Home


  Nieuwsbrief Leefmilieu
    Jaargang 11 - nummer 1 - januari 2013

     Ontvang gratis de Nieuwsbrief  

De Nieuwsbrief is soms te laat voor het nieuws dat we u willen vertellen, daarom zijn we ook gaan twitteren. De 124 tekens van een twitterbericht zijn niet veel, maar genoeg voor een korte verwijzing naar een website of reactie op het nieuws. Uiteraard houden we het zakelijk, zoals u het van ons gewend bent. Mocht u geen tijd of zin hebben om u bezig te houden met Twitter, dan is het goed om te weten dat de twitterberichten van Leefmilieu ook te vinden zijn op onze website.

Wij hebben ook wel eens onze twijfels of we wat opschieten met de energie die we in Twitter stoppen, maar twee positieve punten kunnen we er over melden. Via Twitter krijgen we nieuws, van bijvoorbeeld Belgische organisaties, dat we anders niet zouden zien. Bij de explosie van de kolencentrale van Electrabel in Nijmegen konden we zelf direct op het nieuws reageren. Onze berichten werden zelfs op de rampenzender, Omroep Gelderlander, voorgelezen.

Uiteraard hopen we iedereen dit jaar weer te zien en te spreken, de eerste gelegenheid daarvoor is 22 februari. Het wordt weer een blikverruimende bijeenkomst. Over dit alles en meer, deze Nieuwsbrief.

Inhoud van de Nieuwsbrief

1.   Unieke bijeenkomst 22 februari: Johan Vollenbroek doet boekje open.

Johan VollenbroekJohan Vollenbroek is al tientallen jaren een kritische deskundige op het gebied van milieuvergunningen. Een van zijn laatste opdrachten was Nedstaal. Nedstaal had de OZHZ (die namens de provincie Zuid-Holland vergunningen uitgeeft en handhaaft) om een vergunning verzocht om als proef 100 ton asbestbevattend schroot te verwerken. Omdat de gemeente Alblasserdam hier veel zorgen over had, heeft Johan Vollenbroek, in opdracht van de gemeente, de ontwerpbeschikking en de bestaande vergunning tegen het licht gehouden. Met de vergunning was veel mis. Ook was het de vraag of de filters de eventueel vrijkomende asbestdeeltjes zouden afvangen en waren er zorgen over de emissies van kwik, zink en fijn stof.
De afgelopen jaren heeft Johan Vollenbroek, in opdracht van Greenpeace en Natuur en Milieu ook naar de milieuvergunningen van kolencentrales en olieraffinaderijen gekeken. Zijn eindconclusie is dat er veel mis is met de vergunningverlening en –handhaving in Nederland. Op 22 februari zal Johan Vollenbroek, vanuit zijn rijke ervaring, zijn standpunt toelichten en ook ingaan op punten waar je op moet letten als je naar een vergunning kijkt.

Johan’s presentatie is op 22 februari van 14.45 tot 16.30 uur. Uiteraard is er ruime gelegenheid tot het stellen van vragen. Voorafgaand aan de presentatie is van 13.30 -14.30 uur eerst de algemene ledenvergadering. Na de bijeenkomst is er gelegenheid voor een hapje en drankje.

Datum       Vrijdag 22 februari 2013
Plaats       Titus Brandsma Memorial, Stijn Buysstraat 11, te Nijmegen
Tijd           14.45 – 16.30 uur (daarvoor is ALV)
Opgave     vooraf aanmelden bij burgernetwerk@leefmilieu.nl
Toegang    gratis voor leden, niet leden betalen 10 euro als bijdrage in de onkosten.

