De vereniging Leefmilieu is een onafhankelijke milieuorganisatie die zich inzet voor een groen en gezond leefmilieu. Onze kenmerken zijn: grote milieudeskundigheid en samenwerking met bewonersgroepen in heel Nederland.


Op deze website informeren we je over onze activiteiten. Wil je op de hoogte blijven, abonneer je kosteloos op onze nieuwsbrief of word lid.  

actueel (kop)

Logo Marga jacobs Milieuprijs

Onderwerpen:

6 mei 2025. Mobilisation en vereniging Leefmilieu hebben minister Wiersma vandaag een brief gestuurd met een uitnodiging voor overleg om nieuwe stikstofrechtszaken af te wenden. Zij noemen het plan Wiersma "aantoonbaar onmogelijk". Zij geven Wiersma twee weken de tijd om in gesprek te gaan met beide organisatiies.

 

Vrijdag 25 april stuurde minister Wiersma een brief aan de Tweede Kamer, met daarin de lang verwachte maatregelen om het stikstofprobleem op te lossen, dat Nederland al sinds de Raad van State uitspraak in 2019 over het PAS in de greep houdt. In de Kamerbrief wordt een reductiedoel voor landbouw genoemd van 42%-46% voor 2035 en 50% in de overige sectoren en een bufferzone van 250 meter rondom De Veluwe en de Peelgebieden. De maatregelen in de veehouderij blijven vrijwillig: geen gedwongen uitkoop of extensiveren.

 

Mobilisation en Vereniging Leefmilieu noemen de brief van Wiersma een ontkenning van de ecologische, juridische en economische realiteit, en verwijzen daarbij naar een berekening van Gispoint. In hun brief aan minister Wiersma roepen zij op de problemen in overleg op te lossen in plaats van weer nieuwe rechtszaken te moeten gaan voeren. Zij stellen een termijn van 2 weken aan de minister om in gesprek te gaan.


Lees hier het hele persbericht


Lees hier de brief aan minister Wiersma


Lees hier de stikstofnotitie van Gispoint


Link naar de kamerbrief van minister Wiersma

 

.

Johan presenteertOp 11-4-2025 gaf Johan Vollenbroek van Stichting MOB een presentatie over de stand van zaken van de stikstofproblematiek in ons land. Hieronder een korte samenvatting:

 

Nederland kampt met een zware stikstofcrisis die zich uitstrekt over meerdere sectoren. Belangrijkste Nederlandse bronnen zijn de vee-industrie, mobiliteit, huishoudens, diensten, bouw en industrie. Structurele oplossingen blijven uit. Stichting MOB richt zich op de sectoren luchtvaart, industrie, vee-industrie en  houtstook voor energie.

De intensieve veehouderij is verantwoordelijk voor het grootste deel van de ammoniak- en stikstofuitstoot, daarmee is Nederland koploper in Europa. Het probleem is dat de afgelopen 100 jaar de biodiversiteit met 85% is afgenomen. In 1995 is de Habitatrichtlijn van kracht geworden, maar nog steeds is er achteruitgang, vanwege de nog steeds toenemende stapeling van zuur in de bodem ten gevolge van stikstof, zwavel en andere zuurverbindingen. De zuurdepositie ligt in veel Natura 2000-gebieden nog steeds fors boven de wettelijke grenswaarden. Stikstofuitstoot per landDe stikstofdepositie op Natura 2000 gebieden vanuit de Nederlandse bronnen is voor 76% afkomstig van de landbouw. Andere Nederlandse bronnen zijn mobiliteit (16%), huishoudens/ diensten/ bouw (5%) en industrie (3%). MOB geeft als oplossing aan het halveren van de stikstofuitstoot naar 2030 in alle sectoren: dat wil zeggen in de komende 5 jaar jaarlijks 10% per jaar. Dat wil zeggen in 2026 al 10% minder. Verder dient er een gestaffelde generieke korting op fosfaat- en dierenrechten te komen en een stop op de productierechtenhandel.

Naast de stikstofreductie dient er een actief beleid op het gebied van eiwittransitie (van dierlijk naar plantaardig) te worden uitgevoerd. Daarbij is het goed om de plannen van Urgenda ‘Landinzicht’ uit te voeren, inclusief eiwittransitie.

Naast de stikstofproblematiek dreigt ook de Kaderrichtlijn Water Nederland verder "op slot" zetten, door het niet halen van de waterkwaliteitsdoelstellingen (deadline 2027).

 

Eerder dit jaar presenteerde Johan deze stand van zaken ook al in een gesprek met de Commissie LVVN (Comissie Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) van de tweede Kamer. Daarmee was deze presentatie ook een toelichting op de brief die MOB in januari naar premier Schoof stuurde.

 

Bekijk hier de presentatie van Johan

 

De brief van 20-01-2025 van MOB aan premier Schoof

 

Visie ‘Landinzicht’ van Urgenda

 

.

Rechterlijke uitspraken, verlopen deadlines en meer dwingen het kabinet om snel met oplossingen te komen. De hiervoor ingerichte ministeriële commissie heeft echter alweer vertraging aangekondigd….. een overzicht van de afgelopen maanden:

18 december 2024
Raad van State uitspraak Amercentrale en Rendac stelt dat intern salderen niet gebruikt mag worden in de voortoets van een project. De stikstofruimte die er in een vergunning zit, mag dus niet op voorhand gebruikt worden om de stikstofemissies van het nieuwe project ‘weg te strepen’ en daarmee te stellen dat er geen significante effecten zullen zijn. Voor elk project zelf moet beoordeeld worden of er significante effecten kunnen zijn! Hiermee zijn terugwerkend vele projecten van start gegaan zonder nieuwe vergunningen, terwijl dit wél had gemoeten. Er is voor elk nieuw project dus een beoordeling nodig, waar dit voorheen niet gedaan werd. Hiermee is een nieuwe groep bedrijven ontstaan die ten onrechte geen vergunning heeft, een nieuwe groep ‘PAS-melders’ dus.

