofprobleem op te lossen. Sterker nog, de gekozen koers maakt de problemen ecologisch en juridisch alleen maar groter, want Wiersma dreigt een hogere grenswaarde van 1 mol voor de vergunningplicht in te voeren. In de praktijk betekent dit dat ca. 80% van alle bedrijven met stikstofemissies zonder vergunning kunnen uitbreiden. Hiermee wordt de stikstofkraan weer vol opengezet met niet alleen funeste gevolgen voor de Nederlandse natuur, maar ook met het grote risico dat opnieuw een grote groep bedrijven de illegaliteit wordt ingedreven indien deze maatregel sneuvelt bij de bestuursrechter.
Een week later, 17 Juni 2025, deden de organisaties Mobilisation en vereniging Leefmilieu in een brief aan de Tweede Kamer een voorstel om alsnog uit de stikstofimpasse te komen. Als de regering wordt gebonden aan de eerder gemaakte wettelijk vastgelegde afspraken in combinatie met een wettelijke norm voor grondgebonden veehouderij, zijn de twee organisaties bereid nieuwe procedures over PAS-melders op te schorten. Het hoger beroep tegen de Greenpeace-uitspraak wordt dan ingetrokken en Wiersma voert geen drempelwaarde in zonder een concreet reductieplan, zoals ook al in meerdere Kamermoties is vastgelegd.
De brief werd goed opgepakt in de Tweede Kamer en in de pers, maar een motie van wantrouwen haalde het niet. En dus blijft Wiersma doorgaan op de ingeslagen (doodlopende) weg. Inmiddels met steeds meer weerstand, want ook VNO-NCW en bouwend Nederland zijn helemaal klaar met het gebrek aan daadkracht van deze minister.
Lees hier het persbericht van 10 juni 2025
Lees hier het persbericht van 17 juni 2025
Lees hier de brief van MOB en Leefmilieu aan de Tweede Kamer
.
In april 2025 heeft Leefmilieu deelgenomen aan een informatiebijeenkomst over de voorbereiding van het ontwerp Nederlands Natuurplan (deadline 1 september 2026). Dit Natuurplan wordt opgesteld in het kader van de Europese Natuurherstelverordening (NHV), die in augustus 2024 in werking is getreden. Vooral door verzet uit de agrarische sector is de Europese verordening flink afgezwakt. Met de hakken over de sloot ging een meerderheid van de lidstaten akkoord. Nederland behoorde tot de groep van landen die tegenstemden.
Binnen twee jaar dient Nederland nu bij de Europese Commissie een ontwerpplan in te dienen waarin de doelstellingen voor 2030, 2040 en 2050 zijn opgenomen. Op EU-niveau is een algemeen doel geformuleerd: de lidstaten moeten tegen 2030 herstelmaatregelen treffen in ten minste 20 procent van de landgebieden en 20 procent van de zeegebieden van de Europese Unie. Tegen 2050 zijn zulke maatregelen van kracht voor alle ecosystemen waar natuurherstel nodig is. Een belangrijke voorwaarde is dat het plan open en transparant wordt ontwikkeld. Daardoor kunnen het publiek en de relevante belanghebbenden meedoen aan het proces.
Tijdens de bijeenkomst heeft Leefmilieu samen met de andere deelnemende milieu- en natuurorganisaties diverse vragen en aandachtspunten ingediend die van belang zijn bij het op te stellen Natuurplan. Na de zomer presenteert het kabinet de zogenaamde nulmeting (baseline) voor het natuurplan en komt er vervolgoverleg. In deze nulmeting is de stand van zaken over de huidige staat van Nederlandse natuur en bossen weergegeven. Op basis van deze nulmeting worden dan doelstellingen voor herstel en verbetering geformuleerd, waarop Leefmilieu vervolgens weer kan reageren.
Zie de website Levend Landschap (onderdeel Natuurherstelverordening) voor meer overheidsinformatie over het opstellen van het ontwerp Natuurplan
Lees hier de Europese Natuurherstelverordening (NHV) 2024
Vragen en antwoorden mbt NHV op website Levend Landschap
Meer over NHV op Website Levend landschap
.
17 juni 2025. MOB en vereniging Leefmilieu doen voorstel aan Tweede Kamer om uit impasse stikstof te komen, zijn bereid nieuwe zaken over PAS-melders op te schorten
Mobilisation en vereniging Leefmilieu doen vandaag in een brief aan de Tweede Kamer een voorstel om uit de stikstofimpasse te komen. Als de regering wordt gebonden aan de eerder gemaakte wettelijk vastgelegde afspraken in combinatie met een wettelijke norm voor grondgebonden veehouderij dan zijn de twee organisaties bereid nieuwe procedures over PAS-melders op te schorten. Het hoger beroep tegen de Greenpeace-uitspraak wordt dan ingetrokken en Wiersma voert geen drempelwaarde in zonder een concreet reductieplan, zoals ook al in meerdere Kamermoties is vastgelegd.
Lees hier de brief van MOB en Leefmilieu aan de Tweede Kamer
.