- terug naar boven -
 

2.   In beroep tegen rampbestijdingsplan

De vereniging Leefmilieu is samen met de Gelderse Natuur- en Milieufederatie in beroep gegaan tegen het rampbestrijdingsplan van TWO Chemical Logistics. Het bedrijf TWO is gevestigd in Nijmegen, dicht tegen de bebouwing van Weurt  (500 m) en Nijmegen (1200 m). TWO is een distributiecentrum voor verpakte gevaarlijke chemicaliën. Het bedrijf mag maximaal 11.200 ton chemische stoffen in haar magazijnen opslaan. Na uitvoerige bestudering bleven er zorgen over het rampbestrijdingsplan. Zo is het bijvoorbeeld, bij een nachtelijke brand, bij stabiel weer, mogelijk dat de rookpluim op een woonwijk neerdaalt. Schuilen heeft dan geen zin omdat de rook binnen ongeveer 4 uur de woning is binnengedrongen. Het rampbestrijdingsplan voorziet niet in die situatie.
Maar waarschijnlijk zal het bij het beroep, zoals de laatste jaren wel vaker, niet gaan over de inhoud van het plan. De eerste vraag die beantwoord moet worden is: “Is er wel een beroep mogelijk tegen het plan?” De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid die het plan heeft vastgesteld, vindt van niet. Wij vinden van wel. En we hopen natuurlijk dat we hierover van de rechter gelijk krijgen, want anders kan geen enkele groep in Nederland beroep instellen tegen de rampbestrijdingsplannen in hun regio.

Klik hier om het beroep te bekijken.

- terug naar boven -
 

3.   Stop de subsidie op biovergistingsinstallaties

Henk Cuppen, de vertegenwoordiger van de lokale bewonersgroepen in de Peel in Brabant had een duidelijke boodschap voor de aanwezigen op het symposium Pootafdrukken in het zand op 2 februari in Deurne. Henk Cuppen liet zien dat de huidige ontwikkeling op korte termijn al leidt tot de verandering van het agrarische karakter van de Peel in een nieuw industriegebied vol biovergistingsinstallaties. Die installaties moeten de 6 miljard kilo mest gaan verwerken die de dieren in de Peel produceren. Om dat voor elkaar te krijgen moeten er 60 van zulke biogasinstallaties neergezet worden.

Op de grafiek (zie hiernaast) is te zien hoeveel installaties er in de verschillende gemeenten komen. Dat het rendement laag is en de risico’s van dergelijke installaties groot had het KRO televisie programma Reporter in november al laten zien. Maar tijdens de bijeenkomst werd nog iets duidelijk: om deze biovergistingsinstallaties rendabel te maken moet er veel subsidie bij. Per bedrijf gaat dat om miljoenen per jaar en als de plannen doorgaan gaat het in totaal, in de loop van de jaren, om miljarden. Het mestprobleem los je er niet mee op, want de mineralen blijven in het restproduct achter. Je haalt wat energie uit de mest, maar zonder subsidie loont dit proces niet. Kortom: niet doen, maak van het platteland geen industrieterrein en gooi het geld niet over de balk.

Klik hier om de presentatie van Henk Cuppen tebekijken (2,7 MB).

Het televisieprogramma van Reporter is te vinden op:
http://reporter.kro.nl/seizoenen/20 12/afleveringen/16-11-2012
Foto’s van de bijeenkomst, die plaats vond in Willibrordhaeghe in Deurne.

- terug naar boven -
 

4.   Leefmilieu verkrijgt ANBI-status

ANBI staat voor Algemeen Nut Beogende Instelling en is een status die toegekend wordt door de belastingdienst. Een ANBI is een kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of andere instelling die het algemeen belang dient (bron: belastingdienst). Als je  ANBI-status toegekend hebt gekregen betaal je als vereniging geen schenk- en erfbelasting over ontvangen schenkingen en erven. Voor de gever zijn de giften aftrekbaar, mits ze nog aan de andere eisen daarvoor voldoen.

Op verzoek van de leden heeft Leefmilieu in 2012 de ANBI- status aangevraagd. Op basis van statuten, jaarverslagen, activiteitenplannen, Nieuwsbrieven en onze website heeft de belastingdienst de beoordeling uitgevoerd of Leefmilieu aan de voorwaarden voldoet. Het verheugt ons dat we nu kunnen mededelen dat begin dit jaar de beschikking is opgemaakt dat aan Leefmilieu deze ANBI- status toegekend is, zodat de belastingvoordelen nu dus van kracht zijn geworden. Ook is het uiteraard een signaal dat Leefmilieu erkend wordt als een maatschappelijke instelling van belang, waar we erg blij mee zijn.
Wilt u meer informatie over ANBI dan kunt u deze uiteraard vinden op de website van de belastingdienst, maar een zeer overzichtelijke website is ook www.anbi.nl. Net als bij de belastingdienst is hier te controleren of een organisatie die status daadwerkelijk heeft.