27 januari 2025
Logo GreenpeaceGreenpeace wint rechtszaak tegen De Staat. De Nederlandse Staat handelt onrechtmatig door de verslechtering van de stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden niet tijdig te stoppen en de wettelijke stikstofdoelen voor 2025 niet, en voor 2030 zeer waarschijnlijk niet, te halen. Dat volgt uit een uitspraak in een civielrechtelijke procedure bij de rechtbank Den Haag tussen Greenpeace en de Staat. De rechtbank beveelt de Staat zich aan zijn stikstofdoel voor 2030 te houden, wat betekent dat de Staat 50 procent van de oppervlakte van de stikstofgevoelige natuur uiterlijk op 31 december 2030 onder de grenswaarde/Kritische Depositie Waarde moet brengen. Daarbij moet de Staat voorrang geven aan de meest kwetsbare natuur. De rechtbank oordeelt dat de Staat dit vonnis direct moet uitvoeren, ook ingeval van hoger beroep.

14 februari 2025
Wiersma stelt dat een nieuwe ondergrens voor stikstof van 1 mol per hectare (factor 200 hoger dan huidige ondergrens) door de wetenschap ondersteund wordt. Al heel snel laten wetenschappers weten dat dit niet het geval is. Er is veel discussie over deze ondergrens. Het rapport van de wetenschappers die het voorstel beoordeeld hebben, houdt de minister geheim. Geen discussie is er over het feit dat de stikstofuitstoot hiermee zou toenemen en dus de belasting op de Natura2000 gebieden ook. Waar die stikstofruimte vandaan zou moeten komen is een groot vraagteken.

28 februari 2025
PAS-meldingen en handhavingEinddatum ‘legalisatieprogramma PAS-meldingen’. Dit programma is mislukt. Er is geen legalisatie tot stand gekomen. Hiermee staat de weg open om handhavingsverzoeken te doen voor bedrijven die met een PAS-melding in werking zijn. Maar minister Wiersma had een nieuw wetsvoorstel naar de Raad van State gestuurd voor advies….

10 maart 2025
Raad van State fileert dit wetsvoorstel (legalisering PAS-projecten) van Wiersma:

  • Er wordt niet duidelijk gemaakt waar de stikstofruimte vandaan moet komen voor de legalisering. Bronmaatregelen ontbreken;
  • Voorstel is onvoldoende concreet: maatregelenpakket om doelstellingen te halen ontbreekt;
  • Term ‘legaliseren’ wordt in wetsvoorstel op twee manieren uitgelegd;
  • Gesuggereerd wordt dat door deze wetswijziging het weigeren handhavend op te treden bij bedrijven met een PAS-melding stand zal houden bij de rechters. De Raad van State betwijfelt dit zeer.

We kunnen alleen maar hopen dat de plannen die de nieuwe, speciale ministeriële commissie opstelt van hogere kwaliteit zijn dan wat er tot nu toe uit de hoge hoeden getoverd is.

 

.

Op 16 januari 2025 deed het CBb (College van Beroep voor het bedrijfsleven) uitspraak over het beroep van PAN Europe tegen de goedkeuring van het pesticide Dagonis door het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden). De beoordeling van Dagonis door het Ctgb moet opnieuw.

PAN Europe beLogo De Rechtspraakstreed de toelating van Dagonis, omdat het Ctgb nieuwe wetenschappelijke informatie over de hormoonontregelende eigenschappen van het ingrediënt difenoconazool niet had meegenomen in de beoordeling. Het Ctgb en de toelatingshouder BASF waren van mening dat die nieuwe informatie bij deze toelating niet meer aan de orde hoefde te komen.

Bij de motivering van het besluit verwees het CBb naar de eerdere uitspraken van het Europees hof over deze zaak op 25 april 2024. Dat stelde, naar aanleiding van de vragen van het CBb, dat bij de toelating van een middel rekening moet worden gehouden met alle beschikbare wetenschappelijke en technische kennis die tot op het moment van besluitvorming op het bezwaarschrift, beschikbaar is. Zie ook ons eerdere artikel over deze zaak.

 

Deze uitspraak van het CBb heeft grote gevolgen voor het werk van het Ctgb en voor de toelating van pesticiden in Nederland. Het Ctgb moet nu voortaan alle beschikbare technische en wetenschappelijke kennis meenemen, tot op het moment van het besluit op een bezwaarschrift.

Ook kan het Ctgb de beoordeling van specifieke eigenschappen van de werkzame stoffen in pesticiden niet langer achterwege laten met het argument dat die eigenschappen bij de toelating van de werkzame stof al door de Europese Commissie zijn beoordeeld.

 

Lees hier de uitspraak van het CBb over deze zaak

 

Zie ook ons eerdere artikel: Europees hof: Nederlands toelatingsbeleid pesticiden deugt niet

 

.

Een vergunning en natuurtoets zijn verplicht voor lelievelden die worden bespoten en bij Natura 2000 liggen. Dat volgt uit de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 6 maart jl over een zaak die het burgerinitiatief Meten=Weten heeft aangespannen tegen de provincie Drenthe.afbeelding Lelieveld In 2022 heeft Meten = Weten de provincie Drenthe gevraagd het gebruik van bestrijdingsmiddelen te handhaven bij lelieteelt aan de Pastoorzandweg in Geeuwenbrug. Deze percelen liggen bij de Natura 2000-gebieden het Drents-Friese Wold en het Leggelderveld. Meten=Weten gaf in haar handhavingsverzoek aan dat gebruik van bestrijdingsmiddelen bij het telen van lelies negatieve effecten kan hebben op Natura 2000-gebieden, en dat daarom een vergunning verplicht is. De provincie Drenthe gaf als verdediging aan dat het teeltseizoen bijna voorbij was en de lelies geoogst. Echter de rechter gaf in zijn uitspraak aan dat lelieteelt als wisselteelt plaatsvindt en dat het daarom aannemelijk is dat op het genoemde perceel in de toekomst opnieuw lelieteelt zal plaatsvinden. Een negatief effect door bespuitingen op de naastgelegen Natura 2000-gebieden kan niet op voorhand worden uitgesloten. Dan is er een vergunningplicht vereist, volgens de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank ging niet mee in het verweer van de provincie dat lelieteelt onder bestaand agrarisch gebruik valt. Volgens Meten=Weten heeft deze uitspraak niet alleen effect op sierteelt, maar op alle teelten waar bestrijdingsmiddelen worden gebruikt en deze negatieve effecten kunnen hebben op Natura 2000-gebieden. Alle telers die bestrijdingsmiddelen willen gaan gebruiken moeten nu een aanvraag doen voor een vergunning. De provincie moet dan een  ontwerpbesluit ter inzage leggen, waarmee alle omwonenden vooraf inzicht krijgen waar lelies geteeld worden. Zij kunnen dan een zienswijze indienen en bezwaar maken, aldus Meten=Weten.
Leefmilieu vindt dat een vergunningplicht bij alle percelen rond Natura 2000-gebieden waar bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, dient te gelden.