10 juni 2025. Na het uitblijven van een reactie op de brief die Leefmilieu en MOB 6 mei 2025 aan minister Wiersma stuurden, is het (helaas) tijd om weer stevig de juridische weg te bewandelen. Het inmiddels demissionaire kabinet toont geen enkele serieuze ambitie om het stikstofprobleem op te lossen. Sterker nog, de gekozen koers maakt de problemen ecologische en juridisch alleen maar groter, want Wiersma dreigt een hogere grenswaarde van 1 mol voor de vergunningplicht in te voeren. In de praktijk betekent dit ca. 80% van alle bedrijven met stikstofemissies zonder vergunning kunnen uitbreiden. Hiermee wordt de stikstofkraan weer vol opengezet met niet alleen funeste gevolgen voor de Nederlandse natuur, maar ook met het grote risico's van een geweldig grote nieuwe groep bedrijven de illegaliteit wordt ingedreven indien deze maatregel sneuvelt bij de bestuursrechter.
We hopen dat de nieuwe juridische procedures de politiek ertoe aanzet om de problemen nu werkelijk te gaan oplossen, zodat de natuur niet verder achteruit gaat, boeren uit hun onzekerheid gehaald worden en Nederland van het zogeheten ‘stikstofslot’ kan.
Lees hier het persbericht van 10 juni 2025.
.
6 mei 2025. Mobilisation en vereniging Leefmilieu hebben minister Wiersma vandaag een brief gestuurd met een uitnodiging voor overleg om nieuwe stikstofrechtszaken af te wenden. Zij noemen het plan Wiersma "aantoonbaar onmogelijk". Zij geven Wiersma twee weken de tijd om in gesprek te gaan met beide organisatiies.
Vrijdag 25 april stuurde minister Wiersma een brief aan de Tweede Kamer, met daarin de lang verwachte maatregelen om het stikstofprobleem op te lossen, dat Nederland al sinds de Raad van State uitspraak in 2019 over het PAS in de greep houdt. In de Kamerbrief wordt een reductiedoel voor landbouw genoemd van 42%-46% voor 2035 en 50% in de overige sectoren en een bufferzone van 250 meter rondom De Veluwe en de Peelgebieden. De maatregelen in de veehouderij blijven vrijwillig: geen gedwongen uitkoop of extensiveren.
Mobilisation en Vereniging Leefmilieu noemen de brief van Wiersma een ontkenning van de ecologische, juridische en economische realiteit, en verwijzen daarbij naar een berekening van Gispoint. In hun brief aan minister Wiersma roepen zij op de problemen in overleg op te lossen in plaats van weer nieuwe rechtszaken te moeten gaan voeren. Zij stellen een termijn van 2 weken aan de minister om in gesprek te gaan.
Lees hier het hele persbericht
Lees hier de brief aan minister Wiersma
Lees hier de stikstofnotitie van Gispoint
Link naar de kamerbrief van minister Wiersma
.
Op 11-4-2025 gaf Johan Vollenbroek van Stichting MOB een presentatie over de stand van zaken van de stikstofproblematiek in ons land. Hieronder een korte samenvatting:
Nederland kampt met een zware stikstofcrisis die zich uitstrekt over meerdere sectoren. Belangrijkste Nederlandse bronnen zijn de vee-industrie, mobiliteit, huishoudens, diensten, bouw en industrie. Structurele oplossingen blijven uit. Stichting MOB richt zich op de sectoren luchtvaart, industrie, vee-industrie en houtstook voor energie.
De intensieve veehouderij is verantwoordelijk voor het grootste deel van de ammoniak- en stikstofuitstoot, daarmee is Nederland koploper in Europa. Het probleem is dat de afgelopen 100 jaar de biodiversiteit met 85% is afgenomen. In 1995 is de Habitatrichtlijn van kracht geworden, maar nog steeds is er achteruitgang, vanwege de nog steeds toenemende stapeling van zuur in de bodem ten gevolge van stikstof, zwavel en andere zuurverbindingen. De zuurdepositie ligt in veel Natura 2000-gebieden nog steeds fors boven de wettelijke grenswaarden. De stikstofdepositie op Natura 2000 gebieden vanuit de Nederlandse bronnen is voor 76% afkomstig van de landbouw. Andere Nederlandse bronnen zijn mobiliteit (16%), huishoudens/ diensten/ bouw (5%) en industrie (3%). MOB geeft als oplossing aan het halveren van de stikstofuitstoot naar 2030 in alle sectoren: dat wil zeggen in de komende 5 jaar jaarlijks 10% per jaar. Dat wil zeggen in 2026 al 10% minder. Verder dient er een gestaffelde generieke korting op fosfaat- en dierenrechten te komen en een stop op de productierechtenhandel.
Naast de stikstofreductie dient er een actief beleid op het gebied van eiwittransitie (van dierlijk naar plantaardig) te worden uitgevoerd. Daarbij is het goed om de plannen van Urgenda ‘Landinzicht’ uit te voeren, inclusief eiwittransitie.