- terug naar boven -
 

5.   Presentatie 23 november 2012: LFG en het horen van een bromtoon

Op verzoek van de vereniging Leefmilieu hield Edwin Buikema, specialist op laagfrequent geluid, op 23 november een presentatie over dit lastige milieuprobleem. De titel van zijn presentatie was: “LFG en het horen van een bromtoon “.
Uit deze presentatie worden hier 2 punten toegelicht:

  • Geluidsisolatie van woningen werkt niet.
  • Laagfrequent geluid is, met kennis van zaken, goed te meten.

Indrukwekkend was het geluidseffect dat Edwin Buikema tijdens de presentatie demonstreerde over de effecten van geluidsisolatie van woningen. Het blijkt dat woningisolatie wel werkt voor hoge tonen, maar niet voor lage tonen. Het gevolg van woningisolatie is dus dat het voor mensen die niet gevoelig zijn voor laag frequent geluid in huis stiller wordt, terwijl voor mensen die er wel gevoelig voor zijn, het laagfrequente geluid steeds meer op de voorgrond komt. Ook afstanden hebben een dergelijke werking: van een vrachtwagen die in de verte stationair staat te draaien overheerst op grote afstand het laagfrequente geluid (de bromtoon).

Hoewel niet iedereen laagfrequent geluid even goed hoort, is het wel, uiteraard met de juiste apparatuur, goed te meten. Je moet echter wel weten waar je meet. Een meting moet bijvoorbeeld eerder in de hoeken van de kamer bij het plafond gedaan worden, dan zomaar ergens in het midden van de kamer. Het geluid meten in huis betekent echter nog niet dat je weet waar het geluid vandaan komt. In veel, ook uitgebreide onderzoeken, kan de bron niet bepaald worden. Maar er zijn wel enkele tips te geven. Ga naar buiten en als je het geluid daar niet meer hoort, komt de bron waarschijnlijk vanuit het huis zelf. Zet eventueel de elektriciteit van het hele huis uit, om erachter te komen of het geluid van een apparaat uit het huis komt. Hoor je het geluid altijd en overal, bijvoorbeeld ook op vakantie in het buitenland, dan is de oorzaak waarschijnlijk niet laagfrequent geluid.

Download hier de hele presentatie, inclusief het geluid (6,9 MB)

Of belijk de presentatie zonder geluid (3,7 MB)

- terug naar boven -
 

6.   Hoe verder als je last hebt van LFG? Verslag van de bijeenkomst

Behalve de presentatie van Edwin Buikema (zie hierboven) werd er op de bijeenkomst van 23 november over laagfrequent geluid (LFG) doorgepraat over de stappen die je kunt nemen als je overlast ervaart.  De deelnemers gingen in groepen van ongeveer 10 personen uit elkaar, om onder leiding van een voorzitter door te praten over Hoe nu verder? De uitkomsten van alle groepen zijn in een overzicht verwerkt en voor de overzichtelijkheid rond verschillende thema’s geordend. Het zijn uiteenlopende suggesties voor mensen die last hebben van LFG: hoe de bron op te sporen of hoe de overlast proberen te verminderen. Met daarbij vooral het advies te proberen medestanders te vinden en mensen die je overlast begrijpen. Er was ook een hartstochtelijke oproep aan artsen en specialisten om zich in het vraagstuk te verdiepen, zodat je daar niet tevergeefs aanklopt. Ook op het gebied van kennisopbouw kan er in Nederland nog veel gebeuren. Voor een laboratorium waar je je gevoeligheid voor LFG kunt laten bepalen moet je helemaal naar Denemarken. Hier ligt dus nog een duidelijk verbeterpunt. Verder drongen de aanwezigen aan op samenwerking tussen alle partijen en een website waar alle goede tips, en bijvoorbeeld ook plaatsen waar je geen last hebt van LFG, bij elkaar gezet worden. Iedereen hoeft dan niet steeds opnieuw zelf het wiel uit te vinden.