 

Lees hier de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland

 

.

De brancheorganisatie Vereniging van Bos-en Natuurterreineigenaren (VBNE) heeft begin maart haar hoger beroep bij de Raad van State tegen de uitspraak van rechtbank Cover Ecologische Effecten KaalkapGelderland inzake een verbod op kaalkap van bos ingetrokken. De minister van LNNV had kaalkap tot 2 hectare als bosbeheersmaatregel aanvankelijk goedgekeurd, als onderdeel van de Gedragscode Soortenbescherming Bossen. Een groep milieu- en natuurorganisaties waaronder Leefmilieu ging hiertegen met succes in beroep, waarop de VBNE hoger beroep instelde. Waarom de VBNE het hoger beroep nu heeft ingetrokken is niet bekend. Mogelijk omdat de brancheorganisatie inschat dat hoger beroep niet te winnen valt door de sterke ecologische argumenten van de milieu- en natuurorganisaties. Door de intrekking dienen boseigenaren voor kaalkap voortaan een officiële natuurvergunning bij provincies aan te vragen. Hierdoor hebben belanghebbenden voortaan ook de mogelijkheid tot inspraak over eventuele kaalkap. Het verkrijgen van een vergunning voor kaalkap door boseigenaren is echter aanzienlijk moeilijker geworden, nu de rechtbank Gelderland de ecologische bezwaren tegen kaalkap en de schadelijke effecten voor de biodiversiteit gegrond acht. Leefmilieu is erg blij met de intrekking van het hoger beroep. Kaalkap werd door de bosbouwsector vreemd genoeg voorgesteld als natuurbeschermingsmaatregel. Dat is nu verleden tijd. Terreinbeheerders en boseigenaren kunnen met zogenoemde selectieve kap hun bossen veel natuurvriendelijker beheren, stelt Leefmilieu. Daarbij wordt een enkele boom selectief gekapt, en geen vlaktes tot 2 hectares tegelijk. Selectieve kap levert veel minder schade voor de natuur en levert juist meer biodiverse bossen op.

 

Zie ook ons artikel: Natuurorganisaties winnen rechtszaak tegen kaalkap

 

Lees ook het rapport: Ecologische effecten van vlaktekap op de kwaliteit van bosecosystemen

 

.

Bord waterwingebiedIn Gelderland zijn telers van bloembollen niet welkom in de buurt van Gelderse drinkwatergebieden. Provinciale Staten van Gelderland hebben begin februari besloten deze bedrijven te weren, omdat bij deze teelt veel bestrijdingsmiddelen gebruikt worden. Vervuiling van grondwater is dan een risico. Biologische telers zijn nog wel welkom. Leefmilieu vindt dat dit besluit navolging verdient in andere provincies. Bij de bollenteelt worden veel bestrijdingsmiddelen gebruikt. Veel meer dan in gemiddeld in de tuinbouw aangezien bloembollen niet als voedsel worden gebruikt.

 

 

.

Kaalkap tot 0.5 hectare en schermkap tot 2 hectare mag geen bosbeheermaatregel zijn in de zgn ‘Gedragscode soortenbescherming bosbeheer’. Dat is het oordeel van Rechtbank Arnhem in het beroep dat Leefmilieu en zes andere milieu- en natuurorganisaties tegen de minister LVVN hebben aangespannen (Uitspraak 19 december 2024). Ze zijn erg blij met deze https://www.leefmilieu.nl/sites/www.leefmilieu.nl/files/imported/img_nwsbrf/Logo%20De%20Rechtspraak.jpguitspraak. De rechter oordeelt dat bosbeheerders onvoldoende hebben onderbouwd dat kaalkap als bosbeheermaatregel goed zou zijn voor de flora en fauna in het bos. Door de uitspraak moeten bosbeheerders daarvoor vanaf nu een aparte vergunning met onderbouwing aanvragen. Vraag is of ze dan nu wel met een goede onderbouwing komen. De minister LVVN kan volgens de milieu- en natuurorganisaties de betreffende maatregelen nu niet opnemen in de Omgevingsregeling van de Omgevingswet.

 

Lees hier de uitspraak van de Rechtbank Arnhem (dossiernummer: D20241442).

 

Bekijk ook de voorafgaande berichten van Leefmilieu over deze procedure:

- Consultatie Aanwijzing gedragscodes soortenbescherming en houtopstanden 2025

- Kaalkap is geen bosbeheersmaatregel

 

.

December 2024. Minister Wiersma heeft eind november bekendgemaakt nog eens 3 jaar de tijd te willen nemen voor het legaliseren van PAS-melders. In die tijd wil zij kijken of er Tekst: Wat zijn PAS-melderseen ondergrens mogelijk is waarbij geen vergunning nodig is. Ook wil zij per bedrijf onderzoeken of met aanpassingen in de bedrijfsvoering de stikstofuitstoot omlaag gaat én waar dat kan een gebiedsgerichte aanpak ontwikkelen (waren dat niet die provinciale plannen die weer de ijskast in gingen??). Allemaal routes die eerder verkend zijn zonder resultaat en juridisch onhoudbaar óf alweer bevroren zijn voordat aan uitvoering toegekomen is (zoals de gebiedsgerichte provinciale plannen).

 

Milieuorganisaties, maar ook veel boeren zijn tegen dit uitstel. De stikstofbelasting van de natuur blijft onverminderd hoog en boeren verkeren nog eens 3 jaar in onzekerheid. De natuur in Nederland is zo overbelast dat natuurgebieden en diersoorten dreigen te verdwijnen, hierdoor is het moeilijk om de PAS-melders een natuurvergunning te geven. Vrijgekomen stikstofruimte moet immers éérst gebruikt worden om de belasting op natuur te verminderen! Maar ondertussen worden er wél nog vergunningen verstrekt voor bedrijfsuitbreidingen. Daar is blijkbaar wel stikstofruimte voor? En ook voor Schiphol?