Naast de stikstofproblematiek dreigt ook de Kaderrichtlijn Water Nederland verder "op slot" zetten, door het niet halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen (deadline 2027).
Eerder dit jaar presenteerde Johan deze stand van zaken ook al in een gesprek met de Commissie LVVN (Comissie Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) van de tweede Kamer. Daarmee was deze presentatie ook een toelichting op de brief die MOB in januari naar premier Schoof stuurde.
Bekijk hier de presentatie van Johan
De brief van 20-01-2025 van MOB aan premier Schoof
Visie ‘Landinzicht’ van Urgenda
.
Rechterlijke uitspraken, verlopen deadlines en meer dwingen het kabinet om snel met oplossingen te komen. De hiervoor ingerichte ministeriële commissie heeft echter alweer vertraging aangekondigd….. een overzicht van de afgelopen maanden:
18 december 2024
Raad van State uitspraak Amercentrale en Rendac stelt dat intern salderen niet gebruikt mag worden in de voortoets van een project. De stikstofruimte die er in een vergunning zit, mag dus niet op voorhand gebruikt worden om de stikstofemissies van het nieuwe project ‘weg te strepen’ en daarmee te stellen dat er geen significante effecten zullen zijn. Voor elk project zelf moet beoordeeld worden of er significante effecten kunnen zijn! Hiermee zijn terugwerkend vele projecten van start gegaan zonder nieuwe vergunningen, terwijl dit wél had gemoeten. Er is voor elk nieuw project dus een beoordeling nodig, waar dit voorheen niet gedaan werd. Hiermee is een nieuwe groep bedrijven ontstaan die ten onrechte geen vergunning heeft, een nieuwe groep ‘PAS-melders’ dus.
27 januari 2025
Greenpeace wint rechtszaak tegen De Staat. De Nederlandse Staat handelt onrechtmatig door de verslechtering van de stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden niet tijdig te stoppen en de wettelijke stikstofdoelen voor 2025 niet, en voor 2030 zeer waarschijnlijk niet, te halen. Dat volgt uit een uitspraak in een civielrechtelijke procedure bij de rechtbank Den Haag tussen Greenpeace en de Staat. De rechtbank beveelt de Staat zich aan zijn stikstofdoel voor 2030 te houden, wat betekent dat de Staat 50 procent van de oppervlakte van de stikstofgevoelige natuur uiterlijk op 31 december 2030 onder de grenswaarde/Kritische Depositie Waarde moet brengen. Daarbij moet de Staat voorrang geven aan de meest kwetsbare natuur. De rechtbank oordeelt dat de Staat dit vonnis direct moet uitvoeren, ook ingeval van hoger beroep.
14 februari 2025
Wiersma stelt dat een nieuwe ondergrens voor stikstof van 1 mol per hectare (factor 200 hoger dan huidige ondergrens) door de wetenschap ondersteund wordt. Al heel snel laten wetenschappers weten dat dit niet het geval is. Er is veel discussie over deze ondergrens. Het rapport van de wetenschappers die het voorstel beoordeeld hebben, houdt de minister geheim. Geen discussie is er over het feit dat de stikstofuitstoot hiermee zou toenemen en dus de belasting op de Natura2000 gebieden ook. Waar die stikstofruimte vandaan zou moeten komen is een groot vraagteken.
28 februari 2025
Einddatum ‘legalisatieprogramma PAS-meldingen’. Dit programma is mislukt. Er is geen legalisatie tot stand gekomen. Hiermee staat de weg open om handhavingsverzoeken te doen voor bedrijven die met een PAS-melding in werking zijn. Maar minister Wiersma had een nieuw wetsvoorstel naar de Raad van State gestuurd voor advies….
10 maart 2025
Raad van State fileert dit wetsvoorstel (legalisering PAS-projecten) van Wiersma:
- Er wordt niet duidelijk gemaakt waar de stikstofruimte vandaan moet komen voor de legalisering. Bronmaatregelen ontbreken;
- Voorstel is onvoldoende concreet: maatregelenpakket om doelstellingen te halen ontbreekt;
- Term ‘legaliseren’ wordt in wetsvoorstel op twee manieren uitgelegd;
- Gesuggereerd wordt dat door deze wetswijziging het weigeren handhavend op te treden bij bedrijven met een PAS-melding stand zal houden bij de rechters. De Raad van State betwijfelt dit zeer.
We kunnen alleen maar hopen dat de plannen die de nieuwe, speciale ministeriële commissie opstelt van hogere kwaliteit zijn dan wat er tot nu toe uit de hoge hoeden getoverd is.
.
Op 16 januari 2025 deed het CBb (College van Beroep voor het bedrijfsleven) uitspraak over het beroep van PAN Europe tegen de goedkeuring van het pesticide Dagonis door het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden). De beoordeling van Dagonis door het Ctgb moet opnieuw.