Bekijk hier het hele verslag met alle tips.

- terug naar boven -
 

7.   Gezondheidsraad geeft advies over afstand veehouderij en wonen

De gezondheidsraad heeft een teleurstellend advies uitgebracht over de afstand tussen veehouderijen en wonen. Volgens de gezondheidsraad zijn er aanwijzingen dat wonen in de buurt van veehouderijen

gezondheidsrisico’s met zich mee kan brengen. Maar omdat er wetenschappelijk te weinig bekend is kan ze geen onderbouwd advies geven. Wel beveelt de raad aan om op lokaal niveau beleid te maken over minimumafstanden en ze benadrukt dat de lokale aanpak gebaseerd moet zijn op een dialoog met alle belanghebbenden.

Echter het pad van dialoog en lokaal beleid is voor de meeste bewonersgroepen een doodlopende weg gebleken. De pogingen van groepen om met dialoog tot een beter lokaal beleid te komen, hebben op de meeste plaatsen gefaald. Groepen vinden al jaren een lokale overheid tegenover zich die de regelgeving aan haar kant heeft staan en die de belangen van de boeren beter dient dan die van de omwonenden. De gezondheidsraad wil alleen adviseren op basis van wetenschappelijke kennis, dat klinkt mooi en nobel, maar laat wel alle betrokkenen met lege handen achter.

Klik hier om het advies “Gezondheidsrisico’s rond veehouderijen” te bekijken.

- terug naar boven -
 

8.  Boerenmacht wordt boerenzwakte

De Gezondheidsraad geeft een keer of vier per jaar het tijdschrift Graadmeter uit, waar je je trouwens gratis op kunt abonneren. Graadmeter behandelt in het kort de adviezen die de Gezondheidsraad uitbrengt en soms staat er een interessant interview in. Zoals in het laatste nummer van december 2012, het interview met Henk van Wijk, woordvoerder van een bewonersgroep in Middelbeers in Brabant. In 4 bladzijden wordt de problematiek van het buitengebied haarscherp samengevat: ondraaglijke stankoverlast, uitbreidende varkensbedrijven, overheden die niets doen en een bewonersgroep die stuk loopt op juridische procedures.

De enorme invloed van de boeren wordt ook geanalyseerd. Het antwoord op de vraag waarom de regels zo boervriendelijk zijn luidt dan ook: “De boerenstand heeft vanouds een enorme invloed in de dorpen van Brabant. De boeren hebben een onbetaalbaar netwerk: er zit familie in de gemeenteraad, de aannemer is familie, evenals de leverancier van de brokken en de houder van het mechanisatiebedrijf. Ook zijn er veel familieverbanden tussen boeren en buren. De Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) – de boerenbelangenorganisatie – heeft in Brabant een enorme invloed op de politiek en het bestuur. Boeren hebben hier altijd de kans gekregen om groter te worden.”

Dit antwoord houdt ook een kiem van een oplossing in zich: de boeren hebben zich verenigd in sterke netwerken. Nu de bewoners nog. Uit het artikel blijkt dat individuele bewoners die klagen over de overlast direct ter verantwoording worden geroepen door de boeren. Dit is natuurlijk een domme reactie: de boerennetwerken mogen nu dan nog sterker zijn dan de bewoners, die tijd is onherroepelijk aan het veranderen. Er zijn minder boeren dan gewone bewoners in het buitengebied  en die bewoners winnen uiteindelijk de strijd omdat ze gewoon met meer mensen zijn en politici daar rekening mee moeten houden. Dus boeren, doe wat iedere gezonde bedrijfstak doet: zie iedere klacht als een gratis advies en zorg dat de regelgeving zo streng wordt dat de achterhoede niet het beeld kan bepalen. Volg kortom het pad dat de andere bedrijven in Nederland al hebben afgelegd en zorg dat de opgebouwde netwerken uit het verleden geen barrière vormen voor stappen naar de toekomst.