Sinds 2019 zijn tientallen commissies ingesteld en veel geitenpaadjes uitgeprobeerd om een drastische inperking van de veestapel te voorkomen. Allemaal verloren tijd. Veel “innovaties” bleken niet te werken en/of waren gebaseerd op gesjoemel met meetrapporten. Zowel door rechtbanken als de Raad van State zijn veel hierop gebaseerde vergunningen vernietigd, nadat ze door MOB en/of Leefmilieu zijn aangevochten.

 

Om te voorkomen dat wéér jaren voorbij gaan zonder wezenlijke verbetering voor de natuur, moeten milieuorganisaties wel weer naar de rechter stappen. Handhavingsverzoeken voor PAS-melders en zelfs intrekkingsverzoeken zullen het gevolg zijn. Dat zullen niet alleen vergunningen zijn van de vee-industrie, maar ook biomassacentrales, chemische industrie, etc. MOB heeft deze stap is al aangekondigd in een persbericht begin december. Leefmilieu overweegt ook deze juridische stappen.

 

Lees hier het persbericht van MOB

 

.

´Eerlijk over houtstook´ is de titel van de campagne van Milieucentraal, die in oktober 2024 gestart is. De campagnestart heeft behoorlijk wat aandacht gekregen in de media, onder andere aan eende Kleer met een potje van 28 gram fijnstof aantal talkshowtafels. Longarts Ismé de Kleer heeft een belangrijke rol in de campagne en legt de gevolgen van houtstook duidelijk uit. De hoeveelheid fijn stof die vrij komt bij het stoken wordt goed visueel gemaakt door steeds het gevulde potje met fijn stof en roet (zie foto) te laten zien. Milieucentraal heeft ook zelf metingen gedaan.

Op de website van Milieucentraal is nu veel en duidelijke informatie te vinden en Milieucentraal is op de website gestopt met tips om ‘goed te stoken’. Leefmilieu vindt dit een heel goede zaak en het helpt om mensen die nog niet bekend zijn met deze problematiek naar de informatie op deze website te verwijzen.

Ook Arjen Lubach heeft naar aanleiding van de campagne aandacht besteed aan het onderwerp, een aanrader als u dat nog niet gezien heeft.

 

Klik hier voor meer informatie op de website van Milieucentraal

 

Bekijk op Youtube:

- Arjen Lubach over houtstook

 

- Longarts Ismé de Kleer over Houtstook

 

,

De Bestrijdingsmiddelenatlas oppervlaktewater geeft op grond van meetgegevens van regionale waterbeheerders een landelijk beeld van de bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater en is via internet door iedereen te raadplegen.

 

figuur mengseltoxiciteitSinds de laatste update van oktober 2024 worden niet alleen de effecten van de afzonderlijke bestrijdingsmiddelen opgenomen, maar ook de cumulatieve effecten (toxische druk) van mengsels van meerdere bestrijdingsmiddelen tegelijkertijd. In de Atlas zijn deze gegevens opgenomen onder het thema “Toxische druk”.

De beschrijving van de effecten van mengsels van bestrijdingsmiddelen is belangrijk, want zelfs wanneer de afzonderlijke stoffen onder de wettelijke norm blijven, kunnen ze gezamenlijk toch zorgen voor ecologische schade. Deze inzichten maken het mogelijk de risico’s beter in te schatten en de waterkwaliteit beter te beschermen.

 

Behalve de toxische druk van mengsels zijn ook de individuele metingen van alle gemeten stoffen te bekijken, inclusief de normoverschrijdingen, langjarige trends in concentraties en het verband tussen landgebruik en de concentratie of normoverschrijding van een stof. Ook zijn er analyses mogelijk op landelijke en op regionale (waterschap)schaal. De tabellen, kaarten en grafieken kun je downloaden en gebruiken voor eigen analyses en toepassingen.

 

Ga hier naar de Bestrijdingsmiddelenatlas oppervlaktewater

 

Lees hier meer informatie over Toxische druk van mengsels

 

Bekijk hier de opname van een webinar (ongeveer 1 uur)

over gebruik van de bestrijdingsmiddelenatlas inclusief introductie en gebruik van Toxische druk

 

.

Het Ministerie Infrastructuur en Water werkt reeds 4 jaar aan een Nationaal Milieu Programma 2050 (NMP 2050). Het NMP 2050 zal richtinggevende uitspraken doen voor de uitvoering van het milieubeleid tot en met 2050. Doel is om in 2025 een publieke consultatie te houden waarbij een milieu-effectrapport voor inspraak openbaar ter inzage wordt gelegd. In november nam Leefmilieu met 50 andere geïnteresseerden deel aan een bijeenkomst om te reflecteren op een vierde conceptversie van dit NMP en om vooruit te kijken naar het bijbehorende uitvoeringsprogramma. Van deze bijeenkomst is door het ministerie een verslag gemaakt.

 

Wervende tekst: NMP denk meeLeefmilieu heeft ingebracht dat er in het NMP 2050 niet alleen doelstellingen voor 2050 moeten worden gesteld, maar ook harde tussendoelstellingen voor de korte termijn. Bewaking van deze korte termijn doelstellingen is daarbij essentieel. Als voorbeeld is gewezen naar de harde tussendoelstellingen 2030 en binnenkort 2040, die bij het landelijk beleid en de uitvoering voor klimaat en energie zijn gesteld. 

Ook moeten Omgevingsdiensten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)  kwalitatief en kwantitatief  worden versterkt. Bij de Omgevingsdiensten dient voldoende kennis en ervaring aanwezig te zijn om bedrijven afdoende tegenwicht te geven bij VTH. Daarbij dienen de aanbevelingen van de Commissie van Aartsen over versterking van de Omgevingsdiensten te worden opgevolgd en ingevuld. De financiering van Omgevingsdiensten door gemeenten dient daarvoor op niveau te worden gebracht. 

Bij de noodzaak tot verbetering van de VTH zijn als voorbeelden aangegeven de veel te zwakke vergunningen van bedrijven als Tata Steel en Chemours en het gedogen daarvan.

 

Lees hier meer informatie over het NMP

 

Bekijk hier het verslag van de werksessie november 2024

 

Zie hier de aanbevelingen van de Commissie van Aartsen

 

.

Op 26 september diende het beroep van Leefmilieu bij Rechtbank Arnhem tegen de goedkeuring van de minister LVVN van kaalkap als bosbeheermaatregel, zoals beschreven in de "Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022 (zie ook ons eerdere bericht hierover).

 

Parallel hieraan liep in november een publieke consultatie over het voornemen van de staatssecretaris om deze "Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022” per januari 2025 op te nemen in de Omgevingswet. Samen met andere organisaties heeft Leefmilieu ingebracht dat de staatssecretaris eerst de uitspraak van de rechtbank over de Gedragscode moet afwachten en dat de inhoud van de uitspraak vervolgens verwerkt moet worden in de hier aan de orde zijnde Gedragscode, vóórdat deze kan worden opgenomen in de Omgevingswet. Als deze Gedragscode eenmaal opgenomen is in de Omgevingswet, ligt deze vast. Er kan dan geen bezwaar en beroep meer tegen worden aangetekend.cover effecten kaalkap

 

Uit onderzoek blijkt dat al bij een kaalkap van 0,1 hectare teveel zonlicht op de bosbodem valt en het bosmicroklimaat te sterk wordt aangetast. De Staatssecretaris stelt echter voor om kaalkap tot 0,5 hectare toe te staan en schermkap (ahw een gefaseerde kaalkap) tot 2 hectare. Ook is bodembewerking niet gedefinieerd in de Gedragscode. De voorgestelde Gedragscode staat daarmee toe om na kaalkap de bosbodem bijvoorbeeld te frezen of te eggen, wat zeer schadelijk is voor het bodemleven. De voorgestelde zogenoemde ‘bosbeheersmaatregelen’ leiden ertoe dat ouder, biodivers bos wordt afgebroken en vervangen door jonge plantages (monocultuur) ten koste van de biodiversiteit. Hierdoor verdwijnen habitats van diverse (bedreigde) diersoorten. Oplossing is  uitkap als bosbeheersmaatregel, in plaats van kaalkap. Daarbij vindt houtoogst selectief plaats. Ingrepen vinden dan plaats op individueel niveau (per boom). Ook staat de huidige Gedragscode toe dat op veel locaties tegelijk werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Het cumulatieve effect daarvan is niet bekend. Om biodiversiteit te vergroten dient juist veel minder bos te worden gekapt.

 

Lees hier meer over de ecologische effecten van kaalkap

 

Lees hier de inbreng van Leefmilieu

 

.

over gedragscode 2022Op 26 september diende het beroep van Leefmilieu tegen de goedkeuring van de minister LVVN van kaalkap als bosbeheermaatregel, zoals beschreven in de "Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022". Rechtbank Arnhem heeft aangegeven binnen 6 weken uitspraak te willen doen (zie ook ons eerdere bericht hierover).

 

Parallel hieraan liep afgelopen maand een publieke consultatie over het voornemen van de staatssecretaris om deze "Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022” per januari 2025 op te nemen in de Omgevingswet.

 

Samen met andere organisaties heeft Leefmilieu ingebracht dat de staatssecretaris eerst de uitspraak van de rechtbank over de Gedragscode moet afwachten en dat de inhoud van de uitspraak vervolgens verwerkt moet worden in de hier aan de orde zijnde Gedragscode, voordat deze kan worden opgenomen in de Omgevingswet.

 

Zie hier onze reactie op de Consultatie Aanwijzing gedragscodes soortenbescherming en houtopstanden 2025

 

Lees ook ons eerdere bericht "Kaalkap is geen bosbeheersmaatregel"
 

.

Nu de omgevingswet in werking is getreden, rijst de vraag of deze mogelijkheden biedt aan gemeenten om de schadelijke gevolgen door houtstook aan te pakken. Adviesbureau KokxDeVoogd heeft hierover een rapport geschreven dat duidelijk aangeeft dat de omgevingswet zéker mogelijkheden biedt en geeft uitgebreid weer, middels conceptregels, hoe dat dan kan.

Startpunt is wel dat de gemeente duidelijk voor ogen moet hebben of en in hoeverre ze de schadelijke gevolgen willen aanpakken om van daaruit de mogelijkheden die de wet biedt te benutten. KoksDeVoogd beschrijft vervolgens drie verschillende modules waarin de gemeente kan ingrijpen:

 

Modules houtstook

Module 1: sturing op de bescherming van kwetsbare groepen

Module 2: sturing op functies & functiescheiding (zonering)

Module 3: sturing op de realisatie van doelen voor de leefomgeving

 

Voor elke module zijn conceptregels geschreven, waarbij er telkens een keuze gemaakt moet worden of men hard wil ingrijpen dan wel voorwaarden stellend of slechts stimulerend wil zijn. Belangrijke boodschap is dat er veel kan en een gemeente zich dus niet kan verschuilen achter een gebrek aan regelgeving; die regelgeving kunnen ze nu zelf bewerkstellingen!

Het rapport biedt een handvat als je zelf met gemeente in gesprek bent of wilt over de beperking van houtstook; u kunt ook de video bekijken van de presentatie door KokxDe Voogd.

 

Lees hier rapport KokxDeVoogd

 

Bekijk hier de video presentatie KokxDeVoogd

 

.

Klikosticker Houtrookvrij

 

.

Stichting houtrookvrij heeft ‘klikostickers’ laten maken, waarmee je op ludieke wijze je protest kan laten zien tegen houtstook.

 

De stickers zijn er in drie varianten en te koop op de webwinkel van de stichting:

https://houtrookvrij.nl/webwinkel/

 

 

 

 

.

Op 26 september vond de rechtszitting over het beroep van Leefmilieu tegen kaalkap als bosbeheersmaatregel bij Rechtbank Arnhem plaats. Samen met Stichting Natuurbelang Nederland, MOB, Comité Schone Lucht, en Stichting ter behoud van het Schoorlse- en Noord-Kennemerduingebied heeft Leefmilieu dit beroep op 10 oktober 2022 tegen het besluit van de minister LVVN aangetekend. In het besluit keurt de minister bosbeheersmaatregelen als kaalkap tot 2 hectare en bodembewerking (bijvoorbeeld het frezen van de toplaag) goed, zoals beschreven in cover - Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022de ”Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022”. Bij kaalkap worden álle bomen in een bosareaal tegelijk geveld. Volgens de vijf natuur- en milieuorganisaties zijn de beheermethoden kaalkap en bodembewerking volledig in strijd met de Wet natuurbescherming en Europese Habitatrichtlijn. Deze maatregelen bieden onvoldoende garanties voor de te beschermen soorten.  Dat geldt vooral voor beschermde soorten die gebonden zijn aan volwassen bos, oud bos en bos in de vervalfase. Met het opnemen van deze ruimtelijke ingrepen en de genoemde minimale restricties kunnen boseigenaren gemakkelijk oneigenlijk gebruik maken van de doelen uit de Gedragscode, door voluit hout te gaan oogsten onder het mom van bescherming van soorten. Dat het werkelijke doel het verkrijgen van economisch gewin en maximale handelingsvrijheid is, wordt buiten beeld gehouden. Volgens de milieu- en natuurorganisaties is uitkap (selectieve kap) wél een goede bosbeheersmaatregel. Bij uitkap worden individuele bomen geoogst terwijl buurbomen blijven staan. Bij uitkap ontstaan leeftijdsverschillen van bomen en boomsoortverschillen, wordt de structuur van het bos versterkt, en de biodiversiteit verhoogd. Het bos blijft permanent bos. Ook Stichting Natuurvolgend Bosbeheer en Stichting Natuurbelang hebben beroep aangetekend. Rechtbank Arnhem heeft aangegeven binnen 6 weken uitspraak te doen, tenzij de rechtbank voor het besluit meer tijd nodig heeft. 

 

Het beroep van Leefmilieu

 

Beroep van Stichting Natuur Volgend Bosbeheer

 

.

Statistische toetsen die worden gebruikt om te bepalen of bestrijdingsmiddelen kankerverwekkend zijn, zijn decennialang verkeerd uitgevoerd. Dit stelt de Leidse hoogleraar Milieubiologie Geert de Snoo, directeur onderzoeksbeleid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), in een onderzoek van Zembla. Logo ZemblaDe Snoo stelt dat de huidig gebruikte tweezijdige toets niet geschikt is om de veiligheid van pesticiden, zoals glyfosaat, te beoordelen: “Deze methode is bedoeld voor medicijnen, waarbij naast de schadelijke effecten ook de genezende werking wordt getoetst. Bij bestrijdingsmiddelen is die insteek irrelevant, omdat de toets enkel moet uitwijzen of de bestrijdingsmiddelen kanker veroorzaken. Een genezende werking hebben ze niet. Van belang is om alleen te weten of een stof veilig of kankerverwekkend is. Door verkeerd te toetsen, kun je de indruk krijgen dat er niks aan de hand is, terwijl het kankerverwekkend effect er misschien wel is. Bij de toelating van bestrijdingsmiddelen als glyfosaat is de verkeerde toets gebruikt. Mogelijk is bewijs voor kankerverwekkende effecten hierdoor als het ware verdund. Dit is slechte statistiek en slechte wetenschap. Alle bestrijdingsmiddelen die in Nederland zijn toegestaan, moeten we opnieuw toetsen om te kijken of ze kankerverwekkend zijn.”

Voormalig landbouwminister Piet Adema gaf in antwoorden op kamervragen aan dat tweezijdig toetsen bij de toelating al “decennialang goed wetenschappelijk gebruik” is. Het college voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) stelde dat tweezijdig toetsen de standaardmethode in Europa is.

Gevarensymbooleefmilieu vindt de reactie van het ministerie LVVN en van het Ctgb niet acceptabel. Als het tweezijdig toetsen een onjuiste methode is, dient deze niet te worden toegepast. Leefmilieu ondersteunt de oproep van professor de Snoo om met wetenschappers en toelatingsdeskundigen bij elkaar te zitten om goed te kijken naar de gang van zaken en de geconstateerde fout in beoordeling. Dit dient op zeer korte termijn te gebeuren zodat snel een herbeoordeling van bestrijdingsmiddelen op kankerverwekkendheid kan plaatsvinden.

 

Meer informatie en persbericht bij Zembla

 

Referentie Universteit Leiden

 

Antwoord Adema op kamervragen Ouwehand en Kosti

 

.

Bij productie, verwerking en verpakking komt ons voedsel met veel materialen in contact. Veel van die materialen bevatten chemische stoffen die vervolgens weer in ons voedsel terecht komen en in ons lichaam worden teruggevonden.

Voor een aantal stoffen waarvan we zeker weten dat ze schadelijk zijn voor onze gezondheid zijn er normen gesteld waar ons voedsel aan moet voldoen, zoals bijvoorbeeld voor BPA (Bisfenol A), PFAS, minerale olien en zware metalen zoals lood en cadmium.

 

Het gaat echter om duizenden stoffen en van de meeste weten we niet of deze schadelijk zijn voor onze gezondheid. Er zijn wel veel losse onderzoeken en verspreide lijsten en databases, maar een totaaloverzicht ontbreekt. Binnen Europa gebruiken we bijvoorbeeld de OpenfoodTox van de ESFA (Europese autoriteit voor voedselveiligheid) een database over risico's van enkele duizenden stoffen, waarmee ons voedsel ongewenst besmet kan zijn.

 

Nieuwe database belangrijk hulpmiddel

Logo FCChumonEen nieuw onderzoek van de FPF (Food Packaging Forum) breng nu alle bekende informatie bij elkaar in een nieuwe omvangrijke database, de FCChumon (Food Contact Chemicals in de mens). Hierin zijn vrijwel alle bekende onderzoeken over deze chemische stoffen en de risico's voor onze gezondheid samengebracht. Deze database bevat de informatie over de stoffen die ongewild via de voeding in het menselijk lichaam terecht komen en daar ook daadwerkelijk door onderzoek zijn aangetoond.

Dit onderzoek toont aan dat ten minste 3600 stoffen in mensen worden teruggevonden. Waarschijnlijk gaat het om veel meer stoffen, omdat in dit onderzoek alleen wetenschappelijke literatuur met daadwerkelijk aangetroffen stoffen is meegenomen.

Deze nieuwe database is een belangrijk hulpmiddel bij verder onderzoek naar het verbeteren van de voedselveiligheid. Veel van deze stoffen zijn gecategoriseerd als (zeer) schadelijk en moeten zo snel mogelijk uit ons voedsel geweerd worden.

 

Handelingsperspectief

Wat we intussen zelf kunnen doen is proberen zoveel mogelijk te voorkomen dat ongewenste stoffen in ons voedsel komen. Denk bijvoorbeeld aan het verminderen van het gebruik van plastic folie en plastic bakjes, geen plastic bakjes in de magnetron, koop onverpakte groente en fruit, geen kant en klaar maaltijden, geen plastic keukengerei of plastic snijplanken, geen pannen met PFAS.

FPF is een Zwitserse non-profit stichting, gericht op bescherming van de mens en zijn omgeving. Zij richten zich op het delen van wetenschappelijke kennis over chemische stoffen die in voeding komen door verpakkingen en alle andere materialen waarmee voedsel in contact komt bij productie en verwerking.

 

Link naar onderzoek (Engels)

Link naar het rapport (Engels)

 

Link naar de databases van de FPF (Engels)

Meer info over FPF (Engels)

 

Link naar OpenFoodTox van de ESFA

 

.

De Wageningen Universiteit heeft in 2023 de hoeveelheid stikstof gemeten in de bodem op 126 boslocaties in Nederland. Al deze locaties waren ook in een onderzoek in 1990 bemonsterd. De conclusies zijn verontrustend: de stikstofvoorraad in bosbodems is over de periode 1990-2023 gemiddeld met ruim 1300 kilo per hectare (40 kilo per jaar) toegenomen. Stikstofprofessor Wim de Vries stelt dan ook dat de bossen al decennialang een fastfooddieet van stikstof krijgen.

De bossen lijden hieronder doordat stikstof de bodem vermest (er komen meer voedingsstoffen bij) en verzuurt (waardoor kwetsbare vegetatie vergaat). Met name de vermesting speelt nu een rol in de verslechtering van de bossen, de verzuring valt nog mee omdat de bodem ook veel basische stoffen bevat, zoals calcium, magnesium en kalium.

Wat staat Nederland te doen om de bossen te redden? De auteur van het rapport, ir. J.J. (Anjo) de Jong, zet drie adviezen op een rijtje:

  1. Voorkom erger, dus: zorg dat de stikstofbelasting op de Nederlandse natuur afneemt.
  2. Voorkom uitspoeling. De stikstof zit nu relatief veilig in de bosbodem, maar die stikstof-spons raakt wel vol. Dat volgt uit de afname in de verhouding koolstof-stikstof. Als je wilt voorkomen dat de stikstof uitspoelt, wat tot grote verzuring leidt, zal je je bossen zeer zorgvuldig moeten beheren. En bijvoorbeeld niet zomaar grote percelen hout kappen. De beplanting houdt de stikstof vast.
  3. Ga door met herstelmaatregelen. Dat gaat decennia duren, maar we zullen moeten. Denk aan mineralen toevoegen en sturen op grondwaterstand waar dit mogelijk is.

De onderzoekers hebben uiteraard naar meer stoffen gekeken dan alleen stikstof, hierover kan je meer lezen in het rapport (zie link). Dat het allemaal wel meevalt qua stikstofdepositie is in ieder geval weer weerlegt.

 

Lees hier het rapport

 

.

Ad RagasAd Ragas is een van de bestuursleden van Leefmilieu en is sinds april 2022 hoogleraar Humane en Ecologische Risicobeoordeling aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Op donderdag 23 mei 2024 sprak hij onder grote belangstelling zijn oratie uit, getiteld "Waardeloze milieuwetenschap?"

Ad houdt zich bezig met het ontwikkelen van methodes en tools om risico’s van chemische stoffen zo goed mogelijk in kaart te brengen. Zijn uiteindelijke doel hierbij is vooraf te kunnen voorspellen hoeveel van een (nieuwe) chemische stof in het milieu terecht komt, hoe die zich daar gedraagt en wat de schadelijke effecten zijn. Dus nog voordat deze stoffen in het milieu zijn en niet pas erna.

In zijn presentatie ging Ad in op de schoonheid van zijn vak. Maar ook dat het toepassen van de resultaten niet altijd even goed gaat en dat we daar op een betere manier mee om zouden kunnen gaan.

Een van de redenen dat het wetenschappelijk gezien wel eens fout kan gaan, is dat er altijd een restonzekerheid blijft. Ook dit zou je in de risicobeoordeling moeten betrekken: wat als de wetenschap fout zit? Verder komen er in groot tempo steeds meer chemische stoffen op de markt. En wanneer we de risico’s van individuele stoffen kennen, weten we nog niet wat de risico’s zijn wanneer we aan mengsels van deze stoffen worden blootgesteld.

Ook maatschappelijk kan het fout gaan. We hebben erg hoge verwachtingen van de wetenschap en we communiceren daarbij niet goed over de risico’s van bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen. Van de andere kant is er steeds meer onzekerheid wat leidt tot steeds meer onderzoek en toenemende complexiteit, waardoor deze onderzoeken niet meer door bezorgde burgers te beoordelen zijn. Probleem is ook dat teveel naar de industrie wordt gekeken voor het onderzoeken van risico’s van chemische stoffen. Er is bij hen weinig motivatie dit voortvarend op te pakken.

ASchema SSbDls afsluiting bepleit Ad om bij de beoordeling van een chemische stof ook naar de duurzaamheid te kijken. Dus niet alleen naar eigenschappen en risico’s van die stof te kijken, maar ook naar het belang van die stof voor de samenleving en hoeveel van die stof men uiteindelijk wil toelaten binnen de samenleving, zie afbeelding (SSdD = Safe and sustainable by design).

 

Klik hier om de presentatie van Ad te bekijken.

LET OP: om de presentatie te bekijken is het volgende wachtwoord nodig: Adoratie

 

.

Grond voor een gesprekIn de discussie over de stikstofproblematiek gaat het vaak over de toekomst van de boeren. Is er nog toekomst voor hen in Nederland, want zelf spelen ze vaak de kaart dat dit door alle regelgeving onmogelijk wordt. Urgenda maakte een mooi, heel helder filmpje hoe een duurzaam landbouw- en voedselsysteem in Nederland eruit zou kunnen zien; uiteraard mét boeren.

Gaat dat zien en laat het ook aan anderen zien!

 

Klik hier om het filmpje van Urgenda te bekijken

 

 

.

Het vervolgonderzoek bestrijdingsmiddelen en omwonenden (OBO-2) is gestart. OBO-2 volgt op een eerder onderzoek Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden-1 dat tussen 2015 en 2019  plaats vond.

Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), Nivel en IRAS onderzoeken of je ziek kunt worden of kan zijn geworden door blootstelling aan bestrijdingsmiddelen in je omgeving. Gekeken wordt naar de effecten op de gezondheid van omwonenden van landbouwpercelen en van agrariërs.

Het doel van OBO-2 is bijdragen aan de verbetering van het toelatingsbeleid van bestrijdingsmiddelen. Dat moet ertoe leiden dat effecten op de gezondheid verdwijnen of tenminste verminderen. Een ander doel is vragen te beantwoorden die leven bij omwonenden, agrariërs en andere betrokkenen. Want veel van hen maken zich zorgen over het gebruik van bestrijdingsmiddelen in hun buurt of bedrijf.

Bij het onderzoek wordt specifiek gekeken naar de volgende ziektebeelden: Ziekte van Parkinson, leukemie bij kinderen, lymfomen bij volwassenen, COPD, astma en acute en chronische klachten die zijn gemeld bij huisartsen. Ook zijn de cognitieve effecten bij kinderen, zoals effecten op de concentratie, oriëntatie, het maken en uitvoeren van plannen, taal, ruimtelijke taken en het geheugen, onderwerp van het onderzoek.

Leefmilieu maakt, net als bij het eerdere onderzoek, deel uit van de maatschappelijke klankbordgroep (KBG). De KBG adviseert het consortium over de uitvoering van het onderzoek en zorgt ervoor dat het onderzoek aansluit bij vragen die leven in de maatschappij. Ook adviseert de KBG bij het begrijpelijk en goed weergeven van de resultaten, de conclusies en de aanbevelingen.

 

Vanwege de omvang van het onderzoek is het opgesplitst in deelonderzoeken, u kunt hierover meer lezen op de website https://www.bestrijdingsmiddelen-omwonenden.nl/ . De looptijd van het onderzoek is 2023-2031.

 

.

Leefmilieu neemt deel aan de klankbordgroep ‘Gezonder vergunnen, samen werken aan schonere lucht’ van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen. Doel van het project van ODRN is om samen met bedrijven en in samenspraak met bewoners- en milieuorganisaties de luchtkwaliteit in en rond industrieterrein Nijmegen-West en Weurt te verbeteren. Het onderzoek richt zich op bedrijven die relatief veel stikstofoxiden (NOx) en/of fijnstof uitstoten. Samen met de bedrijven en bewoners- en milieuorganisaties worden kansen en mogelijkheden onderzocht om de uitstoot verder te verminderen door te verduurzamen. Gezamenlijk worden best haalbare en presterende technieken onderzocht. Het project is een onderdeel van het landelijke Schone Lucht Akkoord.

Gezamenlijk wordt een lijst met bedrijven opgesteld waar mogelijkheden zijn om uitstoot te verlagen. Bij deze bedrijven wordt onderzocht welke maatregelen er mogelijk zijn om die uitstoot te verlagen. Met de meest kansrijke bedrijven wordt in gesprek gegaan en onderzocht welke maatregelen er gerealiseerd kunnen worden. Dit project wil de omgevingsdialoog bij vergunningverlening, toezicht en handhaving in Nijmegen-West en Weurt vernieuwen. Doel is het onderzoek in oktober 2024 af te ronden.

 

Verdere informatie:

https://www.odregionijmegen.nl/gezonder-vergunnen/

 

Foto deel Industrieterrein Nijmegen

Bedrijventerrein Nijmegen-West (foto Leefmilieu)

 

.

Op 25 april deed het Europese Hof van Justitie uitspraak in een zaak die in 2020 was aangespannen door PAN Europe. Het betreft de procedure voor toelating van nieuwe bestrijdingsmiddelen op de Nederlandse markt door het Nederlandse Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden).

 

Het Hof stelt dat het Nederlandse toelatingsbeleid voor pesticiden niet deugt. Het Ctgb gebruikt bij haar besluitvorming tientallen jaren oude richtlijnen en negeert belangrijke schadelijke effecten en hanteert niet de meest moderne wetenschappelijke inzichten. Dit is in strijd met de Europese verordening op dit gebied. Verder stelt het Hof dat de bescherming van de gezondheid van mens en dier en van het milieu voorrang heeft op de verbetering van de teelt van planten.

 

Deze uitspraak geldt niet alleen voor Nederland, maar voor alle lidstaten van de Europese Unie. Het Hof van Justitie stelt hiermee dat elk nieuw middel volledig onderzocht moet worden op mogelijke schadelijke effecten voor mens, dier en milieu en dat daarbij de meest actuele wetenschappelijke kennis gebruikt moet worden. Hoewel bestaande toelatingen niet meteen ongeldig worden, zullen pesticiden bij herkeuringen beter moeten worden onderzocht op schadelijke effecten.

 

Het is de verwachting dat de bestuursrechter deze uitspraak zal volgen, wat gunstig is voor burgers die zich verzetten tegen het spuiten met pesticiden in hun woonomgeving. Het argument: “het middel is goedgekeurd door het Ctgb dus het is veilig” gaat niet meer op, nu het Europese Hof heeft vastgesteld dat het toelatingsbeleid niet voldoet aan de Europese eisen.

 

Lees hier de 2 arresten van het Europese Hof:  ECLI-EU- C-2024-350  en  ECLI-EU-C-2024-356

 

Klik hier voor het persbericht van PAN-NL.

 

.