PAN Europe bestreed de toelating van Dagonis, omdat het Ctgb nieuwe wetenschappelijke informatie over de hormoonontregelende eigenschappen van het ingrediënt difenoconazool niet had meegenomen in de beoordeling. Het Ctgb en de toelatingshouder BASF waren van mening dat die nieuwe informatie bij deze toelating niet meer aan de orde hoefde te komen.
Bij de motivering van het besluit verwees het CBb naar de eerdere uitspraken van het Europees hof over deze zaak op 25 april 2024. Dat stelde, naar aanleiding van de vragen van het CBb, dat bij de toelating van een middel rekening moet worden gehouden met alle beschikbare wetenschappelijke en technische kennis die tot op het moment van besluitvorming op het bezwaarschrift, beschikbaar is. Zie ook ons eerdere artikel over deze zaak.
Deze uitspraak van het CBb heeft grote gevolgen voor het werk van het Ctgb en voor de toelating van pesticiden in Nederland. Het Ctgb moet nu voortaan alle beschikbare technische en wetenschappelijke kennis meenemen, tot op het moment van het besluit op een bezwaarschrift.
Ook kan het Ctgb de beoordeling van specifieke eigenschappen van de werkzame stoffen in pesticiden niet langer achterwege laten met het argument dat die eigenschappen bij de toelating van de werkzame stof al door de Europese Commissie zijn beoordeeld.
Lees hier de uitspraak van het CBb over deze zaak
Zie ook ons eerdere artikel: Europees hof: Nederlands toelatingsbeleid pesticiden deugt niet
.
Een vergunning en natuurtoets zijn verplicht voor lelievelden die worden bespoten en bij Natura 2000 liggen. Dat volgt uit de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 6 maart jl over een zaak die het burgerinitiatief Meten=Weten heeft aangespannen tegen de provincie Drenthe. In 2022 heeft Meten = Weten de provincie Drenthe gevraagd het gebruik van bestrijdingsmiddelen te handhaven bij lelieteelt aan de Pastoorzandweg in Geeuwenbrug. Deze percelen liggen bij de Natura 2000-gebieden het Drents-Friese Wold en het Leggelderveld. Meten=Weten gaf in haar handhavingsverzoek aan dat gebruik van bestrijdingsmiddelen bij het telen van lelies negatieve effecten kan hebben op Natura 2000-gebieden, en dat daarom een vergunning verplicht is. De provincie Drenthe gaf als verdediging aan dat het teeltseizoen bijna voorbij was en de lelies geoogst. Echter de rechter gaf in zijn uitspraak aan dat lelieteelt als wisselteelt plaatsvindt en dat het daarom aannemelijk is dat op het genoemde perceel in de toekomst opnieuw lelieteelt zal plaatsvinden. Een negatief effect door bespuitingen op de naastgelegen Natura 2000-gebieden kan niet op voorhand worden uitgesloten. Dan is er een vergunningplicht vereist, volgens de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank ging niet mee in het verweer van de provincie dat lelieteelt onder bestaand agrarisch gebruik valt. Volgens Meten=Weten heeft deze uitspraak niet alleen effect op sierteelt, maar op alle teelten waar bestrijdingsmiddelen worden gebruikt en deze negatieve effecten kunnen hebben op Natura 2000-gebieden. Alle telers die bestrijdingsmiddelen willen gaan gebruiken moeten nu een aanvraag doen voor een vergunning. De provincie moet dan een ontwerpbesluit ter inzage leggen, waarmee alle omwonenden vooraf inzicht krijgen waar lelies geteeld worden. Zij kunnen dan een zienswijze indienen en bezwaar maken, aldus Meten=Weten.
Leefmilieu vindt dat een vergunningplicht bij alle percelen rond Natura 2000-gebieden waar bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, dient te gelden.
Lees hier de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland
.
De brancheorganisatie Vereniging van Bos-en Natuurterreineigenaren (VBNE) heeft begin maart haar hoger beroep bij de Raad van State tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland inzake een verbod op kaalkap van bos ingetrokken. De minister van LNNV had kaalkap tot 2 hectare als bosbeheersmaatregel aanvankelijk goedgekeurd, als onderdeel van de Gedragscode Soortenbescherming Bossen. Een groep milieu- en natuurorganisaties waaronder Leefmilieu ging hiertegen met succes in beroep, waarop de VBNE hoger beroep instelde. Waarom de VBNE het hoger beroep nu heeft ingetrokken is niet bekend. Mogelijk omdat de brancheorganisatie inschat dat hoger beroep niet te winnen valt door de sterke ecologische argumenten van de milieu- en natuurorganisaties. Door de intrekking dienen boseigenaren voor kaalkap voortaan een officiële natuurvergunning bij provincies aan te vragen. Hierdoor hebben belanghebbenden voortaan ook de mogelijkheid tot inspraak over eventuele kaalkap. Het verkrijgen van een vergunning voor kaalkap door boseigenaren is echter aanzienlijk moeilijker geworden, nu de rechtbank Gelderland de ecologische bezwaren tegen kaalkap en de schadelijke effecten voor de biodiversiteit gegrond acht. Leefmilieu is erg blij met de intrekking van het hoger beroep. Kaalkap werd door de bosbouwsector vreemd genoeg voorgesteld als natuurbeschermingsmaatregel. Dat is nu verleden tijd. Terreinbeheerders en boseigenaren kunnen met zogenoemde selectieve kap hun bossen veel natuurvriendelijker beheren, stelt Leefmilieu. Daarbij wordt een enkele boom selectief gekapt, en geen vlaktes tot 2 hectares tegelijk. Selectieve kap levert veel minder schade voor de natuur en levert juist meer biodiverse bossen op.
Zie ook ons artikel: Natuurorganisaties winnen rechtszaak tegen kaalkap
Lees ook het rapport: Ecologische effecten van vlaktekap op de kwaliteit van bosecosystemen
.
In Gelderland zijn telers van bloembollen niet welkom in de buurt van Gelderse drinkwatergebieden. Provinciale Staten van Gelderland hebben begin februari besloten deze bedrijven te weren, omdat bij deze teelt veel bestrijdingsmiddelen gebruikt worden. Vervuiling van grondwater is dan een risico. Biologische telers zijn nog wel welkom. Leefmilieu vindt dat dit besluit navolging verdient in andere provincies. Bij de bollenteelt worden veel bestrijdingsmiddelen gebruikt. Veel meer dan in gemiddeld in de tuinbouw aangezien bloembollen niet als voedsel worden gebruikt.
.
Kaalkap tot 0.5 hectare en schermkap tot 2 hectare mag geen bosbeheermaatregel zijn in de zgn ‘Gedragscode soortenbescherming bosbeheer’. Dat is het oordeel van Rechtbank Arnhem in het beroep dat Leefmilieu en zes andere milieu- en natuurorganisaties tegen de minister LVVN hebben aangespannen (Uitspraak 19 december 2024). Ze zijn erg blij met deze uitspraak. De rechter oordeelt dat bosbeheerders onvoldoende hebben onderbouwd dat kaalkap als bosbeheermaatregel goed zou zijn voor de flora en fauna in het bos. Door de uitspraak moeten bosbeheerders daarvoor vanaf nu een aparte vergunning met onderbouwing aanvragen. Vraag is of ze dan nu wel met een goede onderbouwing komen. De minister LVVN kan volgens de milieu- en natuurorganisaties de betreffende maatregelen nu niet opnemen in de Omgevingsregeling van de Omgevingswet.
Lees hier de uitspraak van de Rechtbank Arnhem (dossiernummer: D20241442).
Bekijk ook de voorafgaande berichten van Leefmilieu over deze procedure:
- Consultatie Aanwijzing gedragscodes soortenbescherming en houtopstanden 2025
- Kaalkap is geen bosbeheersmaatregel
.
December 2024. Minister Wiersma heeft eind november bekendgemaakt nog eens 3 jaar de tijd te willen nemen voor het legaliseren van PAS-melders. In die tijd wil zij kijken of er een ondergrens mogelijk is waarbij geen vergunning nodig is. Ook wil zij per bedrijf onderzoeken of met aanpassingen in de bedrijfsvoering de stikstofuitstoot omlaag gaat én waar dat kan een gebiedsgerichte aanpak ontwikkelen (waren dat niet die provinciale plannen die weer de ijskast in gingen??). Allemaal routes die eerder verkend zijn zonder resultaat en juridisch onhoudbaar óf alweer bevroren zijn voordat aan uitvoering toegekomen is (zoals de gebiedsgerichte provinciale plannen).
Milieuorganisaties, maar ook veel boeren zijn tegen dit uitstel. De stikstofbelasting van de natuur blijft onverminderd hoog en boeren verkeren nog eens 3 jaar in onzekerheid. De natuur in Nederland is zo overbelast dat natuurgebieden en diersoorten dreigen te verdwijnen, hierdoor is het moeilijk om de PAS-melders een natuurvergunning te geven. Vrijgekomen stikstofruimte moet immers éérst gebruikt worden om de belasting op natuur te verminderen! Maar ondertussen worden er wél nog vergunningen verstrekt voor bedrijfsuitbreidingen. Daar is blijkbaar wel stikstofruimte voor? En ook voor Schiphol?
Sinds 2019 zijn tientallen commissies ingesteld en veel geitenpaadjes uitgeprobeerd om een drastische inperking van de veestapel te voorkomen. Allemaal verloren tijd. Veel “innovaties” bleken niet te werken en/of waren gebaseerd op gesjoemel met meetrapporten. Zowel door rechtbanken als de Raad van State zijn veel hierop gebaseerde vergunningen vernietigd, nadat ze door MOB en/of Leefmilieu zijn aangevochten.
Om te voorkomen dat wéér jaren voorbij gaan zonder wezenlijke verbetering voor de natuur, moeten milieuorganisaties wel weer naar de rechter stappen. Handhavingsverzoeken voor PAS-melders en zelfs intrekkingsverzoeken zullen het gevolg zijn. Dat zullen niet alleen vergunningen zijn van de vee-industrie, maar ook biomassacentrales, chemische industrie, etc. MOB heeft deze stap is al aangekondigd in een persbericht begin december. Leefmilieu overweegt ook deze juridische stappen.
Lees hier het persbericht van MOB
.
´Eerlijk over houtstook´ is de titel van de campagne van Milieucentraal, die in oktober 2024 gestart is. De campagnestart heeft behoorlijk wat aandacht gekregen in de media, onder andere aan een aantal talkshowtafels. Longarts Ismé de Kleer heeft een belangrijke rol in de campagne en legt de gevolgen van houtstook duidelijk uit. De hoeveelheid fijn stof die vrij komt bij het stoken wordt goed visueel gemaakt door steeds het gevulde potje met fijn stof en roet (zie foto) te laten zien. Milieucentraal heeft ook zelf metingen gedaan.
Op de website van Milieucentraal is nu veel en duidelijke informatie te vinden en Milieucentraal is op de website gestopt met tips om ‘goed te stoken’. Leefmilieu vindt dit een heel goede zaak en het helpt om mensen die nog niet bekend zijn met deze problematiek naar de informatie op deze website te verwijzen.
Ook Arjen Lubach heeft naar aanleiding van de campagne aandacht besteed aan het onderwerp, een aanrader als u dat nog niet gezien heeft.
Klik hier voor meer informatie op de website van Milieucentraal
Bekijk op Youtube:
- Longarts Ismé de Kleer over Houtstook
,
De Bestrijdingsmiddelenatlas oppervlaktewater geeft op grond van meetgegevens van regionale waterbeheerders een landelijk beeld van de bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater en is via internet door iedereen te raadplegen.
Sinds de laatste update van oktober 2024 worden niet alleen de effecten van de afzonderlijke bestrijdingsmiddelen opgenomen, maar ook de cumulatieve effecten (toxische druk) van mengsels van meerdere bestrijdingsmiddelen tegelijkertijd. In de Atlas zijn deze gegevens opgenomen onder het thema “Toxische druk”.
De beschrijving van de effecten van mengsels van bestrijdingsmiddelen is belangrijk, want zelfs wanneer de afzonderlijke stoffen onder de wettelijke norm blijven, kunnen ze gezamenlijk toch zorgen voor ecologische schade. Deze inzichten maken het mogelijk de risico’s beter in te schatten en de waterkwaliteit beter te beschermen.
Behalve de toxische druk van mengsels zijn ook de individuele metingen van alle gemeten stoffen te bekijken, inclusief de normoverschrijdingen, langjarige trends in concentraties en het verband tussen landgebruik en de concentratie of normoverschrijding van een stof. Ook zijn er analyses mogelijk op landelijke en op regionale (waterschap)schaal. De tabellen, kaarten en grafieken kun je downloaden en gebruiken voor eigen analyses en toepassingen.
Ga hier naar de Bestrijdingsmiddelenatlas oppervlaktewater
Lees hier meer informatie over Toxische druk van mengsels
Bekijk hier de opname van een webinar (ongeveer 1 uur)
over gebruik van de bestrijdingsmiddelenatlas inclusief introductie en gebruik van Toxische druk
.
Het Ministerie Infrastructuur en Water werkt reeds 4 jaar aan een Nationaal Milieu Programma 2050 (NMP 2050). Het NMP 2050 zal richtinggevende uitspraken doen voor de uitvoering van het milieubeleid tot en met 2050. Doel is om in 2025 een publieke consultatie te houden waarbij een milieu-effectrapport voor inspraak openbaar ter inzage wordt gelegd. In november nam Leefmilieu met 50 andere geïnteresseerden deel aan een bijeenkomst om te reflecteren op een vierde conceptversie van dit NMP en om vooruit te kijken naar het bijbehorende uitvoeringsprogramma. Van deze bijeenkomst is door het ministerie een verslag gemaakt.
Leefmilieu heeft ingebracht dat er in het NMP 2050 niet alleen doelstellingen voor 2050 moeten worden gesteld, maar ook harde tussendoelstellingen voor de korte termijn. Bewaking van deze korte termijn doelstellingen is daarbij essentieel. Als voorbeeld is gewezen naar de harde tussendoelstellingen 2030 en binnenkort 2040, die bij het landelijk beleid en de uitvoering voor klimaat en energie zijn gesteld.
Ook moeten Omgevingsdiensten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) kwalitatief en kwantitatief worden versterkt. Bij de Omgevingsdiensten dient voldoende kennis en ervaring aanwezig te zijn om bedrijven afdoende tegenwicht te geven bij VTH. Daarbij dienen de aanbevelingen van de Commissie van Aartsen over versterking van de Omgevingsdiensten te worden opgevolgd en ingevuld. De financiering van Omgevingsdiensten door gemeenten dient daarvoor op niveau te worden gebracht.
Bij de noodzaak tot verbetering van de VTH zijn als voorbeelden aangegeven de veel te zwakke vergunningen van bedrijven als Tata Steel en Chemours en het gedogen daarvan.
Lees hier meer informatie over het NMP
Bekijk hier het verslag van de werksessie november 2024
Zie hier de aanbevelingen van de Commissie van Aartsen
.
Op 26 september diende het beroep van Leefmilieu bij Rechtbank Arnhem tegen de goedkeuring van de minister LVVN van kaalkap als bosbeheermaatregel, zoals beschreven in de "Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022 (zie ook ons eerdere bericht hierover).
Parallel hieraan liep in november een publieke consultatie over het voornemen van de staatssecretaris om deze "Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022” per januari 2025 op te nemen in de Omgevingswet. Samen met andere organisaties heeft Leefmilieu ingebracht dat de staatssecretaris eerst de uitspraak van de rechtbank over de Gedragscode moet afwachten en dat de inhoud van de uitspraak vervolgens verwerkt moet worden in de hier aan de orde zijnde Gedragscode, vóórdat deze kan worden opgenomen in de Omgevingswet. Als deze Gedragscode eenmaal opgenomen is in de Omgevingswet, ligt deze vast. Er kan dan geen bezwaar en beroep meer tegen worden aangetekend.
Uit onderzoek blijkt dat al bij een kaalkap van 0,1 hectare teveel zonlicht op de bosbodem valt en het bosmicroklimaat te sterk wordt aangetast. De Staatssecretaris stelt echter voor om kaalkap tot 0,5 hectare toe te staan en schermkap (ahw een gefaseerde kaalkap) tot 2 hectare. Ook is bodembewerking niet gedefinieerd in de Gedragscode. De voorgestelde Gedragscode staat daarmee toe om na kaalkap de bosbodem bijvoorbeeld te frezen of te eggen, wat zeer schadelijk is voor het bodemleven. De voorgestelde zogenoemde ‘bosbeheersmaatregelen’ leiden ertoe dat ouder, biodivers bos wordt afgebroken en vervangen door jonge plantages (monocultuur) ten koste van de biodiversiteit. Hierdoor verdwijnen habitats van diverse (bedreigde) diersoorten. Oplossing is uitkap als bosbeheersmaatregel, in plaats van kaalkap. Daarbij vindt houtoogst selectief plaats. Ingrepen vinden dan plaats op individueel niveau (per boom). Ook staat de huidige Gedragscode toe dat op veel locaties tegelijk werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Het cumulatieve effect daarvan is niet bekend. Om biodiversiteit te vergroten dient juist veel minder bos te worden gekapt.
Lees hier meer over de ecologische effecten van kaalkap
Lees hier de inbreng van Leefmilieu
.
Op 26 september diende het beroep van Leefmilieu tegen de goedkeuring van de minister LVVN van kaalkap als bosbeheermaatregel, zoals beschreven in de "Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022". Rechtbank Arnhem heeft aangegeven binnen 6 weken uitspraak te willen doen (zie ook ons eerdere bericht hierover).
Parallel hieraan liep afgelopen maand een publieke consultatie over het voornemen van de staatssecretaris om deze "Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022” per januari 2025 op te nemen in de Omgevingswet.
Samen met andere organisaties heeft Leefmilieu ingebracht dat de staatssecretaris eerst de uitspraak van de rechtbank over de Gedragscode moet afwachten en dat de inhoud van de uitspraak vervolgens verwerkt moet worden in de hier aan de orde zijnde Gedragscode, voordat deze kan worden opgenomen in de Omgevingswet.
Lees ook ons eerdere bericht "Kaalkap is geen bosbeheersmaatregel"
.
Nu de omgevingswet in werking is getreden, rijst de vraag of deze mogelijkheden biedt aan gemeenten om de schadelijke gevolgen door houtstook aan te pakken. Adviesbureau KokxDeVoogd heeft hierover een rapport geschreven dat duidelijk aangeeft dat de omgevingswet zéker mogelijkheden biedt en geeft uitgebreid weer, middels conceptregels, hoe dat dan kan.
Startpunt is wel dat de gemeente duidelijk voor ogen moet hebben of en in hoeverre ze de schadelijke gevolgen willen aanpakken om van daaruit de mogelijkheden die de wet biedt te benutten. KoksDeVoogd beschrijft vervolgens drie verschillende modules waarin de gemeente kan ingrijpen:
Module 1: sturing op de bescherming van kwetsbare groepen
Module 2: sturing op functies & functiescheiding (zonering)
Module 3: sturing op de realisatie van doelen voor de leefomgeving
Voor elke module zijn conceptregels geschreven, waarbij er telkens een keuze gemaakt moet worden of men hard wil ingrijpen dan wel voorwaarden stellend of slechts stimulerend wil zijn. Belangrijke boodschap is dat er veel kan en een gemeente zich dus niet kan verschuilen achter een gebrek aan regelgeving; die regelgeving kunnen ze nu zelf bewerkstellingen!
Het rapport biedt een handvat als je zelf met gemeente in gesprek bent of wilt over de beperking van houtstook; u kunt ook de video bekijken van de presentatie door KokxDe Voogd.
Bekijk hier de video presentatie KokxDeVoogd
.
.
Stichting houtrookvrij heeft ‘klikostickers’ laten maken, waarmee je op ludieke wijze je protest kan laten zien tegen houtstook.
De stickers zijn er in drie varianten en te koop op de webwinkel van de stichting:
https://houtrookvrij.nl/webwinkel/
.
Op 26 september vond de rechtszitting over het beroep van Leefmilieu tegen kaalkap als bosbeheersmaatregel bij Rechtbank Arnhem plaats. Samen met Stichting Natuurbelang Nederland, MOB, Comité Schone Lucht, en Stichting ter behoud van het Schoorlse- en Noord-Kennemerduingebied heeft Leefmilieu dit beroep op 10 oktober 2022 tegen het besluit van de minister LVVN aangetekend. In het besluit keurt de minister bosbeheersmaatregelen als kaalkap tot 2 hectare en bodembewerking (bijvoorbeeld het frezen van de toplaag) goed, zoals beschreven in de ”Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022”. Bij kaalkap worden álle bomen in een bosareaal tegelijk geveld. Volgens de vijf natuur- en milieuorganisaties zijn de beheermethoden kaalkap en bodembewerking volledig in strijd met de Wet natuurbescherming en Europese Habitatrichtlijn. Deze maatregelen bieden onvoldoende garanties voor de te beschermen soorten. Dat geldt vooral voor beschermde soorten die gebonden zijn aan volwassen bos, oud bos en bos in de vervalfase. Met het opnemen van deze ruimtelijke ingrepen en de genoemde minimale restricties kunnen boseigenaren gemakkelijk oneigenlijk gebruik maken van de doelen uit de Gedragscode, door voluit hout te gaan oogsten onder het mom van bescherming van soorten. Dat het werkelijke doel het verkrijgen van economisch gewin en maximale handelingsvrijheid is, wordt buiten beeld gehouden. Volgens de milieu- en natuurorganisaties is uitkap (selectieve kap) wél een goede bosbeheersmaatregel. Bij uitkap worden individuele bomen geoogst terwijl buurbomen blijven staan. Bij uitkap ontstaan leeftijdsverschillen van bomen en boomsoortverschillen, wordt de structuur van het bos versterkt, en de biodiversiteit verhoogd. Het bos blijft permanent bos. Ook Stichting Natuurvolgend Bosbeheer en Stichting Natuurbelang hebben beroep aangetekend. Rechtbank Arnhem heeft aangegeven binnen 6 weken uitspraak te doen, tenzij de rechtbank voor het besluit meer tijd nodig heeft.
Beroep van Stichting Natuur Volgend Bosbeheer
.
Statistische toetsen die worden gebruikt om te bepalen of bestrijdingsmiddelen kankerverwekkend zijn, zijn decennialang verkeerd uitgevoerd. Dit stelt de Leidse hoogleraar Milieubiologie Geert de Snoo, directeur onderzoeksbeleid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), in een onderzoek van Zembla. De Snoo stelt dat de huidig gebruikte tweezijdige toets niet geschikt is om de veiligheid van pesticiden, zoals glyfosaat, te beoordelen: “Deze methode is bedoeld voor medicijnen, waarbij naast de schadelijke effecten ook de genezende werking wordt getoetst. Bij bestrijdingsmiddelen is die insteek irrelevant, omdat de toets enkel moet uitwijzen of de bestrijdingsmiddelen kanker veroorzaken. Een genezende werking hebben ze niet. Van belang is om alleen te weten of een stof veilig of kankerverwekkend is. Door verkeerd te toetsen, kun je de indruk krijgen dat er niks aan de hand is, terwijl het kankerverwekkend effect er misschien wel is. Bij de toelating van bestrijdingsmiddelen als glyfosaat is de verkeerde toets gebruikt. Mogelijk is bewijs voor kankerverwekkende effecten hierdoor als het ware verdund. Dit is slechte statistiek en slechte wetenschap. Alle bestrijdingsmiddelen die in Nederland zijn toegestaan, moeten we opnieuw toetsen om te kijken of ze kankerverwekkend zijn.”
Voormalig landbouwminister Piet Adema gaf in antwoorden op kamervragen aan dat tweezijdig toetsen bij de toelating al “decennialang goed wetenschappelijk gebruik” is. Het college voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) stelde dat tweezijdig toetsen de standaardmethode in Europa is.
eefmilieu vindt de reactie van het ministerie LVVN en van het Ctgb niet acceptabel. Als het tweezijdig toetsen een onjuiste methode is, dient deze niet te worden toegepast. Leefmilieu ondersteunt de oproep van professor de Snoo om met wetenschappers en toelatingsdeskundigen bij elkaar te zitten om goed te kijken naar de gang van zaken en de geconstateerde fout in beoordeling. Dit dient op zeer korte termijn te gebeuren zodat snel een herbeoordeling van bestrijdingsmiddelen op kankerverwekkendheid kan plaatsvinden.
Meer informatie en persbericht bij Zembla
Antwoord Adema op kamervragen Ouwehand en Kosti
.