- terug naar boven -
 

9.   Per 1 januari 2013 Activiteitenbesluit van kracht voor agrarische bedrijven

In verleden waren vergunningen maatwerk. Voor de meeste bedrijven zijn die echter vervangen voor algemene regels, voorschriften die vallen onder het Activiteitenbesluit. Vanaf 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit vernieuwd, het geldt nu ook voor agrarische bedrijven. De vergunningplicht is nu vervallen bij bijvoorbeeld veehouderijen met minder dan 2000 geiten, 2000 vleesvarkens of 40.000 kippen. Dit zijn behoorlijk grote bedrijven.

De wijziging betekent duidelijke regels waar bedrijven aan moeten voldoen. De rechtsbescherming van omwonende burgers is echter minder duidelijk. Het activiteitenbesluit neemt genoegen met een melding in plaats van een uitgebreide vergunningaanvraag. Zelfs als blijkt dat het bedrijf niet aan de regels kan voldoen, kan de melding niet worden geweigerd! Er is ook geen mogelijkheid voor belanghebbenden om een zienswijze of bezwaar in te dienen. Wel is bij een aantal bedrijven een toetsing aanwezig in de vorm van een OBM (omgevingsvergunning beperkte milieutoets) voor fijnstof en een m.e.r.-beoordelingsplicht. De OBM is wel een reguliere vergunning en dit betekent dat een bezwaarprocedure voor belanghebbenden mogelijk is gedurende 6 weken na de bekendmaking.

Als blijkt dat een bedrijf niet voldoet aan de regels van het Activiteitenbesluit is het altijd mogelijk om een handhavingsverzoek in te dienen bij het bevoegd gezag (vaak de gemeente). Indien er voorschriften niet worden nageleefd, heeft deze immers een beginselplicht tot handhaving.

Het Activiteitenbesluit is te vinden op: www.wetten.nl.

Een overzicht van de regels is te vinden op:

http://www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/activiteiten besluit/officiele/infomil-gemaakte/#1januari2013

- terug naar boven -
 

10.   In verbrandingsinstallaties worden nieuwe nanodeeltjes gevormd

Van sommige nanodeeltjes is bekend dat ze bestand zijn tegen hoge temperaturen. Zo blijft ceriumoxide (grootte 80 nanometer) in tact tijdens de verbrandingsprocessen in een afvalverwerkingsoven. De nanodeeltjes komen terecht in de afvalgassen, maar worden gelukkig door de roetfilters daaruit weggevangen. Onderzoek van Wiesner en Plata (2012) laat zien dat andere metalen, zoals ijzer, aluminium, en silicium, wel door de filters komen en dat zich bij het afkoelen van de afvalgassen, alsnog nieuwe nanodeeltjes kunnen vormen. Die ‘spontane’ deeltjes komen dan ongestoord vrij in het milieu vanuit de verbrandingsinstallatie. Het gaat hierbij niet alleen om metaalachtige nanodeeltjes, maar ook om koolstofnanodeeltjes zoals fullereenachtige verbindingen (holle koolstofbollen of –buisjes (zie plaatje). De studie bevestigt dus dat nanodeeltjes vrijkomen uit verbrandingsinstallaties. Dit kunnen zelfs nanodeeltjes zijn die niet in de oorspronkelijke afvalstroom zaten. Dat zeer kleine deeltjes vrijkomen. was al bekend, maar over de invloed van deze mensgemaakte nanodeeltjes, is nog vrijwel niets bekend. De studie maakt duidelijk dat we bij de introductie van nanodeeltjes ons niet alleen moeten afvragen, wat nanodeeltjes doen in het product waarin ze toegepast worden (denk aan de zonnebrandcrème), maar ook wat ermee gebeurt in de afvalfase.

Heeft nanotechnologie uw belangstelling? Abonneer u op de nieuwsbrief van het RIVM:

www.rivm.nl/Onderwerpen/Onderwerpen/N/Na notechnologie/Aanmelding_Signaleringsbrief_KIR_Nano

- terug naar boven -
 

Onderwerpen: